vrijdag 4 april 2014

Yes we can!



Als ik naar de hemel kijk zie ik een aantal helikopters over mijn huis vliegen. Het is de nucleaire top en president Obama, vliegt van het Amsterdam naar Den Haag, die ochtend ziet mijn dochter en haar klasgenoten de airforce one voorbij glijden langs hun klaslokaal, dicht bij Schiphol wonen heeft ook voordelen, hij lande in de ochtend, en ongeacht het tijdsverschil loop hij even langs de grootste Rembrandts, lult wat met de directeur van het museum en lacht even met onze premier, iemand moet het doen, en hé het is een amerikaan stress is normaal in dit land, tijdsverschil is geen issue, het is leven in the fast lane !

Ik zie ze dagelijks langslopen, die gehaaste moeders met een lege kinderwagen druk bellend in verhoogde pas richting de opvang, die vader met zijn koters achter zich aan van de opvang richting huis hij heeft geen oog voor zijn kinderen typt nog snel even een berichtje in zijn telefoon naar zijn klant of werkgever, het is buffelen voor mensen van deze generatie, en proberen je baan te behouden en proberen je gezinsleven daarnaast in goede banen te leiden, soms zou het makkelijk zijn als wij allemaal een stapje minder mogen doen, en niet het Amerikaanse model hoeven te volgen, het zou toch heerlijk zijn als je gewoon zou kunnen leven van een uitkering en je niet druk hoeft maken over de maatschappij, pillen slikken en je bek houden, je in je handjes knijpen dat het kan en die hard werkende mensen bedanken voor het feit dat ze alle balletjes voor je hoog houden.

Maar zo ben ik niet ondanks mijn handicap werk ik omdat ik niet wil horen bij het volk wat zijn handje ophoudt, omdat ze te horen hebben gekregen dat ze niks kunnen omdat ze ziek zijn, onzin.

En wat vindt je man er van? Vraagt mevrouw de psychiater vandaag als we ons bijna wekelijkse gesprekje hebben omdat het sinds lange tijd minder gaat.
Ik had haar net verteld dat ik het wel redelijk vond gaan, dat ik een paar dagen rust heb genomen, en dat dat goed werkte, dat ik mijn werkdagen heb verzet om even op adem te komen in deze participatie maatschappij.
Wat bedoel je? Vraag ik.
Nou, hoe vind je man dat het gaat met jou?
Ik heb geen idee, de laatste tijd leven wij een beetje langs elkaar heen, hij heeft het net als de ouders die ik dagelijks voorbij zie lopen druk, wordt vaak 's avonds nog door collega's gebeld omdat ze een businessplan af moeten hebben, zit avonden als hij thuis komt daar aan te werken, eet wat, werkt, en gaat naar bed.

Ik heb geen idee, zeg ik haar, we leven samen maar niet op het niveau, ik heb tijd voor je, alle praktische dingen gaan nu even voor, eten, werken en de zorg voor onze dochter.

Eigenlijk ben ik daar best blij om, het leven draait niet om mij, het draait om het overleven in een maatschappij die zich door een crisis werkt, waar een ieder zijn schouders er onder zet.
Het ziekte verzuim schijn in jaren niet zo laag te zijn, we moeten door en een ieder zet zijn beste beentje voor, en zo 'heurt' het ook, wij uit de klei getrokken mensen zullen laten zien dat wij uit deze periode kunnen komen, ziek of niet ziek ik voel een verplichting.

Maar wat merkt je man aan je, en je dochter? Probeert ze nog.
Mijn man en mijn dochter weten wie ik ben en dat ik niet altijd een vrolijk nootje ben, of juist een overdreven vrolijk nootje kan zijn.

Ik weet wel dat het haar werk is om deze vragen te stellen om te kijken hoe het met mij gaat, maar mijn wereld is net zo groot als die van andere in deze tijd, het is buffelen, met een grote B, het is de maatschappij draaiend houden en hopen op een rustiger vaarwater en dat niet alleen maar economisch gezien.

Ik hoop dat over een paar jaar die gestreste moeders en vaders uit mijn straatbeeld verdwijnen dat ik moeders relaxed naar de opvang zie lopen en de vader een dolletje zie maken met zijn kinderen als ze rustig naar huis lopen.

Daarnaast hoop ik dat de trend voortgezet wordt dat psychiaters niet meer roepen dat je ziek bent en niet kan werken omdat dat ontregelend kan werken, maar dat ze eens gaan kijken naar wat hun klanten nog wel kunnen, en tools aangeven en meedenken in hoe hun klanten ondanks een gevoeligheid voor ontregelen het beste uit zichzelf kunnen halen.

Dan zijn wij een stukje verder, dan is er geen tweedeling meer in mensen die werken en mensen die hun handje ophouden, dan doen we het samen, zoals het hoort in een maatschappij, een ieder kan werken naar vermogen, daar ben ik van overtuigd, ik doe het dus waarom een ander niet?
Samen sterk, dat is de kracht die je mag delen, in een verzorgingsmaatschappij die niet meer van deze tijd is.
Een ieder kan meedoen.
We kunnen deze economie redden als we allemaal onze schouders er onder zetten, ook mensen als ik, yes we can!