woensdag 26 maart 2014

Fobisch



Ik ken geen vliegangst, plein of watervrees, wordt niet benauwt van kleine ruimtes, of eenden een fobie dat is mij vreemd dacht ik altijd.
Niet dus ik heb er een en dat is de fobische angst voor wat medicijnen met mij doen en dan praat ik hier niet over het paracetamolletje, die de pijn wegneemt of verminderd de koorts druk of verlaagt.

Nee het zijn de medicijnen die men voorschrijft voor mensen als ik, die het stempel psychische aandoening hebben, wat bestreden moet worden met medicijnen die de drukte en het doodse in je hersenen moet generaliseren tot een voor de buitenwereld gangbaar gemiddelde.

Dus besloot ik na een lange periode van onregelmatigheid weer eens toe te geven aan deze jongens die mijn hersenen dan maar moeten reguleren, ik wilde de rust die deze middelen enigszins met zich mee brengen, ik was en ben op.
Ik koos de minst erge van deze middelen Lamotrigine een middel waarvan bekend is dat het een anti depressieve werking heeft, het formaat pillen stond mij aan, brem zoet zijn ze dat wel maar oké daar kan ik overheen komen, als het werkt.

Binnen een week voelde ik mij vreemd alsof ik geen onderdeel meer was van mijn eigen ik, klinkt waarschijnlijk net zo vreemd als het voelde voor mij.

Na een week werd het erger, en begon ik mij echt te ergeren aan het feit dat ik geen contact meer had met mijn hoofd, de gedachten waar ik dol op ben, en het feit dat ik mij moest toeleggen op het dagelijks slikken van een medicijn en dat voor langere tijd stond mij ook niet aan.

Pillen slikken was een uiterste in het gezin waar ik ben opgegroeid, een paracetamol was in uiterste gevallen slechts bij zeer hoge koorts een middel wat met minachting werd ingenomen, mijn moeder is er een van de harde aard, zoals vele van haar soort, verpleegkundige delen pillen uit maar nemen het zelf niet.

Zo zat ik ooit eens in een opname met een b verpleegkundig, die zwaar depressief was, maar denk je dat zij een antidepressivum slikte? Not.
Ze wilde zelf haar depressie te lijf gaan met wat voedingsupplementen, wat vitaminen en haar eigen kracht.

Hoe herkenbaar, zegt de ex -pleeg die ook nog is opgevoed door een hoofd verpleegkundig, pillen zijn voor mietjes komt het op neer als ik terug kijk naar mijn opvoeding, je moet zelf dealen met hetgeen je lichaam en nu ook geest aan mankementen vertoont, dat is de weg die mij is ingeprent, elke keer als ik een pil neem bedenk ik mij wat ik niet goed heb gedaan in mijzelf, en waarom ik dit doe, dit onnatuurlijke aan mijzelf opdringen.
Het bewust zijn van dit maakt dat ik de bijwerkingen en de werking van medicijnen en helemaal psychofarmaca onder een loep bekijk, het dood mijn geest, zie je wel, dat gevoel.

Mijn leven is er niet makkelijker op geworden als ik mijn pillen wantrouwende inborst die ik vanuit mijn roots heb meegekregen elke keer mee moet sleuren in het verhaal van het bestrijden of leren omgaan en accepteren van deze ziekte.

Dus ik schreef een mail aan mevrouw de psychiater, dat ik wederom het pillen vrije bestaan opzoek, omdat ik fobisch ben voor het verlies van mijzelf wat deze pillen met zich meebrengen, ik kan het niet ik wil het niet, ik ben zo opgegroeid, pillen zijn niet nodig slechts in uiterste gevallen neem je wat in als het echt niet anders kan.
Dus, doorgaan en niet zeiken, je kan het zelf al kost het veel energie, dat is een betere optie dan pillen slikken, die een fobie met zich meedragen.




dinsdag 18 maart 2014

Vooral doorgaan



En hoe gaat het nu?, vraag de baas als hij binnen komt, ik zit met een graf stemming naar mijn beeldscherm te staren om weer eens een keuken te ontwerpen voor een klant die geen idee heeft van hoe de nieuwe keuken eruit moet zien.
Fantastisch, zeg ik knorrig.
Het ontwerpen of je stemming, vraagt de baas genuanceerd.
En ik maar denken dat ik mijn stemming voor mensen die dicht bij mij staan verborgen kan houden.
Beide, zeg ik.
Heb je last van je uh, aandoening?, vraagt hij.
Ja, zeg ik, en dat vertaalt zich in twee ontwerpen, ik kan niet kiezen doe jij het maar.

Stemming en het ontwerpen van keukens gaat hand in hand, logisch als je je goed voelt komen de ingevingen van zelf, als je je klote voelt kost het wat meer moeite dan kan je niet achter een ontwerp staan dan maak je er maar twee, ik kan gelukkig putten uit een database van reeds ontworpen keukens die ik heb getekend in mijn goede tijd.
Er is altijd wel de mogelijkheid om een replica te passen in de keuken ruimte van iemand die het origineel niet kent, of zo als nu twee replica's die er ondanks alles verdomt goed uitzien, al zeg ik het zelf.

Intussen tollen mijn hersenen in het tempo wat ik liever niet heb, ik zal het uitleggen, je hebt een traagheid in actie maar je hersenen leven een eigen leven die dood en verdoemenis aan je op willen dringen in een tempo die niet passend is bij de traagheid die je lichaam uitstraalt.

Een deel van mij is moe, opgebrand, maar niet mijn hele hersenveld wil daar aan toegeven, nee ik moet door, zegt mijn gezonde ik, die graag wil meedraaien met deze wereld.

Dus loods ik mij naar mijn werk, spreek ik af met vrienden, en vier ik zaterdag de verjaardag van manlief, klein dat wel.

Vooral doorgaan, dat is het devies als je depressief bent, dus schrijf ik ook door eigenlijk heb ik geen zin om te schrijven, maar voel mij zo onrustig dat het beter is om even de rust van het papier op te zoeken, omdat het een relativerende werking heeft.

Vooral doorgaan, omdat de dood nog lang niet in het verstek ligt, en er zo veel moois is te beleven, dat zegt men en soms voel ik het niet, kijk ik naar mijn omgeving en vind dat ze het best zonder mij kunnen, maar dit zijn gedachten die je als normaal mens niet mag hebben, en ik ben niet normaal dus ik denk er wel aan, hoe de wereld gewoon doordraait zonder mij en ik eindelijk rust kan vinden, in iets wat het niets vertegenwoordigd.

Dat is het leven, het bestaan met een onregelmatigheid die gelukkig niet veel mensen hebben, wees daar dankbaar voor, ik gun het niemand, een stel hersenen die continue een loer draaien met je eigen ik die soms ver te zoeken is.
Waarom is dit zo, ik wordt er soms gek van.
Ik denk dat ik de hond maar ga uitlaten iemand moet het doen..........

Als ik haar uitlaat slaat de wind mij om de oren, ik waan mij op mijn schip als ik de wind voel de elementen zijn het mooiste als ze onstuimig zijn, ik laat haar gaan, haar neus achterna, het kleine beestje, samen huppelen wij door de meest vreselijke wijk die gedrochten van huizen heeft die helaas ons uitzicht zijn, het is niet mooi, maar huppelen mag door deze afzicht, om dat het moet, de schoonheid zien in iets wat niet mooi is het is in de werkelijkheid zijn in iets wat je niet wilt zien, omdat het leven als een zwaar geheel om je heen hangt.
Soms moet je gewoon doorgaan............






zaterdag 15 maart 2014

Kinderen



Nee natuurlijk kan je dochter morgen bij ons spelen na de hockey wedstrijd, hoe laat wil je haar op halen?
O, na de wedstrijd van je zoon die om half vijf pas op Bloemendaal begint, even tellen dat is om een uur of zeven dus.
Nee joh ze kan gewoon mee eten, ja geen probleem wij hebben er maar een, dus....

Schat we hebben er een pleegdochter bij, zeg ik tegen manlief als ik de telefoon uit druk.
Hè, wat lief?, mompelt hij op de toon die in een televisie serie werd gebruikt zo'n 15 jaar gelden.
Het hockey vriendinnetje van kindje komt weer spelen, zeg ik hem.

Het hockey vriendinnetje van kindje komt uit een gezin van 6 kinderen, waarvan 5 jongens zijn, vorige week kwam ze voor het eerst spelen bij onze dochter, en man wat vond ze het fantastisch, geen broertjes die irritant zijn, een tafel die slechts gevuld was met een vader een moeder en een vriendinnetje ze kreeg de volle aandacht, iets wat ze begrijpelijk niet is gewend in een groot gezin.

Samen met de meiden keken wij op de club app tegen wie de meiden allemaal moeten spelen.
Den Helder uit! Dat is een kolere end weg!
Maar hé de wedstrijd is pas eind mei, zeg ik, dan is het mooi weer, weet je wat?, we gaan per boot naar de wedstrijd, vertrekken vrijdag avond naar Den Oever en zeilen zaterdag ochtend naar Den Helder!
Ik weet nu zeker dat ik in een gemende episode zit, de ideeën zijn fantastisch de uitwerking valt te bezien, en de graf stemming ligt op de loer.

Ik vind het heerlijk een extra kind aan tafel, de conversatie is toch anders.
Ik bedenk mij de laatste dagen vaak hoe het was geweest om nog een kindje te hebben, en hoe ik onze tweede ben verloren, al zeilende verloor ik ons vruchtje midden op het IJsselmeer, ik wist al dat het niet levensvatbaar was, de echo had uitgewezen dat het hartje niet klopte, het was een kwestie van tijd dat mijn lichaam het afstoten.

Met kindje kijk ik haar geboorte boek door deze week, mam ik had toch een broertje of een zusje gekregen?
Ja lief dat wilde we heel graag.
Mijn broertje of zusje is toch dood geboren?
Ik slik even, ooit heb ik haar eerlijk verteld dat ik zwanger was van een tweede kindje, maar dat het niet zo mocht zijn, kinderen vergeten niks.
Ook ik niet, sporadisch komt het verdriet boven, ik zie mijzelf met krampen op het onderwater toilet van onze boot zitten, het bloed guts langs mijn benen de diepte van het IJsselmeer in, als ik de hand pomp bedien die het kleine kind die nog geen duim grote heeft de diepte indrukt.
Ga maar,denk ik als ik het water de wc pot zie vullen, er is geen mooier graf dan het zee graf, omdat je ouders hebt die het water lief hebben.
Ik sta op omdat het tijd is om de boot de haven in te varen, de zeilen moeten gestreken worden.
Ik heb het verloren, zeg ik met een dikke stem tegen manlief., als ik de kuip in kom.
We houden elkaar vast de tranen komen, ons schip zeilt even zonder ons.
Ik kijk even om ten hoogte van het hop zoals het stukje IJsselmeer daar heet ligt een zeemansgrafje van een kindje wat het levenslicht niet mocht zien.

Zeg, zal ik haar ook bij jullie ophalen voor de hockey?, scheelt voor jou weer een fiets bij de hockey club ophalen, ja nee joh geen probleem, iets over tienen goed? Ja ik was toch al van plan om naar de wedstrijd te gaan kijken.
Zie je morgen avond, ja nee geen dank, vind het leuk om je dochter op bezoek te hebben wat een leuke meid zeg!

Tevreden leg ik de hoorn op de haak, niet dat ik die nog heb maar het klinkt net zo fijn als het hebben van meerdere kinderen en in mijn geval is dat het uit de brand helpen van een moeder die nog 5 andere kinderen heeft die allemaal naar sport gebracht en gehaald moeten worden.
Dat is het voordeel als je er maar een hebt.

Als ik in de haven ben loop ik vaak over de dijk van de haven, in de verte zie ik het hop, als het helder weer is dan, dan zie ik mijn kleinigheid niet over het hoofd ook als het niet zichtbaar is, ik zie iets wat van ons was maar niet bij ons is, iets of een iemand wat een stukje van je is, een kindje wat je hebt verloren is een kindje wat nog altijd bij je hoort.


Lieve Ivar of Meike, ik zal je altijd missen...

donderdag 13 maart 2014

Vage voortekenen



En dan zijn ze er, langzaam sluipen ze je gedachte wereld binnen, stimuleren je om net wat dieper in het glaasje te kijken om het opkomend gevoel van ziele pijn te verdringen.
Het opstaan gaat moeizamer, en als je in de spiegel kijkt staren een paar lege ogen je aan de glans gaat van het leven en het is zichtbaar in je ogen, de gedachte aan eeuwige rust komen weer boven.
Als geen ander herken ik de vage voorteken van een naderende depressie, er zit maar een ding op...

Slik die kut pillen Gaab voordat je dieper wegzakt, nu is het nog te doen maar over een maand niet meer, weet ik uit ervaring.
Ik ben nooit van de ene op de andere dag depressief geworden het is een proces wat weken duurt, dat is mijn geluk.
Ik kijk het kleine doosje aan, dertig tabletten die als het goed is tegen een depressie werken.
De pillen zijn minuscule, dispers zegt de verpakking, dit betekend dat ze smelten zodra ze in aanraking komen met vocht, ik pak een glas water en stop er een in mijn mond.

Welke gek heeft er die mier zoete smaak aan gegeven! Het pilletje smelt op mijn tong nog voordat ik het met een slok water door kan slikken en verspreid een onaangename zoete smaak in mijn mond het is of je een glas vol light siroop inslikt.
Light producten laten ook altijd een vieze zoete nasmaak in je mond achter die je nog lang blijft proeven.
Een glas water later proef ik het nog, dan maar een slok wijn, ook die neemt de smaak niet weg, gadverdamme, ik voel een woede opkomen, alle boosheid die ik heb omdat ik blijkbaar niet normaal mag leven komt boven, ik heb zin om een ongelooflijke ruzie te beginnen, maar er is gelukkig niemand thuis en de hond ligt lief te slapen in haar mand.

Ik stuur in plaats daarvan een keurig mailtje naar mevrouw de psychiater, dat ik met Lamotrigine ben begonnen en de reden waarom.
De woede maakt plaats voor verdriet, ik voel me naar en dat komt niet door de smaak van het medicijn, ik heb verloren, verloren van mijn eigen kunnen iets waar ik slecht tegen kan ik kan er maar niet aan wennen dat het leven met een aandoening vele punten van verlies kent.

Als ik mij verdrietig voel dan bel ik mijn vader, die luistert dan even naar mijn klaagzang, dat lucht op al is het maar voor even.

De volgende dag stap ik moeizaam uit bed help mijn dochter op weg en wil weer terug naar bed, maar bedenk mij dat dat niet aan te bevelen is als je je slecht voelt, afleiding is beter contra gedrag toepassen het moet maar weer.
Ik start de computer op klik mijn mailbox aan, mevrouw de psychiater is er vroeg bij, wil telefonisch contact.
Waarom? Vraag ik mij af.
Ik heb geen zin om ook nog eens woordelijk te melden hoe het met mij gaat, ik wil even niks , niks aan mijn hoofd het liefst kruip ik onder een hele grote steen, maar die zijn hier niet voor handig, en naar Drenthe reizen is even geen optie.

Het liefst zie en spreek ik niemand en zeker niet mevrouw de psychiater, ik wil niet dat ze mijn grafstem hoort, en daar conclusies uit gaat trekken, ik stuur haar een mailtje dat ik het nut van een gesprek niet inzie, ik heb haar een mail gestuurd met hoe het gaat dat lijkt mij voldoende, mijn ellende deel ik liever op papier.

Dus, bij deze.





zaterdag 8 maart 2014

Ziek als een olifant.



Woensdag avond strompelt manlief ons huis binnen met de traagheid van een olifant.
Al weken is hij grieperig maar wil toch elke dag gewoon naar zijn werk, maakt uren waar u u tegen mag zeggen en snottert maar door, totdat de griep hem stevig in de greep krijgt en hij koortsig na een kopje soep zijn bed in duikt.
Ik werk morgen thuis, mompelt hij.
Zijn collega meldt hem ziek de volgende dag, maar dat weerhoudt hem er niet van om nog even met Oostenrijk te bellen, een orderbevestiging naar Zeeland te sturen en nog even contact op te nemen met Duitsland voor het verslepen van een brugdeel.
De hijs wereld ligt nooit stil dus hijst hij zichzelf nog even aan zijn bureau en werkt nog wat dingen af, ziek of niet ziek de wereld draait door en er staan belangrijkere dingen op het spel dan dat virusje wat hij onder de leden heeft.

De mensen in mijn leven zijn zo, doorgaan, mijn baas kwam deze week minstens zo ziek op de zaak, hij zag eruit alsof er een olifant over hem heen was gelopen, klonk ook zo.
Wat een crime, zegt hij, ik heb me in geen jaren zo slecht gevoeld, vindt je het erg dat ik even ga liggen?
Hij heeft een bed op de zaak gezet voor de avonden dat hij laat is en geen zin meer heeft om naar huis te rijden.
De halve dag meld ik een ieder die hem wil spreken dat hij er niet is en niet bereikbaar is mobiel, ondertussen probeer ik zo veel mogelijk werk van zijn schouders te nemen, net zo goed als ik de man verzorg die thuis in zijn bedje ligt met zijn mobiel naast zich om er zeker van te zijn dat hij geen belangrijke telefoontjes mist.

De griep heerst, woensdag hebben wij hondje opgehaald bij mijn ouders ook mijn moeder was ziek maar zoals het een echte Surinaamse betaamt, schotelde ze ons nog een goede maaltijd voor, ik zie haar gezicht, de olifant is ook op haar gaan zitten, we pakken de maaltijd in en gunnen haar de rust.

Soms voel ik mij een mietje dat ik jaren thuis heb gezeten met een vermeende ziekte waardoor je volgens het UWV en de psychiatrie niet kan werken, ik geloofde het tot op zekere hoogte, maar ben er inmiddels achter dat het helemaal niet zo is dat je niks meer kan, ik werk en ben af en toe ziek, maar dan blijf ik niet thuis net als mijn man, moeder en baas blijf ik door gaan.
Ook ik deel mijn collega dan mede dat het even minder gaat en dat hij mijn werk even moet nakijken omdat mijn concentratie gelijk is aan die van iemand die net geplet is door een olifant.
Thuis doe ik het hoog nodige schrap met goed vinden van mijn man alles wat maar enigszins ontregeling verder in de hand werkt.

Ik vraag mij wel eens af wat de definitie van ziekte is, als ik naar mijn omgeving kijk dan is het zo dat je doorgaat op het niveau dat je op dat moment aan kan je werkt op het pitje wat je kan behappen, en neemt je rust om de ziekte te lijf te gaan maar is het zo dat je echt niks meer kan?

Nee, zo zijn mijn soort mensen niet, we blijven doorgaan al zit er een olifant op je dan nog heb je altijd nog wel een vinger vrij om nog even mee te werken.





vrijdag 7 maart 2014

Gewond maar niet beschadigd



Een week voor onze vakantie kijk ik een hockey wedstrijd, mijn oude clubje speel tegen mijn huidige club, leuk zeg ik mijn vriendin die mij een appje stuurt of ik zin heb om even langs te komen om mijn oude team overigens glorieus te zien winnen van mijn huidige club.
Ik leef mee met mijn meiden, zie dat ze nog steeds het zelfde spelletje met succes spelen, zou zo mee kunnen doen als ik de conditie op hun niveau nog zou hebben.
Tot de laatste minuut is het genieten, letterlijk dan want in de laatste minuut krijgt mijn vriendin een bal keihard tegen haar kneiter.

Bloeden volg ik haar het clubhuis in, de jaap is zo groot dat het verstandig is om even de eerste hulp post van ons plaatselijke zieken huis op te zoeken.
Ik voel de verwondingen die deze sport mij hebben opgeleverd, de verrekte enkelbanden, de gescheurde kruisbanden in mijn knie de meniscus die er niet meer is, de gescheurde lip af gelopen seizoen.
Niemand komt zonder kleerscheuren zijn hockey carrière door, bedenk ik mij als ik een fotootje op Facebook bekijk van de dochter van een van mijn Facebook vrienden die op de EHBO post zit met een kneuzing.
Het zal haar niet weerhouden om gewoon door te gaan, wij hockeyer zijn bikkel die de pijn van de wedstrijd pas onder te douche voelen de schaafwonden en blauwe plekken zijn normaal net als het periodiek bezoeken van de EHBO.

Ik zag laatst een interview met met schaatser die gaan door tot ze helemaal verzuurd zijn, voelden de pijn maar gaan over die grens, wij hockeyers voelen die pijn pas als de wedstrijd is afgelopen als het fluitsignaal is gegeven, en dan nog niet.

Soms denk ik wel eens dat de hardheid van deze sport mij heeft geleerd om pijn te relativeren, de open vingers, knieën en heupen de gescheurde banden, het is pijnlijk als je stil staat maar niet zo dat je er niet mee kan leven, zo ook geldt dit voor het geestelijke deel, net zo goed al je lichaam heelt doet je geest dat ook.

Ik ben geestelijk zwaar gewond geweest, nog meer dan dat ik ooit lichamelijk lichamelijk in de prak heb gelegen, de keren dat ik in een ambulance heb gelegen waren niet om het feit dat ik lichamelijk iets mankeerde, nee als je wordt opgenomen via de crisis dienst dan wordt je per ambulance vervoert naar de dicht bijzijnde gesloten afdeling, het liefst plat gespoten overigens.
Omdat de ambulance broeder ook rust verdienen tijdens hun rit.

Jaren lang verstijfde ik als ik een ambulance hoorde of langs zag rijden door mijn ervaringen met deze mobiele zorg, een keer was ik in een dus danige staat van ontbinding dat ik besloot dat ik beter de ambulance kon verlaten dan dat ze mij naar een inrichting brachten, ik maakte de gespen van de brancard ongezien los en besloot bij het eerst volgende stoplicht de benen te nemen, ik voelde mij een ten onrechte veroordeelde boef die net als in de film the fugitive met Harrison Ford de benen moet nemen toen de mogelijkheid zich voor deed.

Het was alleen zo dat de dienstdoende broeder, een was van de oplettende aard, nog voor ik een sprint kon maken naar de deur op een knopje drukte die de deuren vergrendelde en mij vervolgens in en houdgreep nam.
Het werd bijna romantisch, hij sprak lieve woordje is mijn oor en streelde mijn haar.
Ik was zo overrompeld dat ik even niet anders kon doen dan luisteren en zijn strelingen voelen.

Achteraf vind ik het ongepast gedrag van een hulpverlener, daarom schrijf ik het jaren na dato op, het is niet fijn als en andere man dan je echtgenoot op die manier aan je zit.
Het is niet fijn om op een gesloten afdeling geconfronteerd te worden met mannen die wel dan niet psychotisch zich aan je opdringen, het is niet fijn om überhaupt tegen je zin opgesloten te zitten terwijl je geen misdaad hebt begaan, maar men zegt dat men het uit bescherming doet, jou opsluiten.
Het geeft wonden maar beschadigd het ook?
Dat zou het doen als ik bij elke blessure zou stil staan, maar dat heb ik nooit gedaan lichamelijk niet dus geestelijk ook niet ik schrijf het op en dus van mij af.
Basta.

dinsdag 4 maart 2014

Blaffende honden...



Ja, hallo, hoor ik een onzekere stem door de telefoon zeggen, is dit de lotgenoten lijn?
Ik sta nog altijd verbaast over het feit dat veel mensen na het horen van de introductie tekst die de lijn al een tijdje heeft alsnog vragen of ze met de lotgenoten lijn van de VMDB bellen.
Het is maandag en maandag middag zit ik een paar uur achter de lijn ik twijfel of ik er mee door ga, ik wil namelijk meer gaan werken en dan is de combinatie met dit vrijwilligers werk net even te veel.
Maar het is leuk en dankbaar werk, al vind ik nu ik het zo schrijf een beetje zijig overkomen, dankbaar werk.
Het is gewoon waardevol werk een steun zijn voor lotgenoten met de zelfde aandoening, of de betrokkenen die soms met de handen in het haar zitten van nuttige informatie voorzien, waardevol is een beter woord.

Nadat ik heb bevestigd dat de vrouw inderdaad verbonden is met de lotgenoten lijn voor manisch depressieve en betrokkene, waar de letters VMDB voor staan, krijg ik haar verhaal te horen.

De buren hebben een hond, en die blaf de hele dag, ze wordt er gespannen van krijgt er paniek aanvallen van, en dat terwijl het de laatste jaren zo goed met haar is gegaan, van de psychiater heeft ze extra medicijnen gekregen, maar het is toch van de zotte dat zij extra medicijnen moet slikken omdat haar buren de hond niet in toom kunnen houden?
Ze heeft een klacht ingediend bij de woningbouw vereniging en die hebben die mensen verplicht een anti blaf band voor de hond te kopen, maar die doen ze niet om bij het beest, vinden het zielig voor het beest, en de buurt moet niet zo zeiken.
Ze wil de woningbouw vereniging weer bellen maar is bang dat ze haar een zeikerd vinden, door deze gedachte raakt ze nog meer in paniek.

Ik hoor de tranen in haar stem, de trilling van frustratie, de klanken van paniek.
Ik denk aan mijn eigen hond die nog te logeer is bij mijn ouders, gisteren vertelde mijn vader nog dat onze kleine viervoeter behoorlijk van leer kan trekken tegen de postbode en ook als ze andere honden ziet lopen langs de tuin van mijn ouders.
Dat gedrag keur ik niet goed, bij ons thuis straf ik het af desnoods met een tik op haar neus, het is een moeizaam traject een terriër verkeerd gedrag afleren, de aanhouder wint bij deze beesten, dat weet ik maar als je je houding verslapt slaan ze toe, het karakter van de terriër staat daar bekend om.

Waarom hebben wij dan zo'n ingewikkeld beest vraagt u zich nu af?
Om dat het wereld honden zijn, speels, eigenwijs en trouw aan hun baas, ze zijn redelijk eenkennig geen alleman vrienden, dat maakt ze zo leuk en ik ben er mee opgegroeid met deze eigenzinnige beesten.

Ik besluit de paniek cirkel waarin deze vrouw zit luchtig te doorbreken, ik weet als geen andere hoe het is om een een bepaalde gedachte spiraal vast te zitten, paniekaanvallen zijn mij niet onbekend helaas, gelukkig ben ik er al jaren van af.

Ik zeg haar dat ik van geluk mag spreken dat mijn hondje uit logeren is, anders had ik misschien de pech dat we tijdens het bellen onderbroken worden door het geblaf van mijn beestje, en dat zou ik heel vervelend vinden omdat het gesprek gaat over luidruchtige honden.

Ze is even stil maar dan hoor ik een lach, ze vind het grappig dat ze met haar honden geluid overlast beklagt bij een lotgenoot aanklopt die zelf een hond heeft.
Ik vertel haar dat ik het asociaal vind om je hond lang te laten blaffen, als eigenaar ben ik mij bewust van de overlast die het de buren kan bezorgen, en daarnaast vind ik het zelf ook heel onprettig dat geblaf in huis.

De dame vertelt nogmaals dat ze er tegen op ziet om de woningbouw te bellen.
Ik vraag haar waarom, het is niet zo dat deze mensen haar wat aan gaan doen omdat ze een gegronde klacht doorgeeft, ze kunnen hooguit zuchtend haar klacht in behandeling nemen meer niet.
En al zouden ze naar je blaffen, bijten dat doen ze zeker niet, zeg ik haar.

Dat had ze even nodig iemand die haar verhaal aan hoort en gewoon zegt dat het niet zo groots is als ze het in haar hoofd heeft laten worden.
Dank je dit gesprek is goud waard, zegt ze met een lach als we het gesprek afronden.
Ik bedenk mij dat ik dit werk erg leuk vind, en er nog niet mee wil stoppen.



Foto; mijn kleine blaffer die alleen speels bijt omdat ze nog jong is.

maandag 3 maart 2014

Hoog in de bergen



“Mama! Waar was je!” Roept kindje uit als ze klaar is met de skiwedstrijd.
“Alle ouders stonden aan de kant aan te moedigen en jij was er niet bij!, als ik heb verloren komt het door jou!” Gaat ze op geïrriteerde toon verder.
Ik kijk naar haar verontwaardigde gezichtje, wist ik veel dat het de bedoeling is dat je je kind aanmoedigt als ze op de laatste dag van de ski les week een parcours afleggen om te kijken wie het snelst is.
“Ik stond expres op een afstand toe te kijken schat”, verzin ik, “je presteert meestal beter als ik er niet ben, weet je nog je laatste hockey wedstrijd? Toen speelde je de sterren van de hemel volgens de moeder van Lotte, ze grapte nog dat ik beter niet kan komen kijken”.
Kindje neemt genoegen met mijn uitleg en skiet weg naar haar groepje ze gaan na de wedstrijd nog even de grote pieste op.

Ik kijk haar na, ze skiet zelfverzekerd achter de leraar aan, het plaatje is fantastisch, haar vel roze ski jack en donkerblauwe sterretje ski broek steken af tegen de witte sneeuw.
Vrolijk zwaaiend zit ze even later in de stoeltjes lift, ik neem plaats op het terras kijk naar de scherpe bergen van de Zwitserse Alpen, die slechts aan de noordkant voorzien zijn van sneeuw, het lijkt wel lente. Het is lente!, de vogels kwetteren, en maken elkaar het hof, de sneeuwklokjes komen her en der boven de grond en de zon schijnt vrolijk, de sneeuw is niet al te best maar gelukkig goed genoeg voor kindje om een week les te hebben en in de middag lekker zelfstandig de berg af te denderen.

Het is weer geweldig om terug te zijn in Zwitserland, ik ben dol op de bergen altijd al geweest net zo goed als ik dol ben op de zee, ruigheid heeft mij altijd getrokken, de elementen zien en voelen, ruiken en mee omgaan, dat kan ook in ons vlakke land maar het is toch anders.

Dit jaar moest mijn vriendin werken voor het bedrijf van haar man een van de werknemers was een maand naar Thailand, en zij moest dus “in buro”zoals ze het daar noemen een paar dagen live aanwezig zijn, geen probleem zegt mijn beste vriendin, neem mijn auto maar dan kan je je dochter zelf naar de les brengen, het ski gebied bevind zich op twintig minuten rijden van haar woning.

Ik zag er tegen op maar vraag mij na een week af waar tegen ik opzag, het is niet zo dat ik nog nooit in de bergen heb gereden, als jongvolwassene reed ik zelfstandig naar zuid Frankrijk om vakantie te vieren in de caravan van mijn ouders in de bergen met mijn toenmalige vriendje.

Met het 1,2 motortje wat het mobiel van mijn vriendin rijk is schakel ik mij een ongeluk om de steile bergen te bedwingen, en glij ik elke dag keurig de parkeerplaats op, om vervolgens kindje om de afspreek plaats te droppen en met andere moeders koffie te drinken op het terras van het enige restaurantjes wat dit ski gebiedje rijk is.
En nu niet denken dat ik in vloeiend Zwitser-Duits converseer met de locals, nee in dit desolate gebied wat niet toeristisch is kom je altijd een of twee Nederlandse stellen tegen, ook dit jaar weer.
Deze mensen hebben allemaal een binding met Zwitserland, het zij dat ze er gewerkt hebben, het zij zo dat ze half Zwitsers zijn of een echtgenoot hebben die dat is.

Dit jaar kwam ik beide gevallen tegen, de ene was getrouw met een halve Zwitser, de ander heeft een paar jaar in dit gebied gewerkt.

“O wat leuk”, zeg ik tegen de vrouw die daar heeft gewerkt, “wat voor een werk deed je hier?”
“Ik ben psychiatrisch verpleegkundige”.
“O”,.........
Ik slik de wens in om meteen een punt achter de gezelligheid te zetten in, ik heb geen zin in gesprekken over mijn aandoening, maar dat hoeft ook niet bedenk ik mij, als ik niet zeg waar ik last van heb dan is er ook geen gesprek over.
“Ik ben keuken ontwerper”, zeg ik haar.
Het gesprek gaat even over keukens, en vervolgens over de vorderingen die de kinderen maken op de piste, haar zoontje heeft een oogafwijking waardoor hij geen diepte ziet, een handicap als je skiet.
We paten een praatje pot zoals het hoort tijdens een vakantie, en maken foto's van de kids.

In de loop van de week plaats wat foto's op facebook.
Kindje op de ski's, de voorraad Thommy saus die ik voor manlief, die niet mee is maar dol op dit goedje is, heb ingeslagen, de ijsje waarop ik de kinderen de laatste dag heb getrakteerd.

Een van mijn facebook vrienden vraag mij hoe het nu met mij gaat, heel lief, ze leest mijn stukje en weet waar ik last van heb.
Het gaat geweldig maar niet te goed.
Ik slik alles, schrijf ik haar, en dat klopt ik slik de drukte, de immensiteit die mij zou kunnen overweldigen door een fantastische week met een prospectie die ik met middelen kan hanteren, tenminste ik ga er vanuit dat het mij ook deze keer weer gaat lukken.

Hoog in de bergen houd ik mij voor dat er een dal kan komen, waar ik net als het zoontje van die ene vrouw geen zicht op heb, maar is het een kwestie van niet zien of niet willen zien, in mijn geval.

Ik neem rust nu ik weer thuis ben probeer alle geweldige indrukken in goede banen te leiden, zodat het thuiskomen geen diep dal wordt al leven wij vijf meter onder zee niveau.