dinsdag 31 januari 2012

Geforceerd prikkels geleiden



Feestjes, daar blijf ik niet lang, zegt mijn bipo skype vriendin.
We hebben elkaar leren kennen via een internet lotgenoten contact.
Zij woont in een andere stad, maar dankzij het moderne en gratis medium skype hebben wij regelmatig contact.
Op een gegeven moment wordt het mij te veel, gaat ze verder, dan hoor ik op het laatst alleen nog maar stemmen door elkaar, ik slaap overigens ook slecht door die indrukken.

Tja, die momenten ken ik wel, zeg ik, ik ga nog wel eens naar feestje maar heb erg gemiddeld twee dagen last van.

Toch lukt het mij steeds beter om te dealen met die overvloed aan indrukken.
Hoe doe je dat dan? Vraag ze geïnteresseerd.

Ik moet er lang over denken, hoe doe ik dat eigenlijk?
Automatisch is het niet gegaan, het is een trucje wat ik mij gaande weg heb aangeleerd eigenlijk.

Toen kindje op zaterdag ochtend ging hockeyen, was ik de sjaak, manlief houdt niet zo van het spelletje ik wel en wilde graag dat mijn dochter het spelletje ook zou leren.
Er is alleen één probleem;
Ik kan niet goed meer tegen drukte, en druk is het op een club, ouders, kinderen, de wedstrijd het koffie en limonade drinken daarna in een overvol rumoerig clubhuis.
Het prikkelt mijn hersenen op een manier, waar 'normale' mensen zich waarschijnlijk geen voorstelling van kunnen maken.
De drukte en de spanning, al ervaar ik het als positief zorgen ervoor dat het een rommel wordt in mijn bovenkamer.
Ik vind het heerlijk als ik op de terugweg in de auto met kindje hard mee kan blèren met de muziek om de overwinning te vieren of het verlies te overstemmen.
Ik kom stuiterend thuis, dat wel.

De onrust in mijn hoofd bestrijd ik met geforceerde rust, niet omdat ik moe ben en maar omdat het beter is.
Ik stuiter rustig door in mijn bed, slaap niet maar laat de drukke ochtend gefaseerd de revue passeren, deel de ochtend in, en berg het stukje voor stukje op in mijn hersenen.
Het lijkt wel of mijn hersenen dit niet meer automatisch kunnen, alsof de indrukken die ik opdoe in mijn hoofd blijven ronddolen en hun weg naar het plekje waar ze opgeborgen horen te worden niet kunnen vinden.
Dan maar geforceerd de gedachten rangschikken en opbergen.
Als een archivaris ga ik te werk, deel mijn gedachten in in groepen als;
Belangrijk, niet belangrijk, grappig, stom, leuk of niet meer aan denken.
Na gemiddeld een uur sluit ik mijn archief en kom een stuk rustiger mijn bed uit.

Ik pas het tegenwoordig ook toe als ik een drukke avond heb gehad, slapen kan ik toch niet de eerste uren na drukte.

Mijn prikkels worden niet automatisch verwerkt door mijn hersenen dan maar handmatig, ik noem het mijn geforceerde prikkel geleiding.

O,okee, hoor ik skype bipo vriendin zeggen via de computer.
Snap je het een beetje wat ik bedoel?, vraag ik.
Niet helemaal, is haar antwoord.
Wacht maar ik schrijf het wel op dan kan je het terug lezen.


zondag 29 januari 2012

kookpunt vriespunt




Weet je wat zo fijn is?,zeg ik
Ik ben net klaar met het marineren van de aardappelen voor de roti.
Alles staat klaar ik heb de uien en de knoflook gehakt, de bouillon blokjes zijn uit hun verpakking en de roti kip, die ik de dag daarvoor heb gemaakt, staat langzaam op te warmen.
Tevreden gooi ik gesneden kousenbanden in hun schaal, als mijn aardappelen bijna gaar zijn gaan zij twee minuten in mijn stoomoven.

Nee, zegt manlief vanachter de computer.
Koken!
Mmmm, mompelt manlief afwezig.

Koken is niet echt zijn ding, lekker eten wel maar koken nee, dat niet.
Toen wij elkaar leerde kennen was zijn hagelwitte keuken niet voor niks nog hagelwit.
Met schrik keek hij naar de explosie die ik had veroorzaakt de eerste keer dat ik voor hem kookte in zijn keuken.
Het was de eerste keer dat zijn keuken echt werd gebruikt voor hetgeen het is ontworpen, koken.
Gelukkig gaat mijn liefde door zijn maag.

Koken vroeger stond ik niet stil bij het rustgevende bijeffect van deze dagelijkse noodzaak, maar zins de diagnose ben ik mij bewuster van de dingen die mij rust en onrust geven.

Koken geeft mij rust, het simpele hakken en snijden, de timing om alles op de zelfde tijd op tafel te krijgen. Het vergt concentratie en is tegelijkertijd een afleiding, het even nergens anders aan denken het geeft mijn hersenen de tijd om mijn gedachten te ordenen.

Koken is ook een soort graadmeter voor mijn stemming daar ben ik inmiddels achter.

Ga ik richting manie;
dan heb ik de meest waanzinnige ideeën om die boerenkool eens te pimpen op een manier waar menig top kok jaloers op wordt. Om vervolgens door de chaos in mijn hoofd de simpelste variant van de boerenkool compleet te verpesten.
Ga ik richting depressie;
dan kan ik kijkend in mijn koelkast niet eens meer verzinnen waarvoor ik de producten die ik heb liggen heb gekocht, de diepvries pizza is dan het meest aanlokkelijk om te bakken, al doe ik het niet omdat ik weet dat ik mij alleen maar erger voel als ik die kartonnen schijven mijn gezin voorschotel.
Ik grijp dan naar de klassiekers die nooit mislukken, die ondanks dat ik mij niet goed voel mij in ieder geval niet verder de put in duwen.

In beide gevallen baal ik, mijn hersenen kennen een kookpunt en een vriespunt.
Ik sudder liever ergens daar tussenin en geniet als ik na het koken aan tafel tevreden terug kan kijken naar mijn rustpunt.......


vrijdag 27 januari 2012

Gek van zichzelf




Ik heb een naam! Zeg ik door de telefoon, aan de andere kant van de lijn krijg ik niet direct een antwoordt, mijn beste vriendinnetje is bezig haar kinderen in het gareel te krijgen.
Waar heb je een naam voor? Vraagt ze als ze klaar is met haar kids een standje te geven.
Voor mijn blog, antwoord ik.
Vertel,
Gek van zichzelf!, ik zie het als een onderdeel van mij, af en toe wordt ik gek van mijzelf, die drukte in mijn hoofd het niet meer kunnen functioneren op die momenten maken mij gek van mijn zelf!
Hahaha, hoor ik aan de andere kant van de lijn, 
niet alleen jij wordt gek van jezelf, ik ook af en toe van jou!

We liggen gezamenlijk in een deuk, mijn beste vriendinnetje die altijd direct is en zegt waar het op staat, waarmee  ik uren aan de lijn heb gezeten na de diagnose.
Ze woont niet in Nederland maar dankzij de glasvezel verbinding kunnen wij redelijk goedkoop uren met elkaar communiceren.

Al mijn ellende kreeg zij over zich heen, het verdriet de boosheid over het feit dat mijn leven in een hokje werd geplaatst door de heren en dames die de psychiatrie heten.

Nuchter en op afstand gaf ze haar commentaar en gaf mij de ruimte om mijn ellende van mij af te praten, als ik haar op uurbasis had moeten betalen was zij nu een rijke vrouw.

Gek van zichzelf, tja waarom niet mag je niet de draak steken met een woord dat zo algemeen ingeburgerd is?

Die is gek!
Zegt menig mensen, om duidelijk te maken dat het niet zijn of haar intentie is om het geen voorgehouden wordt op te volgen, het is in de heden daagse spreektaal een synoniem voor, nee dat ga ik echt niet doen.
Doe niet zo gek! 
Is een algemene benaming voor alles wat men buiten de algemeen gangbare norm beschouwd.
Gekkenhuis! 
Wie roept het niet als het er binnen een organisatie rommelig en stress vol aan toe gaat.

Zeg iets vreemds wat je toch wil delen met je omgeving, plak er 'zei de gek' achteraan en men moet er om lachen.
Gek, gestoord, of mental zoals de jeugd het tegenwoordig noemt, bestaat al zolang er leven is op deze planeet.

Van mijn zus mag ik het woord niet in de mond nemen, grappend refereer ik wel eens naar mezelf als; 
de gek.
Dat moet je niet zeggen Gaab! 
Je bent niet gek! Roept ze dan verontwaardigd. 
Ik ben haar zusje die ze lief heeft denk ik dan, geen gek zoals je die ziet in de media van nu.

Toch ben ik van mening dat je best mag laten zien dat je een mens bent met een stoornis gewoon om het taboe weg te halen.

Ik heb een link op facebook gezet naar mijn blog, de reacties waren bijzonder en indrukwekkend.
Gaab wat goed dat je er over schrijft, nooit geweten wat er precies met je is gebeurt, is de algemene reactie als ik het samenvat.

Ik ben blij met mijn blog, in de zin dat ik hier mijn ei kwijt kan en mensen kunnen lezen hoe een doodnormaal ogende dame haar gekheid en ook haar normale leven kan beschrijven.

Gek van zichzelf, gelukkig ben ik ook gek op mijzelf.

Slappe handen



De handdruk, het is een fenomeen op zich het is bedoelt als groet en als afscheid.
In zuid en oostelijke landen zoent men eerder, wij niet wij zijn niet zo klef we houden elkaar liever op afstand en schudden de hand, dat is genoeg lichamelijk contact.

Vroeger als 8 jarige leerde mijn opa mij een stevige handdruk geven, dit omdat ik over de honderd mensen de hand moest schudden na het overlijden van mijn omie.
De handdruk heb jij in de hand, fluisterde hij mij toe toen we opgesteld stonden voor de condoleance betuiging,
als jij als eerst knijpt knijpt de ander je hand niet fijn, geef nooit een slap handje je verlies het altijd.

Als achtjarige gaf ik mijn sterkste hand mijn opa keek goedkeurend als mensen de opmerking maakte dat ik voor zo'n jong kind zo'n stevige hand gaf.

Na afloop staken mijn opa en ik demonstratief onze rechterhand in de sneeuw, het was alsof je een geslagen stuk ijzer in het water liet afkoelen, voor mijn gevoel kwam de rook er vanaf.
Ik keek omhoog en zag de wolken naar de hemel stijgen,al waren ze niet van mijn handen maar kwamen ze uit de schoorsteen van het crematorium.
Dag lieve omie, daar ga je, ik rook de vage lucht van verbrand vlees.

Vier jaar later moet ik bij elke handdruk aan zijn advies denken, ditmaal op zijn crematie, bedankt lieve opa, dit keer steek ik alleen mijn hand in de sneeuw en kijk omhoog als ik ook jou zie vertrekken.

In de loop der jaren vergat ik zijn advies wel eens en kwamen zijn woorden weer boven als mijn hand werd fijn geknepen tijdens de begroeting, bij het afscheid was ik mij weer bewust van zijn woorden.

Handen schudden het is een gebruik waar je veel uit kan halen, het zegt veel over de persoon tegenover je.
Warme, koude, natte, harde, stevige, knokkelige en krakende handen, wie heeft ze niet geschud?
Ze blijven mij niet bij, op een soort na,
de slappe hand.....

Slappe handen wie kent ze niet, je geeft een hand maar krijgt niks terug, je knijpt voor je gevoel in een zacht stuk zeep.
Ooit gaf ik een nieuwe gynaecoloog ter verwelkoming op de afdeling een hand, boterzacht glibberde zijn hand hoor mijn vingers. Mja, dacht ik het is een gynaecoloog, in zijn geval pleit het waarschijnlijk voor hem.
Niet dus, deze man mag nooit aan mij komen was mijn conclusie na een halfjaar met hem gewerkt te hebben, het gezegde zachte heelmeesters maken stinkende wonden was van toepassing op zij functioneren, was het al af te leiden aan zijn handdruk?

Handen schudden je doet het met een ieder ook met de GGZ medewerker.
De psych die ik heb is een handen schudder waar ik veel uit kan halen, twee jaar gelden na een redelijke crisis moet ik met een regelmaat op haar matje verschijnen.
Het ging niet echt goed met mij, haar handdruk sprak boekdelen.

Weet je hoe ze mijn hand schudt?, zei ik tegen beste bipolaire vriendin.
Nee natuurlijk niet, zegt ze, ik zet mijn thee kopje neer en pak haar hand,
Zo, doe ik voor, ze geeft een zachte hand zonder kracht, die even knijpt en niet los laat, die weer knijpt op het moment dat ik mijn hand wil terug trekken.

Het eerste half jaar na mijn beslissing om te stoppen met onderhoud medicijnen gaf ze mij op deze manier een hand.
Een keer was ik het zat, en trok mijn hand bewust terug voordat ze er een tweede keer in kon knijpen.
De boodschap kwam over helemaal toen ik mijn opa's advies weer voor ogen had en haar hand bij het volgende afscheid bijna fijn kneep, ik voelde haar botten kraken.

Een paar maanden gelden was ik na lange tijd weer eens bij haar het gesprek was voor mijn gevoel gelijkwaardig, uit haar handdruk kon ik opmaken dat dit eens gelijk was, ze ga mij voor het eerst een stevige hand.
Slappe handen kunnen veranderen, mijn opa zou trots op haar kunnen zijn.

woensdag 25 januari 2012

Surinaamse weken




Het zijn Surinaamse weken! roep ik vrolijk bij binnenkomst.
Ik zwaai twee volle boodschappen tassen op het aanrecht, manlief en kindje kijken verbaast op.
Hoe zo?, vraagt manlief.
Kijk maar, zeg ik terwijl ik de pomtajer, de roti vellen en de madam Jeanette in de vriezer gooi.
Het zoute lemmetje de masala kerrie en de petjel verdwijnen in de voorraad laden.

Met kerst kreeg ik het Surinaamse kookboek van Ramon Beuk,
Terug naar mijn roti,cadeau van mijn ouders.
Naast mooie verhalen over de verschillende eetgewoonten van de verschillende culturen die de smeltkroes van Suriname kent, staan er zeer bruikbare klassiekers van de Surinaamse keuken in.
Ik ben er super blij mee, eindelijk een gebonden variant van de losse recepten die ik van mijn moeder kreeg.
Nou ja kreeg, het gaat meer zo;

Mama hoe maak je roti?
O, simpel meisje, gewoon kip masala kerrie, smoren enz. enz.
Mama hoe maak je pom?
O, simpel meisje gewoon kip pomtajer, in de oven, enz. enz.
Mama, hoe maak je pindasoep?
O, simpel meisje, bouillon pindakaas enz. enz.

Wat voor haar simpel is mislukt bij mij de eerste keer dat ik het probeer, ik ben inmiddels een redelijke hobby kok, maar de Surinaamse keuken die simpel lijkt is het niet.
Het fingerspitzengefühl is niet te beschrijven in een boek en kan niet uitgelegd worden door je moeder, het is uitproberen en op je bek gaan, het leren van je fouten.
Ik ben blij met mijn Ramon Beuk die de basis op papier heeft gezet, ik ga er mee aan de slag om uiteindelijk mijn eigen variant op zijn recepten te maken.

Pom ik heb mij er nooit aan gewaagt, de roti kip kerrie heb ik onder de knie maar pom, dat vond ik altijd een brug te ver.
Ramon beschrijft de bereiding op een simpele manier, o is dat alles denk ik als ik het lees.
Ik besluit om eindelijk eens over de drempel van de dreigende mislukking te stappen, en rijdt na mijn werk naar de toko.
Ik geniet van de hoeveelheid producten die de toko biedt, voor mijn dochter koop ik een paar blikjes zuurzak, een drankje wat buiten Suriname niet bekend is.
Ik vul mijn kar met alles wat ik niet kan kopen bij de AH.
Zo! dat is een voorraad, denk ik tevreden.

Ik zit lekker in mijn vel, koken is mijn dagelijkse lust als ik mij goed voel, ik heb veel inspiratie al weet ik dat te veel inspiratie in mijn geval niet goed is.
Ik kijk in mijn kar en denk, dat gaat het worden, het worden de Surinaamse weken!

Mijn man kijkt bedenkelijk als ik iets te enthousiast mijn voornemen voor de aankomende tijd uiteen zet.
Mmmm, zie ik hem denken gaat het wel goed met haar? Ze is weer druk.

Ik weet ook wel dat het iets te top gaat, maar zet mijn overvloed aan energie om in uiterste concentratie, ik bak mijn eerste pom, maak BB en R, en bak mijn eerste Surinaamse pastei, mijn dochter krijgt haar favoriet, roti, aan het einde van de week.

Het zijn Surinaamse weken in mijn hoofd gelukkig ook op mijn tafel.


Strak in de lak



Een assistent in opleiding beschreef mij in haar rapportage eens als volgt;
ik zie een forse dame haar gezicht heeft vrijwel geen mimiek
(gek hé als je zo veel medicijnen slikt!) haar nagels zijn mooi rood gelakt.

Nagellak is er voor mij maar in één kleur,
rood, diep rood,
altijd als ik mijn nagels schilder is het slechts in die kleur.

Ik ben van Indiaanse komaf rood is een oorlogskleur voor mijn voorouders dan, voor mij is het de beste kleur die bij mij past.
Roze, paars, lila, grijs, blauw,
eigenlijk staat het niemand en helemaal niet de mens met het zogenaamde
warme bloed en de getinte huid.

Ik sta altijd stak in de lak, ook als ik mij niet goed voel het is een stukje, of een bijna rituele bezigheid die ik uitvoer in tijden dat het kan dan.

Vroeger toen ik in de verpleging werkte waren ze kort en niet gelakt als ik werkte.
Het is nu eenmaal niet hygiënisch om met lange nagels je patiënten te bedienen en bovendien collega onvriendelijk, til technieken vereisen een samenwerking in handelingen waarbij je letterlijk het vlees van je collega doorboord als je te langen nagels hebt.
In mijn vakanties liet ik ze weer groeien, en voorzag ik ze van het laagje wat ook als niet hygiënisch werd bestempeld.
Tegenwoordig laat is ze naar hartenlust groeien in de wintermaanden dan, als de zeilen weer op mijn boot kunnen gaan mijn nagels eraf, ze zijn mooi maar niet functioneel, ik heb zo mijn prioriteiten.

Strak in de lak stonden mijn nagels toen ik psychotisch werd afgevoerd naar de separeer.
Rood als in het feit dat ik oorlog voerde met mijn interne ik en de buitenwereld die voor mij werd bepaald.
De lak en de lange nagels werden gebroken, als ik de rapportage terug lees was het een letterlijk gevecht.

Ik zat alleen, alleen in een ruimte, mintgroen met een raam met plexiglas aan de binnenkant en een dikke deur met een luikje,een matras een klok en een krijtbord.
Ik keek naar mijn handen, twee waren er gebroken, de rest zat allang niet meer stak in hun lak, wat is er gebeurd?
Flitsen van worstel partijen komen terug,

Mevrouw dit gaat echt niet langer we gaan nú ingrijpen, hoor ik een vrouwen stem zeggen. Ondanks dat ik lig wordt ik alsnog ruw op mijn buik gedraaid.
Het lullige scheurbroekje wordt verwijderd.
De naald steekt diep in mijn ziel.

Ik werd wakker een jong gezicht in witte jas keek mij met minachting aan, ik keek om hoog en zag een infuus hangen.
Ik wilde niet leven en dit ding, mij wel bekend ,zorgt ervoor dat ik in leven blijf, weg ermee.
Ik wil het verwijderen, grijp ernaar, mijn hand kon ik slechts een paar centimeter verplaatsen, de fixatie beperkt mijn wens.
Ik keek naar mijn benen, ook die waren onderhevig aan de zelfde beperking.
Ik zat vast,
vast aan het leven.
Met minachting in zijn ogen spoot het jonge gezicht een middel in het infuus.
Hij en ook ik hebben de belofte voor het redden van levens afgelegd.
Hoe kan je!, lees ik in zijn ogen.
Zijn minachting voor mijn wens had ik ook ca. 15 jaar geleden.

Ik kijk naar mijn nagels en voel mij intens verdrietig, wat is er met mij gebeurd?
Ik wil een vijl en een flesje aceton maar dat krijg je niet op deze plek.
Ik brokkel de restanten van de lak.
Dit, dit gaat mij nooit meer gebeuren neem ik mij voor.
Ik vijl mijn nagels aan de mint groene muur.
Langzaam keer ik terug in de realiteit.

Rood, donker rood schilder ik mijn nagels, nog steeds en al jaren, ze zijn gebroken maar groeien weer aan, ik knip ze af als het moet, laat ze groeien als het kan, omdat ik van ze hou.
Soms breekt er wel eens een maar nu door mijn eigen onhandigheid.
Ik verzorg ze en zet ze nog steeds met liefde,
strak in de lak.

Therapeutisch troetel dier.




Ik loop met mijn dochter en haar beste vriendinnetje door het tuincentrum, het regent en om te voorkomen dat de meiden de hele middag voor de TV hangen heb ik ze meegenomen naar dit gratis en overdekte speel paradijs.
Ze rennen door de paden, verstoppen zich voor me en gieren van het lachen als ik ze heb ontdekt.
Ik kijk wat rond bij de kamerplanten op zoek naar een leuk klein exemplaar, het plantje op mijn salontafel heeft mij weer niet overleeft.
Ik moet eerlijk bekennen dat is ze af en toe expres dood laat gaan, levende dingen kan ik niet weg gooien als ik ze zat ben, dode wel.

Elk modern tuincentrum heeft een dieren afdeling, hoe je ook loopt je komt er altijd langs, de lucht van verpakt voer en plastic animatie beesten voor je huisdier maken mij vaak misselijk.

Vandaag niet, ik zie namelijk de ultieme hondenmand, een mooi gevochten exemplaar met een kussentje,  mijn hond van vroeger zou er jaloers op worden.
Ik zou er zelf in willen gaan liggen, als ik die maat had tenminste.

Een hond, die trouwe viervoeter, ik heb ze mijn hele jeugd om mij heen gehad en er van genoten. Wat een waardevol bezit, of eigenlijk onderdeel van een gezin.

Ik bekijk de mand en denk aan een opname uit het verleden.
Ik zit buiten een sigaret te roken met Ton, een alleenstaande oudere man met de zelfde aandoening.

Ze hebben voorgesteld dat ik een hond moet nemen!, zegt hij zuur trekkend aan zijn sigaartje.
Waarom? Vraag ik.
Dat is goed voor mijn structuur, ik heb dan een rede om een paar keer per dag naar buiten te gaan.

Ton is een nacht braker, en kan naast zijn aandoening geen afstand nemen van de fles.
Elke keer als hij op verlof is geweest moet hij blazen en krijgt hij een standje als het apparaat weer rood uitslaat, meer kunnen ze niet doe, behalve goede alternatieven aandragen om zijn leven enigszins op de rit te krijgen.

Een hond, als therapeutisch troetel dier, is eigenlijk geen gekke gedachte.
Als ik terug kijk naar mijn depressies, was er ondanks het feit dat ik een dochter heb geen rede om mijn huis uit te gaan, ik bleef in bed en kwam niet buiten, frisse lucht daar ben ik allergisch voor als ik me zo voel.

Ik zie het al voor me, de depressie die ooit weer komen gaat,
het beestje wat onder aan de trap staat te huilen als ik met moeite mijn dochter naar school heb gestuurd en het liefs mijn bed weer in duik.

Ik wil naar buiten! piept het. Nee ik moet naar buiten!, tenzij je nu een hondentoilet voor mij creëert in de huiskamer., architectonisch zal het best mogelijk zijn, een afvoer put voor je hond creëren in je woning, maar nee niet in mijn leven.

Ik zie mijzelf al tegen heug en meug die trap af komen en het aanblik, het klein kriebel beestje dat al aan komt lopen met de riem in zijn bek, baas ik wil naar buiten ga je mee?

Geestelijk gezien heb ik geen zin, dankzij de depressie en toch is het voor mijn een noodzaak om mijzelf en het beestje uit te laten.
Een stukje therapie om je donkere dagen door te komen ook als de zon schijnt.

Ik neem het mandje in mijn hand, ze komt er, niet alleen voor mij zal het een therapeutisch troetel diertje zijn mijn gezin zal er ook van genieten.
Net als ik vroeger en nu.

maandag 23 januari 2012

LIVING ON THE EDGE



Ik slik geen onderhoudsmedicatie, schrijf ik anderhalf jaar geleden op een forum.
O, dan zal je het wel niet zo erg hebben is de reactie.
Ik voel een tegenreactie in mij opborrelen.
Niet erg! Een Bipo 1 stoornis met psychoses wat mij een reeks opnames heeft opgeleverd? Niet erg!
Ik hou mijn reactie voor me, ik hoef mij niet te verdedigen tegenover mensen die ik niet ken, ook niet tegenover mensen die ik wel ken.

Onderhoudsmedicatie, een must als je een bipolair 1 stoornis hebt en het in je familie voorkomt, tenminste dat zeggen de richtlijnen.
Ik geloof er niet in, weet wel dat er medicijnen nodig zijn als ik van het padje dreigt af te raken, en zet ze dan ook in.

Living on the edge, waar is de grens tussen het normale en het abnormale?
Is het mogelijk om als een koorddanser je evenwicht te bewaren?
Is het zo dat je als je je niet evenwichtig voelt je de balancerende stok kan inzetten?
Een stok, als een stok achter mijn deur, die er voor zorgt dat de balans tijdelijk wordt ondersteund?

Ik beweeg mij op de grens, of zoals de psych in haar rapportage schreef na een jaar onderhoud vrij te zijn;
Het blijft, soms op het scherpst van de snede, goed gaan.
Het beeld lijkt niet te verslechteren in de tijd, mw. is zich bewust van het feit dat het ook minder goed kan gaan.
Living on the edge, mijn uitzicht is soms een diep dal ik pak mijn balans stok en manoeuvreer met moeite, ontwijk de diepte en zorg er voor dat ik niet van een al te hoge berg  hoogmoed val.

Het koord doet soms pijn tussen mijn tenen. 
Het vergt veel energie en discipline om op het dunne draadje te blijven balanceren, het is de uitdaging die de pijn verzacht.
The edge is er niet als je blijft manoeuvreren, je evenwicht weet te bewaren, soms met een hulpmiddel, als het koord te slap gespannen staat.






STORM IN MIJN HOOFD



Soms staat er windkracht 7 tot 9 niet alleen aan de kust maar vooral in mijn hoofd, het is dan stroom tegen wind.
Als de stroming tegen de wind in loopt werken de golven zich op en maken kuiven van schuim als een protest voor het feit dat ze tegen gewerkt worden.

Storm, het stormt vooral in mijn hoofd.
Golven beuken, de wind giert om mijn hoofd ik weet dan niet meer waar mijn doel is, het is allemaal onzichtbaar, ik kijk maar kan het volgende navigatie punt niet vinden, het gevoel van paniek bekruipt mij, kut ik ben de weg kwijt.
De zee is een grote grijze golvende massa, ik ben een speelbal van de natuur,ik mis de grip het uitzicht op het land wat veiligheid betekend.
Het stuur van mijn schip is niet meer mijn houvast, ik versta de kunst om stuurloos rond te dolen, de golven worden vaag de wind ruist in mijn oren, ik weet niet meer waar ik ben ik kan me niet meer oriënteren.
Langzaam zak ik in het zwarte gat waar menig drenkeling in is beland, ik snak naar adem maar voel allen het zilte water mijn longen binnen lopen.
Ik ben niet meer ik hoef niet meer ik ben een met de zee, ik kijk omhoog en zie het licht van de maan het aanblik van het leven.
Het is niet meer mijn aandeel dat telt voor het leven, de storm in mij heb ik verzopen in de diepte van de zee.
De storm is niet meer, diep onder het water.
De serene rust omhult mij ik hoef niet meer het is voorbij.

De diepte van de zee geeft mij rust, het is het water de gewichtloosheid die uiteindelijk er voor zorgt dat ik weer aan de oppervlakte kan drijven.

Met een regelmaat stormt het in mijn hoofd, gevoelsmatig laat ik mijzelf dan zinken in de diepte van de zee, ik hoef niet bij elke storm de zeilen bij te zetten af en toe spring ik over bood en en neem mijn rust, in de diepte van de zee.

Gaab schreef haar verdriet van zich af een stukje psychose en het feit dat je niet altijd moet maar ook mag dealen met het feit dat je anders bent en soms anders wenst, het feit dat ik af en toe medicijnen nodig heb omdat ik anders verzuip.
Mijn ballast zet ik over boord, het is helaas niet anders het houdt mijn schip drijvende.



SUBURBAN BLUES







Ik ben vrij aankomende donderdag!, roep ik bijna door de telefoon. Wat zullen we gaan doen?
Het is stil aan de andere kant van de lijn, mijn beste bipo vriendinnetje is duidelijk overvallen door mijn directe voorstel.

Vroeger en dan praat ik over een jaar geleden en de twee jaar daarvoor was de donderdag onze dag. We dronken dan een kop koffie bij elkaar of in het dorp of we liepen een paar uur door het bos.
Ik ken haar nu ruim drie jaar we hebben elkaar leren kennen tijdens een opname, we hebben beide de diagnose bipolair 1 stoornis, beide hebben een gezin, beide zijn wij onze baan verloren.

De ziekte maakt veel kapot dat weten wij beide we verloren maar hebben elkaar kunnen ondersteunen in het verlies en de vraag hoe pas je het ziektebeeld in je gezin en je leven.

De frequentie van onze afspraken is een stuk minder geworden sinds ik weer werk en zij bezig is met een opleiding om weer aan de slag te gaan, maar toch we bellen met een regelmaat, ach zeg maar rustig bijna dagelijks onder het koken.
Wat maak jij vandaag? wat hebben jou kinderen uitgespookt? wat heeft je man nu weer te zeiken! Het is ons rust puntje op de dag als alles druk is en wij even naar elkaar ventileren hoe het nu eigenlijk is om als bipo mama en echtgenoot in het leven te staan.
Het is ons bijna dagelijkse recht naast het aanrecht.

Donderdag ben ik vrij! Eindelijk weer een good old dagje bipo daten! Kan jij, en wat gaan we doen. Ik vergeet even dat ook zij een sociaal leven heeft.
Even in mijn agenda kijken of ik kan, zegt ze nuchter.
O,ja ik heb geen afspraken wat zullen we gaan doen?
Naar de stad, zeg ik, koffie drinken en ff ergens lunchen mijn cadeau voor jou verjaardag, of wat nog leuker is naar de Albert Cuyp, hoe lang geleden ben jij daar geweest?

Beide hebben wij jaren in de stad gewoond beide wonen er al enige jaren buiten, als er kinderen komen dan kan je twee dingen doen, op je boven woning blijven wonen of verkassen naar de iets goedkopere buiten wijken van onze wereldstad, huisje, boompje, beestje zal ik maar zeggen.

Als ex stads mens droom ik ervan om ooit weer terug te keren naar het fenomeen hoofdstad en de stadse rijkelijkheid. Het zit hem niet in de vierkante meters grond oppervlakte maar in het intense genieten van het feit dat alles op steen worp afstand ligt, het op de fiets kunnen komen op plekken die menig toerist per toeristenbus moet bereiken dat is de rijkdom van de stad.

Te gek! Ik heb er zin in, lekker naar de stad, zeg ik, ik ben om ca.10 uur bij je dan pakken we de bus of sneltram, jij weet vast wel welke nummertjes we moeten hebben om op de markt der markten te komen van af je huis.

Vroeger woonde ze om de hoek bij de Cuyp en kent de buurt veel beter dan ik, ik hobbel heerlijk achter haar aan, en hoef niet te denken waar die ene winkel ook alweer is, zij weet ze te vinden beter dan ik.
We lunchen bij een Surinaams eettentje, ik neem roti zij pom we kletsen gezellig met de dames aan de tafel naast de onze.
In de winkels en bij de kramen is er altijd even een lolletje met de detaillist of een goed gesprek over het weer.

Jezus, wat heb ik dit gemist die gezelligheid het kletsen met mensen die je niet kent, gewoon even lullen over niks, zeg ik tegen haar als wij bij de tramhalte terug naar huis staan.
Dat mis ik nu zo in het leven in de buitenwijk, mensen zijn nors en er heerst een ieder voor zich mentaliteit.
De stad bruist, ook als het regent, geweldig toch ik wil uiteindelijk weer terug, hier weer wonen.

Mijn bipo vriendin slaak een zucht.
Nee ,zegt ze, ik voel mij verdrietig als ik hier weer ben en vraag me af waarom ik hier zo lang heb gewoond, die drukte het rommelige straatbeeld en het stadse leven, niet meer mijn ding, begrijp mij goed ik vind het leuk om hier weer te zijn maar ik mis het voor geen meter.
Geef mij maar de gestructureerde woonwijk waar ik nu woon.

We pakken de sneltram naar huis, terug naar suburbia, terug naar het stukje gestructureerde nieuwbouwwijk, terug naar het huisje boompje en beestje.
Ergens heeft ze gelijk het is er lekker rustig en ruimtelijk, maar toch ik mis het en zou met liefde terugkeren naar deze stad.
Ook ik voel me even verdrietig, maar dat komt pas als ik weer thuis ben en naar mijn gestyleerde nieuwbouw straatje kijk.
Ik heb even last van de suburban blues............

zondag 22 januari 2012

TREK OPEN DIE FLES!

En dan het liefs een fles Moët en Chandon brut Imperial, ze is geboren mijn blog, mijn kindje om mijn irritaties en verhalen te schrijven. Ik ben Gaab en schrijf over mijn leven met een psychische aandoening, af en toe schrijf ik een verhaaltje uit het verleden, mijn trauma verwerking, alvast bedankt voor het lezen!