woensdag 29 januari 2014

Twijfelaar



Dat ben ik dus absoluut niet, een twijfelaar, manlief daar in tegen juist wel, ik ben altijd die gene die knopen doorhakt als het gaat om beslissing, als in het verleden, ons huidige huis kopen of waar we heen varen met de boot of dat hij die jas nu wel of niet moet nemen, ik ben de eerste die zegt dat gaan we doen.

Er is slechts een punt waarin ik de grootste twijfel kont ben die er maar bestaat en dat is bij het gebruik van medicijnen die een invloed hebben op je psyche.

In periodes dat het minder gaat neem ik vaak een besluit, het gevoel dat ontregeling met zich meebrengt is overweldigend in negatieve zin.
Er moet wat gebeuren, denk ik dan zo houd ik het niet langer vol.
Ik onderken dan voor mijzelf dat ik wat moet gaan gebruiken iets wat rust geeft in die draaikolk van gedachten die mijn leven overheerst, ik zit er dan doorheen en kan nog amper functioneren.

Mevrouw de psychiater was vast blij met het telefoontje wat ik afgelopen december met haar pleegde, ik gaf aan weer medicijnen te willen slikken omdat het niet meer vol te houden was.
Eindelijk, zal ze hebben gedacht, eindelijk wordt ze verstandig en onderkent dat ze een ziekte heeft die alleen met medicijnen te bestrijden valt. De diagnose op AS 2, borderline trekken verdween meteen uit mijn dossier............

Ik moet zeggen dat het enigszins rust gaf in mijn hoofd het besluit om weer met medicijnen te beginnen, de support vanuit het thuisfront en mijn vriendenkring was groot, ik hoefde alleen nog even langs het laboratorium om mijn bloed te laten testen en dan zou ik beginnen met Lithium.

Maar dan...,dan slaat de twijfel toe gestut door een periode van redelijke rust komen de twijfels naar boven, is het echt nodig?
Gooi ik nu niet vier jaren van hard werken zonder onderhoud medicijnen tegen de aandoening met een wel gemikte curve in de prullenbak,?
Kan ik die depressie die meestal volgt op een manie niet gewoon weer te lijf?
En wat nou als die depressie helemaal niet komt, slik ik dan voor niks die rommel?

Dat soort vragen, je weet namelijk niet of je een depressie krijgt en als je medicijnen slikt dan wordt dat hoofdstuk als het goed is afgedekt, maar wie zegt dat er niet voor deze keer geen depressie volgt?

Daarnaast rijst de vraag, moet ik wel met een paardenmiddel als Lithium in zee gaan of kan ik het af met lichtere middelen, bijvoorbeeld Lamotrigine wat veel minder bijwerkingen heeft.

Ik twijfel, en twijfel, en twijfel maar door.
Ik kan de motivatie niet opbrengen om langs het lab te gaan, vind duizend en één excuses.

Iets wat ongeduldig vraagt mevrouw de psychiater waarom ze nog geen lab uitslagen van mij binnen heeft, ik uit mijn twijfel, over het herstarten van medicijnen en de vraag of Lithium, met al zijn bijwerkingen, wel echt nodig is of dat ik het met minder af kan.

Lithium is eerste keuze omdat het ook tegen de manie werkt, zegt ze, Lamortigine geven wij bij bipolair 2 patiënten, omdat de hypomanie waar zij last van hebben minder schadelijk is dan de manie, waar mensen met een bipolair 1 diagnose wel last van hebben.
Wij gunnen de mensen de hypomanie, zegt ze nog.
Dat is voor mij de doorslag, ik heb mijn manieën redelijk in de hand kan ze goed te lijf met Haldol, mijn hypomane periodes kan ik goed gebruiken omdat ik dan bijzonder creatief ben, en dat is fijn als je keukens ontwerpt.

Ze kan in mijn motivatie voor het middel met minder bijwerkingen komen en gaat akkoord.

Het recept is binnen, ik hoef alleen maar even naar de apotheek om het op te halen maar bedenk weer duizend en één excuses om niet te gaan...
Ik wordt gek van die twijfel!




zondag 19 januari 2014

Weekendje weg



Voor alle mensen die het weekend weg prefereren, boven het weekend thuis is er het weekendje weg verzonnen, alsof het weekend in een andere omgeving meer soelaas bied dan de bank die het doordeweekse vertegenwoordigd.

Ik heb makkelijk lullen wij zijn namelijk in het rijke bezit van een boot, ons tweede huis wat drijft en ons naar plekken brengt die geen hotelkamer kan evenaren, sportief gezien is het zicht van de haven en het biertje wat je opentrekt een rijkdom die wij elk weekend mogen begroeten, als het zeil seizoen daar is dan.
En dan dan zijn er die maanden dat het scheepje niet gebruikt kan worden, omdat wij in Nederland nog steeds een winter kennen, al vraag ik mij dit jaar af waar het het onder het vriespunt die de winter vertegenwoordigd blijft. De vogels fluiten alsof het lente is de knoppen en zelfs sommige bloemen komen al uit, waar blijft dat koude kut weer?

Dit weekend ging ik weg, weg van al mijn gedachten over hoe ik nu het leven moet bevatten en wat wijsheid is, ik nam rust wil niet meer denken over pillen, poli bezoeken en het pijnlijke leven.
Het weekendje weg was het uitnodigen van manlief zijn vriend en zijn vrouw, die nog nooit ons huis hebben gezien en dat terwijl wij er reeds zes jaar wonen,

Ik kookte mijn klassiekers, pompoen soep met een oosterse twist en natuurlijk roti, het zijn thuiskomers die ik met liefde kook, ik voel mij thuis in mijn huis maar met een regelmaat ook een vreemde, elke keer herbeleven ik die thuiskomst opnieuw alsof ik weer thuis kwam na maanden opgesloten te hebben gezeten.

Sommige periodes uit je leven maken een diepe indruk op je, zo kan ik vaak 's avonds als ik naar bed ga even op mijn trap gaan zitten en mijn woonkamer bekijken als of ik er net woon, omdat ik het huis heb gemist de eerste jaren dat wij hier kwamen wonen omdat ik anderhalf jaar over een periode van twee jaar van mijn leven in instellingen heb gezeten toen wij dit huis betrokken.

Na zes jaar laten wij het huis aan onze vrienden zien alsof wij er net wonen en zo voelt het ook voor mij elke keer voel ik weer het geluk dat het uiteindelijk is gelukt om alles vast te houden en te genieten van hetgeen wat weg leek te vallen, het weer terug te pakken, die betonnen hut, die je een eigen invulling geeft, je eigen maakt en een stukje schoonheid geeft omdat je er liefde in hebt gestopt.

Dan besef je dat je niet een weekendje weg hoeft te gaan maar mag genieten van hetgeen je hebt.
Een weekend weg is het thuiskomen....




maandag 13 januari 2014

Leven met labels.



Op maandag middag zit ik achter de lotgenoten lijn voor de vereniging van manisch depressieve mensen en betrokkenen, ik doe dit vrijwillige werk inmiddels bijna twee jaar.
Toen het beter met mij ging na twee jaar onderhoud medicijn vrij te zijn besloot ik wat terug te doen voor mensen die net als ik worstelen met de ziekte door een luisterend oor te bieden, een paar uur in de week, inmiddels heb ik een aantal vaste bellers die weten dat ik er op maandag middag ben, het is leuk om regelmatig contact te hebben met deze mensen.

De lijn wordt de laatste tijd druk bezocht vooral door depressieve mensen.
Het is winter en vele behept met deze ziekte hebben last van winter depressies.
Ik vind dit de moeilijkste gesprekken omdat door de depressie de mensen die bellen bijna aangespoord moeten worden om wat te zeggen, vaak komt het gesprek stroef op gang maar uiteindelijk lukt het mij redelijk om de persoon te laten praten over het gevoel van onmacht en, het overkomt je, wat de depressie met zich mee brengt.

Soms moet ik op mijn tong bijten, als mensen traag spreken om niet te gaan invullen voor hen, het zijn vermoeiende gesprekken, en wat mij heel erg opvalt dat het wel eens lijkt of sommige van deze mensen vinden dat ze depressief moeten zijn omdat het bij de ziekte hoort.

Ik zal een voorbeeld geven, vandaag belde een vrouw, ze had in korte tijd twee begrafenissen gehad en dus is ze nu depressief, zegt ze.
O wat vervelend, zeg ik, je bent twee dierbare verloren in korte tijd......
Nee hoor, zegt ze opgewekt, het was een oud collega van mijn man en een oud tante die ik nauwelijks kende, maar ja je weet het hé dit zijn 'life events', dan krijg je een depressie.
Verbouwereerd en geïntrigeerd luister ik naar het relaas van deze vrouw. Wat?
Mag ik vragen hoe u zich voelt in de depressie?
Nou gewoon ik heb niet zo veel zin in dingen, en ik ben moe, dat is het eigenlijk, maar nu moet ik ophangen, zegt ze monter, ik ga zo nog even boodschappen doen en dan komt mijn vriendin gezellig even thee drinken, bedankt voor het gesprek!

Ik staar verbaast naar de telefoon en vraag mij af in hoeverre het label manisch depressiviteit een vreemd stempel drukt op mensen, hoe gezond is het eigenlijk om mensen te labelen is het niet zo dat er mensen als deze vrouw daar naar gaan leven?

Ik ben gelukkig weer een label kwijt naast de manisch depressieve stoornis heeft er jaren de persoonlijkheidsstoornis borderline in mijn dossier gestaan, en waarom?
Niet omdat ik een borderline persoonlijkheidsstoornis heb maar omdat ik een lastige klant ben die niet zomaar alles aanneemt wat mij verteld wordt, en dan heb je dit label snel te pakken in de psychiatrie.
Om vast te stellen of ik inderdaad een borderliner, zoals ze in de volksmond worden genoemd ben, is er toen ik bij de poli kwam waar ik inmiddels vijf jaar zit, zonder het mij medegedeeld een persoonlijkheidstest afgenomen om vast te stellen of ik een borderliner ben.

Ik bleek absoluut geen borderliner te zijn, toch liet mevrouw de psychiater onder het kopje persoonlijkheidsstoornis; trekken van cluster B, waaronder borderline valt staan.
Het is weliswaar een afgezwakte variant van borderline maar ik was het niet met haar eens, vroeg haar dan ook wat ze daar mee bedoelde.
Je kan nogal eens fel en soms ongepast uit de hoek komen, is haar antwoord.
Ik heb zin om fel en ongepast uit de hoek te komen, maar bedenk mij dat ik dan alleen maar bevestigend bezig ben.
Dat ik een temperamentvol karakter heb en mijn ongenoegen vaak wat ongenuanceerd ventileer omdat ik mijn buik vol heb van jullie, lijkt mij geen stoornis slechts een normale reactie op alles wat ik met jullie heb meegemaakt...,is mijn iets meer genuanceerde reactie.

Ik zou toch maar een denken dat ik een borderliner was, dat ik de wereld zwart wit mag zien in goed en fout zonder nuance, mijn vrienden aantrekken en afstoten en af et toe hysterisch mag zijn van mijzelf omdat dat bij het ziektebeeld hoort, that is so not me....

Net zo goed als ik niet elke 'life event' beschouw als een potentiële ontregeling voor de aandoening waar ik wel last van heb, ik leef niet naar een label, weet alleen dat ik rekening moet houden met de mogelijkheid tot ontregeling maar dat het niet per definitie zo hoeft te zijn.

Vorige week kreeg ik mijn nieuwe behandelplan onder ogen.
Tot mijn genoegen is het label 'trekken van cluster B' uit mijn behandel plan geschrapt, zou dat komen omdat ik nu in haar ogen braaf meewerk en overweeg weer medicijnen te slikken?
Ik ga het haast denken.............






vrijdag 10 januari 2014

Denkt u wel eens over de dood?



Vast wel, als een angstig eindpunt wat het einde van het leven betekend, de enige zekerheid die je hebt in je leven en die je zo lang mogelijk wilt uitstellen, gewoon het hoort bij het leven dat weten wij allemaal maar het is een ver van mijn bed show voor mensen van onze leeftijd.

Ik weet dat ik als kind al wat met de dood had, ik was er bang voor, lag soms nachten waker van het beangstigende idee dat mijn ouder dood konden gaan maar betrok het toen nog niet op het feit dat ik zelf ook een keer dood zou gaan.

De dood ik heb het in mijn verpleeg jaren veelvuldig van dichtbij meegemaakt, in het begin maakte het een diepe indruk op mij, ik weet nog die eerste keer dat ik een dode vrouw zeer onaangenaam zag liggen in haar bed uitgemergeld door de kanker, ze had gevochten voor het leven om maar bij haar twee puberende zoons te kunnen blijven het was schrijnend om te zien, haar gelaat had niet de rust en vrede die ik wel zag bij mensen die een vol leven hadden gehad en vrede hadden met het feit dat hun leven ten einde was. Het leven en de dood kwam dichtbij ook in deze periode had ik vaak depressieve periodes waarin ik nauwelijks mijn werk kon volhouden.

Mijn eerste depressies ontwikkelde ik in de pubertijd, achteraf gezien.
Ik had periodes van diep denken zoals ik het toen noemde, ik dacht veel over het leven en vooral over de dood, dacht dat normaal was, dat iedereen dit soort periodes had.
Ik kon uren met mijn hond door de bossen lopen en de grijsheid van het leven beschrijven voor mijzelf, de zin en vooral de onzin van het bestaan.

Later, midden dertig kwam de depressie steeds duidelijker naar boven, het krijgen van mijn dochter was de trigger voor iets wat al latent aanwezig was, de drukke baan in combinatie met een man die veel in het buitenland was, en de zorg voor kindje maakte dat ik definitie van het padje raakte.

De eerste gemende episode diende zich aan, het is een combinatie van een depressie met de kracht van een manie, je hersens tollen op een ongekende hoogte in een depressieve maalstroom, die je duwt richting de wens om eeuwige rust te hebben, ik denk dat Antonie Kamerling hier aan is overleden ik herken veel in zijn verhaal, je wilt eigenlijk niet dood maar je hersenen nemen een bizarre duikvlucht met de snelheid van een orkaan je kan het proces niet meer stoppen, ja dat kan je wel met de eeuwigheid die rust geeft.
Waar het hem gelukt is mislukte mijn poging, ik werd op tijd gered door de crisis dienst ik zal de details besparen.

De jaren daarna waren een opeenvolging van manieën en depressies die ongekende hoogte en diepte punten kende, en altijd in het ziekenhuis eindigde, ik weet nog dat ik dagelijks zwaar depressief langs een pad liep, tijdens mijn laatste opname, van het ziekenhuis richting de Amstel.
Als een oude vrouw slofte ik met moeite langs het padje met een sloot erlangs, halverwege moest ik altijd uitrusten omdat ik eigenlijk niet meer kon lopen, maar ik moest voor mijn gevoel naar het water, naar de Amstel want daar lagen boten en daar moest ik naar kijken, toen ik weer eens een keer uitgeput op het bankje zat zoog het water mij naar zich toe.
Kom, zei het zachtjes, stap maar in, het is winter dus binnen no time ben je onderkoeld.
De verleiding is groot ik sta op en schuifel naar de waterkant, steek nog een sigaret op om het afscheid te vieren.
Op dat moment fietsen er twee puber meisjes langs.
Mevrouw, zeggen ze als ze afstappen, mevrouw, mogen wij u iets vragen?
Ik kijk om naar deze blozende meisjes.
Ja wat willen jullie vragen? Zeg ik verbaasd.
Mogen wij een sigaret van u?
Hun vraag brengt mij terug in de realiteit, ik geef ze beiden een peuk uit mijn pakje voorzie ze van vuur, giechelend rijden de meisjes verder.
Ik had op zijn minst moeten zeggen dat het dodelijk is, bedenk ik mij als ik ze nastaar en denk aan mijn dochter.
Ik mag nog niet dood besluit ik, ik moet blijven leven voor mijn kind, haar vertellen dat roken dodelijk is nee ik ga het anders doen als zij wilt roken dan steekt ze maar samen met haar moeder een sigaret op dat zal een dooddoener zijn voor haar, het mogen roken, de spanning van het stiekem doen is dan weg, haha, dat is de aanpak!!
Ik loop verder, naar de Amstel, kijk naar de boten, en doorzie de mind fucker die depressie heet, de medicijnen die ik inmiddels twee weken slik beginnen te werken, twee weken later ben ik weer thuis.

Het denken aan de dood is nooit meer verdwenen inmiddels accepteer ik het als een onderdeel van mij, ik vind het een geruststellende gedachte dat ik uiteindelijk dood mag en daarin ben ik waarschijnlijk een vreemde, ik omarm het leven omdat het gelukkig waardevol genoeg is om het mee te maken maar er zijn periodes dat ik mij niet zo voel daar zijn pillen voor uitgevonden die ik maar moet slikken voor mezelf maar ook voor mijn omgeving..
Denkt u wel eens aan de dood?
Ik wel, het is niet mijn vijand nog mijn vriend. 





donderdag 9 januari 2014

Het uur van de waarheid



Ze noemt mij jonge dame als ze mij uit de wachtkamer plukt, ik kijk haar aan met het cynisme wat mij past.
Jong?, reageer ik, dat is ruim tien jaar geleden het geval geweest.
Ik ben geen jonge dame meer dit jaar tik ik de 45 jaren aan,en ben dan midden 40 dat is dus halverwege het ijkpunt die algemeen gezien wordt als, je bent niet meer jeugdig, de 50.
Zeg, zoveel schelen wij niet in leeftijd, zeg ik haar, als we naar de lift lopen.
En nog een ding, zeg ik, je zit toch op de eerste verdieping?
Ja.
Dan nemen wij de trap, kom op zeg wat een onzin een verdieping hoger dat loop je toch gewoon?
Dat is inderdaad gezonder, zegt mevrouw de psychiater, kwiek loopt ze voor mij het betonnen trappenhuis binnen en sprint bijna naar boven.
Ik heb geen zin om in haar tempo te volgen, sta niet in de startblokken van genot om het gesprek te beginnen.
Ze merkt dat mijn tempo lager ligt en past het hare aan.
Het is mij al eerder opgevallen dat deze mensen dat doen, zo liep ik eens zwaar depressief achter een assistent psychiater aan die ook in hoog tempo liep, zodra ze merkte dat ik niet volgde paste zij haar tempo aan.
In de rapportage die ik later op vroeg stond beschreven dat de motoriek van de patiënt, ik dus vertraagd was, het observeren begint op het moment dat ze je komen halen, niet pas in de spreekkamer.

Met een ernstig gezicht kijkt ze mij aan als we gaan zitten, ik weet nu weer waarom in een hekel heb aan 'live contact', elke keer kijkt ze me strak aan en probeert mijn blik vast te houden.
Ik kijk niet graag mensen die niet tot mijn vriendengroep of familie behoren lang aan, vind het ongepast en doe het alleen als ik heel erg boos ben op een vreemde, en boos ben ik niet meer op haar dus draai ik als eerste mijn ogen weg, staar naar buiten waar werkmannen met een grote kraan bezig zijn, veel boeiender.
Hoe gaat het nu met je? Ze stelt de standaard opening vraag.
Ik kijk haar weer aan haar gezicht staat nog steeds ernstig, weer die poging om mijn blik vast te houden, ik kijk weer naar buiten de mannen zijn bezig de hijskraan in stelling te brengen de meerderheid kijkt toe met sigaret in de hand.
Goed, antwoordt ik, een stuk rustiger.
Ik kijk op de klok en besluit er naar toe te werken om binnen een halfuur weer weg te zijn, ik weet inmiddels dat ze altijd een uur uittrekt voor het gesprek, dus meld ik haar dat ik beperkt tijd heb daar ik nog een ontbijt afspraak met mijn beste bipo vriendin heb, voor haar verjaardag in een tentje niet ver van de GGZ instelling.
Uit haar nog steeds ernstige blik maak ik op dat zij dat niet van plan is.
Een uur is een uur bij haar of ik er zin in heb of niet, en zin heb ik nooit in dit soort gesprekken.

Lullen over jezelf en dat een uur lang, niet mijn hobby ik schrijf mijn gevoelens liever op.
Ik ben beter en eerlijker op papier heb ik haar ooit eens bekend, ze moedigde mij aan om te mailen wat mij bezig hield, en dat heb ik gedaan in het begin dat ik begon met mailen heb ik al mijn irritatie en argwaan die ik had ontwikkeld door de slechte ervaringen die ik tot dan toe had met de psychiatrie naar haar gemailt met het verzoek om alleen maar te lezen.
En dat deed ze, ze haalde informatie uit de mail die ze gebruikte om mij te benaderen op een manier waardoor ik mij wat meer op mijn gemak ging voelen in het contact met haar.
Als ik een boos antwoord gaf als reactie op een mail die zij mij schreef, hield ze wijselijk een week haar mond om mij af te laten koelen en in te laten zien dat het van haar kant niet zo bedoelt was.

Het gesprek wat wij voeren gaat verder over praktische zaken zoals het bijstellen van het behandelplan en het verlengen van de zelfbindende verklaring, maar ook over de herstart van lithium.
Zie je het als een falen? Vraagt ze met nog steeds een ernstig gezicht.
Ik kijk weer weg, zie dat de hijskraan inmiddels op de goede plek staat en dat de werkmannen weg zijn waarschijnlijk omdat ze koffie pauze hebben.
Ik voel mijn bovenlip trillen, een stukje verdriet wat ik haar niet wil laten zien vind zijn weg richting de non verbale reactie, een trillende lip, tranen die ik in kan inhouden en een gebroken stem.
Ja antwoord ik, het voelt als falen............
Ik haat het om emoties te laten zien, ik slik ze weg en kijk naar de klok, schit ik zit die toch weer een uur..
Het wordt niet het uur van de waarheid, ik laat het wel of niet starten met lithium in het midden neem wel het recept meer.

'S avonds over denk ik het gesprek, en besef dat ik weer niet eerlijk ben geweest op de een of andere manier lukt het mij niet om rechtstreeks te communiceren.
Ik open een mail die ze die middag stuurde met informatie over een onderzoek wat is gedaan om te bepalen wat een goed werkzaam lithium spiegel is nadat wij een discussie hadden over de ondergrens van 0,6 aan lithium in het bloed wat als ondergrens wordt gezien voor de werkzaamheid van het goedje.
Ik ben namelijk van mening dat ik met minder af kan, het onderzoek wijst anders uit.
Ik besluit een openstaande vraag die zij stelde alsnog te beantwoorden, wat ik nodig heb van haar.
Niks op dit moment, zeg ik tijdens het gesprek, maar ik bedenk mij dat dat niet waar is.

Het is het uur van de waarheid, bedenk ik mij als ik op het knopje beantwoorden druk.
Ik heb haar wel nodig en niet alleen om pillen te verstrekken, ik voel een golf van misselijkheid opkomen als ik haar vraag of ze mij kan helpen om door de voor mij loodzware start periode van het slikken van die bremzoute lithium pillen heen kan loodsen.

De volgende ochtend ligt haar bevestigende mail in mijn mailbox, ik kan voor mijn gevoel niet meer terug, het uur van de waarheid heeft geslagen ik moet er voor mijn gevoel aan geloven, het starten met lithium, om te blijven leven......







dinsdag 7 januari 2014

Het harnas



Het is bedoelt om je te beschermen, als pantser tegen het kwaad het wordt allang niet meer gedragen, die stalen huls uit de middeleeuwen, en toch zijn er mensen die het gewicht van het onmogelijke gewaad dagelijks met zich mee torsen...
Het beschermt tot op zekere hoogte maar het zal de zeer scherpe lans van de vijand met moeite afweren om toch niet door het schild te boren.
De mensen die dit pantser dragen weten dat, en dragen dagelijks de ongemakken van het nauw zittende pak wat zij onzichtbaar dagen, het harnas is niet te zien maar het voelt wel zo als je medicijnen slikt die je in het gareel moeten houden.

Deze week sprak ik twee mensen die gepantserd door het leven gaan.

De een via de lotgenoten lijn waar ik elke week een paar uur achter zit.
Ik heb al tijden contact met een leuke meid die enige tijd geleden de diagnose manisch depressief kreeg, ze wilde de aandoening zonder medicijnen tegen gaan maar werd continue terug gevloten door de ziekte en begon een rapide cycling (snel wisselen van stemmingen) te ontwikkelen, elke maandag belde ze, ze vroeg advies hoe ze het zonder medicijnen moest aanpakken, al pratende kwamen wij tot de conclusie dat het in haar geval wel verstandig was om het proces te stoppen met medicijnen, uit ervaring weet ik dat als het proces eenmaal is gestart dat rust en regelmaat alleen niet meer werkt en dat je het moet bijsturen of eerder dempen met pillen.

Afgelopen maandag belde ze na een lange tijd weer op, ze klonk rustig, de snelheid was uit haar stem, ze zit sinds een paar weken op de goede dosering, het gaat goed maar het voelt toch wel als een gevangenis, bekend ze mij.

De andere is vriend P, die melde mij net dat hij per direct met de antipsychotica is gestopt, hij kon niet meer tegen de bijwerkingen, hij voelt zich nu vrij en opgelucht, vrolijk en gezellig naar andere toe.
De zware last die hij dagelijks in medicijn vorm met zich me torste is van hem afgevallen.

Ik kan hem alleen maar waarschuwen voor het feit dat je niet in een keer het harnas van je af kan gooien maar dat je het stukje bij beetje er af moet pellen, eerst de arm en been bescherming dan de borst bescherming en als laatst de helm om het maar even plastisch uit te drukken.

Zoals het een goede bipolair betaamt luistert hij niet, hij voelt de vrijheid maar vergeet dat de lans van de onzichtbare tegenstander die diep in je hersenen geworteld zit ongenadig zal toeslaan in de vorm van een psychose.

Ooit stopte ik ook eens in een keer met het medicijn dat vriend P slikt, het leverde mij een enkeltje isoleercel op, ik mis een week uit mijn leven, maar als ik de rapportage terug lees bleek ik nog wel actief aanwezig te zijn.....

Mijn gedachte is bij deze mensen als ik morgen een gesprek met mevrouw de psychiater heb over het herstarten van het medicijn Lithium, het gevoel dat het slikken van deze medicijnen een onzichtbaar zwaar metalen harnas optrekt in mijn geest met alle ongemakken van dien, doet mij afvragen of ik het echt niet zonder kan, de vrijheid en blijheid, ga ik die niet missen?

Ik blijf het een moeilijke afweging vinden, veel mensen zeggen tegen mij dat ik het gewoon moet doen, maar hebben zij wel het benul hoe het voelt?
Nee, zij hebben geen harnas nodig, het knellende zware geval wat onzichtbaar is is hen niet bekend, de loden last die je inslikt en met je mee moet dragen, is pijnlijk en onzichtbaar aanwezig........



zondag 5 januari 2014

De heks van Oosteinde...............



Even een vraagje aan mijn lezers ik heb een "eng verhaal" geschreven voor 10 jarige die binnenkort een slaapfeestje hebben bij ons thuis kan dit? of is het te kinderachtig of te eng geen idee, dit is het eerste sprookje wat ik schrijf, het is een verhaaltje voor het slapen gaan dus het mag niet te lang zijn, graag uw commentaar....

Lang lang geleden was het land waar wij op wonen water het was de Oosteinder plas, langs de waterkant woonde boeren en vissers in lemen huisjes of houten hutjes.
Het was een armoedig bestaan en wat het nog erger maakte was het feit dat er op de plas een hele gemene heks woonde, zij dulden het niet dat mensen na zonsondergang nog op haar plas rondvoeren.
Als het schemerde moest je van het water af zijn anders was je van haar...........
dan hoorde je een schelle kakelende lach; HAHAHAHHAAAAAAAAAA ik heb je.
En zag je de persoon die de fout had begaan nooit meer terug.......
Zo waren er in de loop van de eeuwen meerdere voornamelijk mannen en kinderen nooit meer teruggekeerd van hun vis tocht op de Oosteinder plassen.
HahahaHHAAAAA, als je dat hoorde wist je dat je man of kind nooit meer thuis zou komen.

Jan en Greetje, waren twee kinderen die langs de waterkant van de Oosteinder plas opgroeide en als geen ander kende ze het bestaan van de heks van de Oosteinder plassen, hun vader was visser, en waarschuwde hen al op jongen leeftijd voor de heks.
Pas op kinderen ga niet het water op tegen de avond want dan komt de heks van Oosteinde jullie halen en komen jullie nooit meer thuis..........

Jan en Greetje waren een tweeling, als de ene pijn voelde dan voelde de andere het ook, ze konden met elkaar praten zonder wat te zeggen, ze deden alles samen op een ding na, Jan ging graag in zijn bootje de plas op.
Greetje had een grondige hekel aan water.
Op een middag trok Jan er in zijn eentje op uit, hij ging vissen.
Pas je wel op, zei Greetje nog, dat je wel voor de schemer thuis bent?
Natuurlijk Greetje, zegt Hans met bravoure, de heks krijgt mij niet te pakken.
Hij pakt zijn roeispanen en roeit de plas op, maar midden op de plas gaat het fout, het gaat hard waaien de golven zijn zo hoog en de wind staat zo hard tegen dat Jan er niet tegenop kan roeien en als dat nog niet genoeg is verliest hij ook nog een van zijn roeispanen.
De duister valt in, Greetje staat ongerust aan de waterkant, ze voelt dat haar broer in nood is maar kan niks doen, en dan hoort ze het oorverdovende gelach wat boven de hare wind uitkomt het is vreselijk om te horen HAHAHAHHAAAAA.
De storm gaat meteen liggen in de stilte die volgt hoort ze het nog eens, HAHAHAHHAAAAA
Neeee, roept Greetje niet mijn broer! Dat mag niet ik kan niet zonder hem leven, wij zijn een tweeling!
's nachts ligt ze voor het eerst alleen in haar bed, de ouders van Jan en Greetje zijn namelijk zo arm dat ze maar een bed voor de tweeling konden kopen, ze huilt zichzelf in slaap, haar broertje, haar broertje ze zou hem nooit meer zien.
Midden in de nacht schrikt ze wakker, ze hoort de stem van Jan die haar roep.
Greetje, Greeetje, kom mij helpen het is hier vreselijk de heks is gemeen, ze trek elke avond haren uit je hoofd en laat je hard werken voor een klein stukje brood.
De volgende nachten wordt Greetje elke nacht wakker gemaakt door haar broertje en hoort de meest vreselijke verhalen van het leven dat hij leidt in het huis van de heks die niemand ooit heeft kunnen vinden.
Dagelijks pakt ze een boot en overwint haar afschuw voor het water, ze zoekt de plas af in de hoop het huis van de heks te vinden, maar het is een heks dus vinden zal ze het niet.

Tot ze op een nacht weer eens gewekt wordt door haar broertje.
Greetje, zegt hij, ik weet hoe je mij en de andere kan bevrijden, ga naar het bos en zoek de goede fee die heeft een ring die magisch is daarmee kan je het huis van de heks vinden en ons bevrijden.
Greetje doet meteen de volgende dag wat haar broer haar vraagt, ze loopt het bos in wat wij nu kennen als het Amsterdamse bos, en gaat opzoek naar de goede fee, maar waar ze ook zoekt ze kan haar niet vinden, moe en hongerig valt ze in slaap onder een boom.
Ook deze nacht wordt ze gewekt, maar dit keer niet door haar broer, maar door een mooie dame die bijna licht geeft met haar schoonheid.
Greetje, zei ze zacht ik ben de goede fee, ik wil je helpen je broer terug te vinden.
Ze schuift een ring van haar vinger, de ring is zo mooi dat hij licht geeft.
Deze ring van licht zal de weg wijzen naar je broer, maar let op je mag hem alleen gebruiken als het donker is.........

De volgende ochtend vroeg wordt Greetje wakker met de ring om haar vinger, heb ik het gedroomd het bezoek van de goede fee? vraagt ze zich af.
Ik kan toch niet in het donder de plas op dan pakt de heks mij ook.
Die avond twijfel ze, moet ik het water op? En de heks dan?, ze draait de ring tussen haar vingers de ring geeft licht maar het is vrij zwak, ze durft niet, niet in het donker het water op.
's nachts wordt ze weer gewekt door haar broer, Greetje! Ik houd het niet meer vol de heks gaat ons doodmaken, morgen heeft ze gezegd!

Greetje wordt verward wakker die ochtend en loop de hele dag langs de waterkant, in de verte hoort ze de holle lach van de heks HAHAHAHHAAAAA, jullie laatste dag is aangebroken ik ransel jullie af ik maak korte metten met jullie! HAHAHAHHAAAAA.
De wind blaast de laatste woorden recht in het gezicht van Greetje.
Het is nu of nooit bedenkt ze zich, en stapt in een bootje.
De ring die eerst een zwakjes licht gaf schijn nu over de plas die steeds donkerder wordt, het geeft de weg aan die ze moet varen, en uiteindelijk ziet ze een eiland dat ze nog nooit eerder heeft gezien, het is een soort vuurbal van ellende, zwart met rood en er stijgt rook vanaf.
Ze hoort mensen kermen het geluid van mensen in nood en het gelach van de heks wordt steeds harder HAHAHAHHAAAAA jullie gaan er aan!
De ring geeft steeds meer licht naar maten ze dichter bij het eiland komt.
De heks kijk verschrikt op als ze in de lichtbundel komt.
Neeeee, schreeuwt ze, niet de ring van het eeuwige licht! Die alleen een tweeling kan dragen!
Ze verschrompelt ter plekken en het licht van de ring is zo vel dat het het pad naar huis voor allen die gevangen zaten verlicht, ze zijn vrij!
Greetje en Jan vallen elkaar in de armen en vluchten snel naar huis, de heks is overwonnen maar voor hoe lang?
Haar geest blijft rondwaarde rond de Oosteinder plassen die uiteindelijk droog zijn gelegd en waar eest landbouw was, en later huizen werden gebouwd.
Dus pas op als het donder wordt en je hoor deze lach HAHAHAHHAAAAA, dan weet je niet zeker of je wel thuis komt............... hier in Nieuw Oosteinde daar waar vroeger water was.......



zaterdag 4 januari 2014

Goede voornemens



Vindt u het ook niet weergaloos irritant, die mensen met hun goede voornemens die het binnen drie maanden niet meer waar maken.
Vele sportscholen leven ervan al die nieuwe aanmeldingen per 1 Januari de sportschool puilt uit met mensen die zich hebben voorgenomen toch echt die overtollige kilo's kwijt te raken, maar het is een voornemen niet een diep gewortelde wens.

Als ik op de weegschaal sta dan heb ik het zelfde voornemen al menig een, de wijzer wijst naar een gewicht die niet binnen mijn wenselijkheid valt.
Dat ik er wat aan moet doen valt buiten het feit dat het reeds 1 januari is geweest, en dat geldt voor een ieder.
Waarom die gedrevenheid per de eerste kalenderdag van het jaar?
Omdat wij een cyclisch denk patroon hebben, en daar kan ik veel over vertellen om dat ik een cyclische ziekte heb, maar dan zonder regelmaat, als geen ander ken ik het terugkerende fenomeen niet eens per jaar maar eens in de zoveel tijd, dan steekt de manie op.

Als een clusterbom verspreide de laatste manie zich door mijn denken, het is moeilijk uit te leggen maar u moet het zich zo voorstellen het is winter en de winter is saai en donker dan verwacht je niet dat de zon ineens in een prisma van kleuren gaat schijnen, als ik christelijk zou zijn dan waande ik mij de reïncarnatie van een god die in mijn ogen niet bestaat.
Zo mooi, ik moet zeggen deze gemoedstoestand heeft een paar briljante keuken ontwerpen opgeleverd, dus mocht u een nieuwe keuken nodig hebben op dit moment ik teken ze voor u.
Het leven is fantastisch als je je zo voelt het is een vorm van drugs waar je niks voor hoeft te spuiten, snuiven of slikken.
Het leven is een grote dans of orgie net hoe je het wilt invullen, je zweeft op een tapijt die nooit stoffig zal worden, ik ken het gevoel als geen ander, de manie is heerlijk totdat het zich tegen je keert.
Dan komen de demonen die ik niet ken omdat ik niet christelijk ben maar het onthaard zich in een ongekende boosheid omdat de wereld jou niet begrijpt jij ben een persoon die het hemelse leven heeft gezien en de mensen die vast zitten aan deze aardkloot en met hun voeten in de klei verankerd zitten begrijpen je niet, je ben een Pegasus die de waan heeft naar de zon te kunnen vliegen maar onverminderd op de aarde stort omdat de vleugels van was waren, die arrogantie.

De state of minde die ik nu beschrijf heb ik inmiddels bijna 6 jaar geleden achter mij gelaten, het bizarre denken wat bij een manie hoort, ik ben het dit keer voor geweest, omdat ik het niet meer wil, stiekem geniet ik van mijn hypo manie die nog steeds voort duurt daar ben ik eerlijk in maar hoe ik de af gelopen vier jaar heb geleefd dat hou ik niet nog vier jaar vol dan kan ik eerlijk zeggen, breng mij maar naar een graf dan heb ik even rust.

Mijn goede voornemens ik heb ze al opgemaakt voordat het nieuwe jaar begint, of ik het ga volhouden dat weet ik niet maar ik verlang wel naar rust in mijn hoofd daarom schrijf ik het op, als een reminder voor het geval de kut pillen weer gaan tegenwerken.

Happy new year volgers!

donderdag 2 januari 2014

Adellijke struisvogel......



Voor het geval u het niet weet ik stam uit een adellijk geslacht dus als ik af en toe wat arrogant over komt dan weet u nu hoe dat komt.
Mijn Oostenrijkse betoudovergrootvader die ooit naar Suriname reisde om daar een plantage te beginnen was van het blauwe bloed wat onzinnig is natuurlijk, maar wel was voorbehouden aan mensen die destijds dingen deden voor de heersende vorst dat hij hen beloonde met een papieren titel.

Met de kerst hoorde ik het, mijn moeder heeft blauw bloed, ik niet want ze is getrouwd met een burger, maar ik mag wel zeggen dat ik uit een adellijke familie kom.
Leuk hè zegt mijn moeder tegen mijn burger vader dat had je niet verwacht, van dat kleine Surinaamse vrouwtje waar mee je destijds trouwde, ze is groot grond bezitter in Suriname en ook nog eens van adel.

We lachen er om, en her en der steek ik de draak met mijn komaf.
Zo zeg ik mijn beste vriendin dat ik ondanks dat ik uit een adellijk geslacht kom nog best wel vrienden met haar wil blijven, maar dat ze nu mag pochen tegen haar vrienden dat zij een adellijke vriendin heeft.
Gaab, zegt ze lachend, ik ken wat meer adellijke mensen en het is juist de ingetogenheid waarmee je je titel voert wat je adellijk maakt, 'noblesse oblige'
Ho ho, zeg ik haar, blijkbaar ben ik onbewust altijd al adellijk geweest, ik heb net alle overbodigheid die de kerst pakketten van manlief hadden op laten halen door mijn tante M, ook van adel, die vrijwilligers werk doet voor de voedsel bank.

Noblesse oblige, in meerdere vormen, is het niet zo dat een stukje adellijke erfenis in mijn geval ook gekheid is?
Aan mijn moeders kant zit de stoornis die erfelijk en adellijk is doorgeven, het werd stil gehouden om dat het nu eenmaal in dit soort kringen not done was om mede te delen dat je genetisch ook gekheid door speelt, zo hoor ik dat de manisch depressieve stoornis al generaties aan deze kant van de familie door schemert, het werd op stand gehouden en dan vooral op afstand voor de omgeving, langzaam sijpelen de verhalen van mijn voorvaderen die toch echt vreemd gedrag hebben vertoont door. Ik denk aan Winston Churchill een telg uit een adellijk geslacht, van hem is bekend dat hij aan manische depressies leed en dan vooral aan de depressies, het blijkt ook al eeuwen in de familie te zitten.
Hoe deden die mensen dat?
Hoe is het mogelijk dat dit stil werd gehouden?
Of is het het feit dat men als een struisvogel de kop in het zand stak voor die bijzondere extraverte periodes die een manisch persoon kan hebben en die diep introverte periodes die depressie heten. Men was van adel dat was belangrijker dan dat men ook nog eens gek was, trouwen maar, het is adel en dat ze gek zijn dat maakt niet uit, het gaat om de status.

Struisvogel, zegt mevrouw de psychiater vandaag tegen mij als ik haar mede deel dat ik niet mijn lever waarden wil weten om te constateren of de hoeveelheid alcohol die ik de afgelopen periode overmatig heb ingenomen als zelfmedicatie tegen de manie verhoogt zijn.
Wat zeg je, vraag ik om zeker te weten dat ik het goed hoor.
Struisvogel, zegt ze nog eens.
Ik hoorde het goed, en bedenk mij dat ik uit een aderlijke struisvogel familie kom die zowel de adel verzweeg als de gekheid in de familie.....