zaterdag 30 mei 2015

Wat moet ik hiermee?



Gisteren sprak ik een inmiddels goede bipo vriendin.
Hoe ik haar heb leren kennen?
Gewoon via twitter.
Zij blog, ik ook, zij zit op twitter, ik ook, en zo kruis je elkaars pad en bedenk je je dat het internet een mooie manier is om gelijk gestemde te vinden en vriendschappen op te bouwen die je anders niet had gemaakt.

Ik zie zelf de aversie die dit ziektebeeld opbrengt, als ik eerlijk ben dan ben ik eigenlijk niet zo blij dat er mensen in mijn omgeving zijn die hetzelfde hebben.
De anonimiteit van het internet bevalt mij beter in ieder geval om de eerste contacten te leggen.
Eerst berichten sturen, dan email adressen uitwisselen en dan een telefoonnummer.

Het is een voor mijn gevoel veilige manier van het opbouwen van een vriendschap in deze tijd.
Het voelt ook veilig die afstand, zegt mijn nieuwe vriendin.
En ik geef haar gelijk.
Het recht in je bek geconfronteerd worden daar heb ik ook moeite mee.
Dat had ik niet gedacht en eigenlijk heb ik er gelukkig ook niet veel ervaring mee, ja twee jaar geleden wordt mij de bipo man van een teamgenoot ongenuanceerd onder mijn neus geschoven, ze had mij verteld dat haar man het zelfde heeft als ik, maar wat is het zelfde?
Ongemakkelijk stond hij daar met zijn biertje in zijn hand op een mooie zonnige namiddag op de club, zijn vrouw stelde ons nadrukkelijk aan elkaar voor.
En dan? Zijn wij verplicht om op een drukke zondagmiddag op een sportveld met elkaar te praten?
Omdat wij een ver gezochte onzichtbare verbintenis met elkaar hebben, die niet meer is dan de zelfde diagnose?

Even keken wij elkaar ongemakkelijk aan, het staat dan wel niet op ons voorhoofd geschreven maar gevoelsmatig zag iedereen wat wij als vreemde iets met elkaar moesten delen.
En dan blokkeer ik, hij ook gelukkig.
Ongemakkelijk maken wij een praatje over de prestaties van heren 1, kijken rond, en doen een wedstrijd wie het eerst een bekende ziet die meer aandacht verdient, hij wint.

Het opdringen van lotgenotencontact is niet mijn ding, het ergert mij zelfs bedenk ik mij vandaag als ik mijn dochter ophaal van het schoolkamp, naast mijn dochter vervoer ik nog drie kinderen die door de juf zijn geselecteerd om met mij mee te rijden.
Het is geen toeval dat het nieuwe meisje in de klas bij mij in de auto zit, het is ook geen toeval dat het meisje bij mijn dochter in de klas zit.
De school van mijn dochter heeft twee groepen acht, die van mijn dochter telde al 26 kinderen voor haar komst, de andere groep heeft er slechts 23 kinderen, en toch krijgt de klas van mijn dochter dit meisje in de klas.

Het meisje woont sinds kort bij haar vader, samen met haar zus, ze woonde bij hun moeder ergens in het noorden van het land, maar dat ging niet meer.

Mijn moeder is manisch depressief, zegt het meisje in de klas, en moest daarom opgenomen worden, daarom wonen wij nu bij papa.
Mijn dochter kon het niet nalaten om te melden dat haar moeder dat ook heeft iets wat niet onbekend is bij de school, de eerste jaren van haar schooltijd was ik met een regelmaat niet aanwezig door het niet kunnen omgaan met de aandoening destijds.

Nog geen week voor haar komst kreeg ik van een moeder van de andere klas te horen dat er ook zo'n vader als ik in die klas zat.
Ja, hij heeft het zelfde als jij maar het gaat echt niet goed met hem, hij was wéér opgenomen.
Ik vraag mij af waarom het meisje in de overvolle klas van mijn dochter is geplaatst, ergens voel ik nattigheid na het verhaal van de moeder van de andere klas.
Wat is beter, een kind met een manisch depressieve moeder plaatsen in een klas waar ruimte genoeg is maar waar een vader met die ziekte weer is opgenomen, of een kind plaatsen in een overvolle klas bij een meisje waarvan de moeder het al jaren 'goed' doet....

Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel, zie haar zitten, kan niet ontkomen aan de gedachten dat het toeval ver te zoeken is.
Waarom zeggen mensen niet recht voor zijn raap wat ze willen?
Waarom moet ik zonder dat het mij direct gevraagd is met lotgenoten praten?
Waarom vraagt men mij niet gewoon, god Gaab, jij het het ook, wil jij er een keer met mijn man over praten, of god moeder van, we plaatsen dit meisje in de klas van je dochter omdat wij denken dat het beter voor haar is om te zien dat er ook ouders zijn die wel met de ziekte om kunnen gaan.

Wat moet ik hiermee?
Het is niet mijn keuze om deze aandoening te hebben, en het is blijkbaar zo dat je geen vrije keuze hebt om zelf te kiezen met wie je er wel of niet over wil praten.
Blijkbaar ben je een eenheidsworst voor je omgeving, een groep mensen die je zonder veel woorden er aan vuil te maken in het zelfde hokje kan plaatsen, en zonder vragen van ze verlangt dat ze maar met elkaar om moeten gaan.

Sorry, nee