zaterdag 25 februari 2012

Stoffige fles



Waar komt u voor?, vraagt een warrig grijsharig mannenhoofd uit het raam vanaf de eerste verdieping.
Ik sta voor de deur van een statig stads pand met uitzicht op het park, van de vier mogelijke bellen die ik kan indrukken naast de voordeur kies ik het bordje kantoor, ik weet dat ik op het goede adres ben een bescheiden emaillen bordje op de gevel geeft zijn werkzaamheid en werkadres weer, ooit vertelde hij mij dat hij boven zijn kantoor woont.

Hij is niet veranderd hooguit een paar jaar ouder, glimlachend deel ik het warrige grijze haar mede dat hij mij waarschijnlijk niet meer kan herinneren, maar dat ik een belofte kom inwilligen.
Wacht even, nu herken ik je, je naam is mij even ontschoten, jou zaak, ik weet het weer, spreekt hij zijn overpeinzingen hardop uit.
Drie jaar geleden heeft u een RM zaak voor mij gewonnen, zeg ik, ik kom u de beloofde fles brengen.
Kom binnen, hij duikt weg en een paar seconde later gaat de voordeur met een zoem open.

Drie jaar gelden besloot de psychiater dat, in mijn belang,het beter was dat ik bleef.
God wat heb ik die man vervloekt, zijn uitspraak en actie, ik wilde het liefst uit mijn dak gaan en hem aanvliegen.
Gelukkig was ik door de pillen niet meer manisch en kon ik mijn hypomane ik nog net inhouden.
Het waren overigens niet alleen de pillen die mij tegen hielden om het beest in mij niet de vrije teugel te geven, ik kende hun reprimande, terug naar de gesloten.
Ik kijk hem aan met een valsheid van een hond, mijn oren liggen plat in mijn nek mijn tanden zou ik het liefst ontbloten, grommen ja dat doe ik maar meer niet ik voel de stekelige halsband die de gesloten heet zich strak trekken om mijn nek.

Ik wacht en wacht, de IBS is verlengd waar blijft die RM zitting?
Na vijf weken wachten trek ik aan de patiënten vertrouwenspersoon bel.
Ze zijn snel met hun acties.
In de holst van die zelfde nacht, klinkt leuk, maar het was gewoon avond, komt hij aan scheuren op zijn motor, mijn raadsheer.
Zijn haar is in de war door zijn helm, hij probeert het recht te strijken zonder succes.
Vini Vidi Vici is van toepassing op deze man;

Hij kwam per motor.
Hij zag mijn zaak.
Hij overwon het BOPZ systeem.

Hij eindigt de zitting met deze woorden:
Nochtans, wil ik aanmerken dat justitie in zaken het dossier mw.G. het termijn van drie weken ruimschoots heeft overschreden met het dubbelen aantal, zes weken.
Mijn cliënte heeft daarom volgens rechtswege recht op een schadeloosstelling aangaande deze overschrijding, temeer daar zij ten onrechte, gezien de vrijspraak, in deze instelling heeft verbleven.
De oratie van mijn raadsheer wordt keurig genoteerd door de griffier, de rechter knikt.
Deze zaak verdient niet de schoonheidsprijs, zegt ze nuchter.

U hoort nog van mij, zegt hij bij het afscheid, deze zaak krijgt nog een staatje, zijn ogen glunderen fanatiek.

Een jaar later ontvang ik een dikke envelop van hem, de zaak en de uitspraak van de rechter, ik word schadeloos gesteld voor een bedrag waar ik een nieuwe laptop van koop.
Ik bel hem op om hem te bedanken, waar kan ik u mee verblijden?, vraag ik.
Whiskey, een goede fles van zijn favoriete merk.
Ik koop de grootste fles en neem mij voor zodra de gelegenheid zich voordoet de fles persoonlijk bij hem langs te brengen.

Twee jaar lang ligt de fles in mijn wijnrek bedekt onder een laagje stof, ik denk met een regelmaat aan het feit dat ik het nog steeds langs wil brengen, opsturen vind ik te onpersoonlijk.
Twee jaar later ben ik zover.
Ik veeg de stof van de fles en voorzie het van een feestelijke verpakking.

Ik open zijn voordeur, mijn raadsheer komt verontschuldigend voor zijn badjas de trap af, ik ben met pensioen, zegt hij, en zat de krant te lezen in nacht kledij.
Kom binnen, wat een genoegen dat ik u nog eens zie, vervolgt hij warm.
Ik haal de fles uit mijn tas, en zet hem op zijn bureau.
Wat attent van u!, dit had ik niet verwacht, zegt hij blij verrast.
Ik heb het u twee jaar gelden belooft, zeg ik, helaas ben ik niet eerder in de gelegenheid geweest om het langs te brengen.
Ik ben dan wel met pensioen zegt hij, maar ik zal u gift noteren in het dossier, weet u trouwens dat het een jurisprudentie is geworden?

O nee, echt! zeg ik met een lichte schrik.
Ik weet wat dat inhoud, mijn zaak is de eerste gewonnen zaak op het gebied van een schadevergoeding voor te lang tegen je wil opgesloten zitten bij een GGZ instelling.
Andere advocaten kunnen in de toekomst in soortgelijke zaken refereren naar
het dossier mw. G.

Mijn eerste schrik reactie maakt plaats voor bewondering voor deze man in badjas en warrige haren.
Het is een Pro Deo zaak, een verplicht nummertje voor advocaten in principe gooien deze goed verdienende mensen er met de pet naar als het gaat om het recht halen voor IBS en RM klanten.
Hij niet, hij is voor het uiterste haalbaar gegaan en heeft het gekregen, voor mij.

Wat jammer dat u met pensioen bent, zeg ik, ik had graag, of eigenlijk liever niet, maar als het toch nog eens voorkomt, gebruik gemaakt van uw diensten.

U mag mij altijd bellen, zegt hij, ik ken wel wat amices die net zoveel hart voor de zaak hebben als ik.
Met een tevreden gevoel neem ik afscheid, wat een mooi mens, ik ben blij dat ik de stof van de fles heb geveegd en het hem heb kunnen schenken.
Bedankt mr. K.



maandag 20 februari 2012

Hoge poten




Op hoge poten loop ik letterlijk en figuurlijk, figuurlijk niet altijd maar letterlijk wel.
Ik heb stelten, naar verhouding dan.
Vroeger was het kopen van een nieuwe broek een drama, ik liep altijd in hoog water modellen ook als het niet in de mode was,of in een aangesnoerde taille maat te groot daar de pijp lengte wel toepasselijk was maar de omvang niet, totdat Levi als eerste in Nederland met lengtematen kwam, ik draag nog steeds graag spijkerbroeken.

Mijn zus en ik stonden bekend als de mooiste benen van het Gooi, lang slank en getint, niet dat wij ons er bewust van waren. het was het oordeel van de hockey mannen die blijkbaar niet naar het spel van de hockey dames kijken maar allen kijken om de dames te beoordeelde op hun lichaam, als in borsten, billen en benen, en benen dat hebben mijn zus en ik, stelten.

Stelten als in lang en fragiel met namen, mijn zus en ik wisselde de krukken af, zij heeft twee zwakke enkels ik een zwakke knie.
Het groene kruis vroeg regelmatig waar hun uitgeleende krukken bleven omdat zij niet wisten dat wij per toerbeurt gebruik moesten maken van deze hulpmiddelen.

Wat mooi is aan de buitenkant wil niet zeggen dat het gezond is aan de binnenkant.
Wij moeten beide onze inmiddels minder fraaie stelten stutten met hulpmiddelen van buitenaf, mijn zus heeft enkel braces ik een knie brace.
Hoge poten vangen veel wind zal ik maar zeggen.

Hoge poten als in de figuurlijke zin ook daar hebben wij last van zowel mijn zus als ik zijn niet de types die over zich heen laten lopen als er misstanden zijn dan.
Naast onze lange benen stonden wij bekend om onze lange tenen tijdens een partijtje hockey, een blunderde scheids werd genadeloos genuanceerd onder vuur genomen.

Hoge poten, ook de GGZ heeft mijn stelten meegemaakt, ooit heb ik in een worsteling die als doel had mij medicijnen toe te dienen tegen mijn wil, op een Xenia Onatopp (als in 007/Famke Janssen) manier mijn stelten in de strijd gegooid, één belager kwam genadeloos in aanraken met het bereik van mijn lange benen niet dat het zin heeft gehad het in een 1 tegen 4 situatie.
Op hoge poten schreef ik een klachten brief over het functioneren van de gespecialiseerde bipolair poli waar ik daarna onder behandeling kwam.
Krachtig schopte ik tegen al hun manco's aan maar mijn blessure gevoeligheid heeft er voor gezorgd dat ik niet weg kan lopen.

Hoge poten, lange stelten vandaag kwam ik er weer achter hoe fragiel mijn onderstel eigenlijk is, ik wist eigenlijk wel dat er iets niet goed was met mijn enkel maar ging toch naar de hockeywedstrijd.
Gaan Gaab, niet zeiken gewoon gaan negeer het manco maar.
Ik kwam niet verder dan het rondje inlopen, het was alsof iemand een mes in mijn enkel stak.
Met tranen van pijn en frustratie in mijn ogen moet ik mijn team mede delen dat het niet ging.

Frustratie ten top, zittend in de dug-out kwamen allerlei donkere gedachten in mijn hoofd, daar zit je weer aan de zijlijn zie je wel net als in het leven, zoals je niet kan vertrouwen op je geest kan je ook niet vertrouwen op je lichaam. Kut, kut ,kut.

Trut, trut, trut, spreek ik mijzelf toe, doe even normaal!
Het is een spelletje, die blessure gaat over die geestelijke ziekte niet weliswaar maar je ben best redelijk in staat om het te handelen, waar lul je over.

Hoge poten, soms zou ik wensen dat ze wat korter en gespierder zijn, maar je kan niet alles in je leven hebben zoals je het graag zou willen zien.
Genetisch gezien ben ik behept met mijn manco's.
Lichamelijk en geestelijk.
Leef er maar mee, koe op stelten.



dinsdag 14 februari 2012

Blauw



Meer blauw op straat! Dit was een speerpunt in het verkiezingsprogramma van de PVV.
Wie goed las zag ook dat de PVV een versobering van de GGZ als doelstelling had, en dat is ze gelukt.
Wat een macht heeft de gedoog partner die de VVD en CDA als marionetten poppen uit de hoogte aan  bijna onzichtbare draden delegeert.

Het is een goede beslissing om meer blauw op straat te promoten, het zal nodig zij er komen meer verwarde mensen die zorg moeten mijden, uit financieel oogpunt, en daardoor in aanraking komen met justitie. 
Bedankt voor de eigen bijdragen vazal VVD  die met instemming  van het CDA deze onzinnige en geld kostende maatregel er door heeft gedrukt.
De nieuwe politiekorpschef van Amsterdam sprak zijn bezorgdheid uit tijdens zijn toespraak ter ere van zijn aantrede.
Door de eigen bijdrage voor de GGZ zorg zullen er meer politie interventies komen, 30 % van het huidige politie ingrijpen is al GGZ gerelateerd dit zal in de toekomst meer worden, sprak de man ernstig uit.

30%, het lijkt veel maar uit eigen ervaring weet ik dat het zo is.
Ogenschijnlijke normale mensen, zoals ik, kunnen de weg kwijt raken en in aanraking komen met het blauw wat in mijn ogen op straat hoort en niet in mijn huiskamer.

Vier jaar gelden zat ik op een maandagmorgen op zolder achter onze vaste computer,ik was naarstig op zoek naar de eerste mogelijke vlucht, ik moest weg, weg van alles en vooral weg van de drukte in mijn hoofd.

Het weekend daarvoor had ik al een poging gedaan om te vluchten, mijn sterke man had mij letterlijk tegengehouden.
De crisisdienst stond midden in die nacht nog op de stoep.
Ik lag te slapen, ik was nog net helder genoeg om wat slaappillen in te nemen omdat ik nog net de realiteitszin had om in te zien dat het onzin was om op dat moment mijn zin door te drijven.

Ik moest weg, ik wilde een vlucht boeken naar het einde van mijn wereld.
Als een bezetene, of ik was bezeten van dat idee, het is maar net hoe je het wilt zien, zocht ik het internet af naar de vlucht van mijn oneindigheid.

Manlief bleef die dag thuis van zijn werk, en vroeg mij of ik meeging naar de crisisdienst.
Naar de crisisdienst? Die is gek!

Mijn vingers vlogen over het toetsenbord, op zoek naar de mogelijkheden;
Arke, KLM, en Easyjet boden reizen aan, maar wat moest ik kiezen?
Wie bracht mij naar waar ik wilde zijn waarom had niemand als reisdoel ver,ver, Verweggistan?

Gaab, er zijn mensen voor je, zegt manlief rustig als hij wederom onze zolderkamer betreed.
Mensen? hoezo mensen, vraag ik afwezig terwijl ik een vlucht naar Zuid Afrika beoordeel en kijk of het dicht genoeg bij Verweggistan komt.
Kom even mee naar beneden, zegt hij.
Als een onwillig kind die weggerukt wordt bij haar poppenhuis volg ik hem de trap af.

Drie man in blauw staan tot mijn verbazing in mijn huiskamer, nou ja blauw, wit overhemd en blauwe broek, het was hartje zomer.
Gelukkig heb ik een leuning aan mijn trap anders was ik er spontaan van afgevallen van verbazing.

Wat komt u hier doen!, vraag ik boos, u heeft niet zomaar het recht om mijn huis te betreden!
In uw geval wel mevrouw, zegt een der agenten nuchter, wij zijn hier om u naar de crisisdienst te brengen.
Drie grote bonken vullen de ruimte.
Fuck, fysiek kan ik niks beginnen.
Ik loop naar buiten waar mijn asbak en sigaretten zich bevinden, de blauwe bonken volgen direct.

U bent hier om mij naar de crisis te begeleiden?, vraag ik als ik krachtig de rook uit mijn longen pers,
wat zijn jullie de loopjongens van de GGZ!
Mevrouw onze opdracht is op u naar de crisisdienst te begeleiden.
O ja! roep ik nog net niet hysterisch, nou ik zal die klunzen van de GGZ wel even mededelen dat dit onzin is!

Ik kan niet anders dan met ze meegaan, twee van hen wijken niet van mijn zijde. Mijn buurvrouw met boodschappentassen in haar hand kijkt mij verschrikt aan als ik in de Golf geduwd wordt.
Ik zit klem tussen twee mannen van de 'sterke arm', de ene ruikt naar goedkope aftershave de andere naar zweet.
Onderweg maak ik nog wat kut opmerkingen over hun zielige auto waar drie volwassenen niet normaal in passen en hun onderbetaalde baan.
Ik ben boos en zij zullen het weten.
De oudste van de drie draait mijn arm hard op mijn rug als we bij het ziekenhuis aankomen, hij duwt mijn arm hoger dan nodig.
Au lul!, zeg ik verontwaardigd, hij gromt van genoegen, het is duidelijk dat hij niet echt blij is met die irritante dame die in zijn ogen duidelijk bij de GGZ geparkeerd moet worden.

Blauw, meer blauw op straat prima, maar ik vreest dat er meer blauw in huis gaat komen, op plekken en vooral bij mensen die dit niet hoeven mee te maken als de GGZ net als de reguliere gezondheidszorg gewoon toegankelijk blijft.
Als mens met een geestelijke aandoening heb ik de 'sterke arm' mogen meemaken, in de tijd dat ik nog niet wist wat er met mij aan de hand was.
De diagnose werd gesteld na deze gebeurtenis.
Ik haal het niet meer in mijn hoofd om het zover te laten komen, houdt braaf contact met de GGZ al kost het mij geld, ik kan het betalen.  
Ik kan mij goed voorstellen dat er mensen zijn die zorg gaan mijden en in dit soort situaties belanden of erger, met diagnose en in de wetenschap dat ze zorg nodig hebben maar er voor kiezen om de huur te betalen in plaats van de psychiater.

Meer blauw op straat het wordt zeker nodig met deze nieuwe bezuiniging. 
Het is dweilen met de kraan open.
Bedankt kabinet voor jullie wel doordachte besluit.
Not............

vrijdag 10 februari 2012

Pantoffeldiertje



Het is een klein eencellig beestje die een ieder leert kennen tijdens de biologie les,
naast de amoebe dan die als een vormloos wezen ten toon wordt gespreid.
Het pantoffeldiertje is anders het heeft kleine uitsteeksels en een vaste vorm, als in hé het lijk op een pantoffel!

Ik schrijf een ode aan mijn pantoffeldiertje mijn, of zoals iemand in een vergelijkbare situatie haar man ooit beschreef als haar mantelzorger, mijn steun in een turbulent leven met een stoornis.
Mijn held op zijn sloffen.

Toen ik hem net leerde kennen hield hij keurig zijn schoenen aan, een maand na onze eerste kennismaking kwamen ze boven tafel, zijn pantoffels.
Zwart leer met een warme binnenkant.
Ik kan mij goed voorstellen waarom hij ze niet de eerste avond aan zijn voeten schoof, wat een niet romantisch stukje comfort zijn deze dingen.

Zelf ben ik niet opgegroeid met de pantoffel, mijn moeder komt uit het warme Suriname, daar loopt men op blote voeten men steekt hooguit een slipper aan de teen als de ondergrond het vereist dan.
Warmte is er genoeg in dit land, niet in ons Nederland, in de zomer loop ik op blote voeten in de winter gaat er hooguit een sok omheen.

Mijn pantoffeldiertje, hij zou op zijn sloffen zijn levenspad kunnen bewandelen, ware het niet dat hij getrouwd is met een turbulente vrouw, die nog al eens de neiging heeft om van het padje af te raken.
Een vrouw die vreemd gedrag kan vertonen van hilarisch druk, tot agressief gedrag, tot diep in de put met de nodige neigingen en acties om een einde aan het leven te maken.
In alle gevallen moet hij toch echt stevig in zijn sloffen staan, nee niet in zijn schoenen die doet hij uit als hij thuis is, het zijn vooral de huiselijke perikelen die de slof voor hem deden opwaaien.

Met een regelmaat moest hij in het verleden keuzes maken die de gemiddelde partner niet hoeft te maken, wel of niet de crisisdienst inschakelen, wel of niet in overleg met de psychiatrie zijn vrouw laten opnemen.

Ga daar maar eens aanstaan, het dilemma, de wens dat hij die keus niet hoeft te maken maar de keuzes wel moest maken.
De wetenschap dat wat je ook doet, dat het nooit goed is.
Die hysterische vrouw die hij aan de lijn kreeg, die hem alleen maar verwijten naar zijn hoofd slingerde omdat ze op een plek zat waar ze voor haar gevoel niet thuis hoorde, en hij medeplichtig was aan het feit dat ze opgesloten zat.
Het feit dat hij ons kindje alleen moest opvoeden, naast zijn drukke baan,gelukkig met de hulp van zijn en onze mantelzorgers.

Een relatie een trouwplechtigheid als in ziekte en gezondheid leg je af maar ga je er van uit dat het zover komt? En als je partner dan ziek wordt, hoe ga je er dan mee om?
Menig relatie is op de klippen gelopen voor minder dan onze situatie, ik hou gewoon niet meer van hem of haar is soms de rede om de handdoek in de ring te gooien.

Mijn held op zijn pantoffels deed dat niet hij had alle rede om een punt te zetten achter onze relatie. Ik heb het hem met een regelmaat gevraagd.
In manieën vervloekte ik hem als hij de knoop doorhakte voor opnames.
In depressies vroeg ik hem met regelmaat wat hij in godsnaam nog bij mij deed, zoek een echte vrouw.
Nee schat, zei hij dan, ik heb voor je gekozen in voor en tegenspoed, al houdt je nu niet van jezelf, ik wel van jou...........Ik breng je naar het ziekenhuis.
Mijn god wat een dilemma moet het voor een partner zijn om deze keuzes te maken.
Ik zie hem nog met tranen in zijn ogen staan elke keer als het weer zover was, met of zonder dwangbevel, ook hij verloor elke keer weer.

Mijn held, mijn zacht gevoerde warme pantoffeldiertje, die op zijn sloffen mijn wereld veroverde en alles heeft kunnen doorstaan.
Dank je lieverd.

Een ode aan mensen als mijn man, de pantoffel helden van deze wereld.


woensdag 8 februari 2012

Holééé de Hollandse fiets!




Het mag dan wel hartje winter zijn maar ik loop graag vooruit op de feiten, de Elfstedentocht koorts houdt een ieder in de greep, mijn dochter staat elke dag op de schaats.
Ik niet, ik ben niet zo'n wintersporter, zet mijn slappe knie in als excuus om niet te glibberen op het gladde ijs of om met latten onder de voeten van een berg af te stuiven, de dikte van de Friese ijslaag houdt ik zijdelings in de gaten.

Ik ben in mijn hoofd al bezig met de aankomende zomer, dit jaar hebben we een EK en de olympische spelen op het programma staan, mijn fiets is de inspiratie, ik voel een ludiek project opborrelen.

Toen wij vanuit de stad naar buiten verhuisde kocht ik voor het eerst een goede fiets, dit was eindelijk mogelijk, in de stad kan je wel een nieuwe fiets ambiëren maar de kans is groot dat je er niet lang plezier van hebt.
Drie oude lijken zijn er gestolen in de 11 jaar dat ik er woonde.
Wij woonde op een bovenwoning dus de fietsen stonden met een paar sloten aan de lantarenpaal voor ons huis vastgeketend.
Niet dat de sloten zin hadden, je kan net zo goed je fiets open laten staan, weg is weg wat je ook doet om dit te voorkomen.
In de buitenwijk zijn wij in het rijke bezit van een schuur en een afgesloten tuin.
Wat het geboefte niet ziet zal minder snel gesloten worden, denk ik dan maar.
Eindelijk de mogelijkheid om het barrel in te ruilen voor een echte tweewieler die niet kraakt en spontaan uit elkaar valt, zoals fiets vier ook graag doet.

Met manlief liep ik door de winkelstraat van onze nieuwe woonplaats, ik was net vrijgelaten en stuiterde nog gezellig na.
De plaatselijke fietsen handelaar had zijn mooiste fietsen buiten staan, mijn oog viel op een mooi oranje exemplaar die er uitsprong in dit doe maar normaal dorp.

Whoow, dat is hem!, zeg ik vrolijk tegen mijn man, een cargobike noemen ze het met bakkers frame en extra dikke banden.
Daarmee kan ik mooi boodschappen doen bij de plaatselijke super!
Mmmm, zegt manlief, dat is inderdaad handig, maar oranje?,
Gaab jij ben meer een zwarte fietsen type.
In dit soort periodes niet,
ik wil hem, ik wil hem, ik wil hem!
Ik ben dan niet uit die gedachte te halen, manlief weet dit inmiddels en denk allen maar, niet tegen in gaan dat is zinloos, tot op zekere hoogte gaat hij mee.

Mijn oranje fiets bracht mij overal, binnen een radius van 15 kilometer dan, auto rijden mocht ik niet ik slikte vier soorten medicijnen die allen voorzien waren van die knal gele stikkers, pas op met alcohol en autorijden staat er duidelijk op.
Samen met de SPV' er was ik er achter gekomen dat de verzekering moeilijk kon gaan doen als ze er achter kwamen dat ik zoveel geel bestikkerde medicijnen slikte. Dan maar het zekere voor het onzekere nemen, mijn autosleutels inleveren en op mijn oranje ros de omgevingen en mijn aangepaste leven verkennen.

Met grote internationale sport evenementen, kreeg ik altijd reacties, toeterende auto's, de vraag of ik speciaal deze fiets oranje had gemaakt voor de WK of spelen.
Grappig, ik heb deze mensen maar niet verteld waarom mijn fiets oranje is en dat het niks te maken heeft met deze sportieve periodes maar meer een hypomane actie van mij was.

Toch zie ik de humor er wel van in, deze winter, als ik uitkijk naar het betere weer en deze sportieve oer Hollandse periodes waarbij een ieder een dieper gevoel van vaderlandse liefde heeft.
Wat is er grappiger dan een Hollandse fiets te maken voor de aankomende overvolle sport zomer.

Ik ga langs bij de plaatselijke fietsen- handelaren en vraag ze of ze een wit kratje verkopen, bij nummer drie scoor ik er een, bij de Gamma haal ik twee potjes verf.
Drie maal raden in welke kleuren.

Terwijl een ieder op de schaats staat schilder ik een rode en een blauwe streep aan de boven en onderkant van het kratje, het resultaat is niet perfect, maar ja schilderen is niet mijn specialiteit.
Voor mijn gevoel is het geslaagd, nog een Delftsblauw geprinte zadelhoes er bij en het plaatje is compleet;

Holééé, x3 en een holéééééééé er achteraan al in het synoniem van ons volkslied,deze zomer fiets ik als getinte Nederlandse op een oer Hollandse fiets, eat this PVV.
Ik ben een combinatie van zuurkool en bruine bonen, en wordt daarom soms verward met het uiterlijk van een noord afrikaan.
Toeter maar mensen!
Oom agent zal er geen bon à 350 euro voor uitschrijven, tenminste daar ga ik niet van uit, deze zomer dan.


maandag 6 februari 2012

Uitroken



Waar rook is is vuur, denk ik als ik voor het eerst weer naar buiten mag, nou ja buiten.
Het is een met plexiglas afgeschermde buitenruimte van de gesloten afdeling, de wand is ca. vijf meter hoog je kan er doorheen kijken naar een stukje normaal leven. 
Volgens mij hebben ze het daarom zo bedacht, kijk maar gekkie!, als het goed met je gaat mag je daar weer rondlopen!

Op een bankje zit een meisje voor zich uit starend een sigaret te roken, ik ruik de lucht en vraag haar een sigaret.
Zonder wat te zeggen steek ze er een toe, de aansteker volgt op de zelfde afwezige manier.
Ik steek de sigaret aan, mijn acht rookvrije jaren gaan in vlammen op.

Roken, stoer, spannend, mag niet.
Als vijftien jarige meisjes stalen mijn beste vriendin en ik wat menthol sigaretten uit het kantoor van haar moeder.
Spannend wij wilde ook wel eens stoer zijn en iets doen wat niet mocht van onze ouders.

Over mijn longen roken leerde ik van mijn zus, wie beweert dat zijn of haar eerste sigaret lekker smaakt liegt, en toch ga je er mee door, waarom?
Het is stoer, spannend, en het mag niet.
Ik heb mij daarom voorgenomen mijn dochter het niet te verbieden als ze op die leeftijd is, haar hooguit voor te lichten met wat mooie foto's van rokers longen bijvoorbeeld, en haar vriendelijk te verzoeken dat als ze rookt zij dit in bijzijn van haar ouders mag doen, hopelijk haar dooddoener.

Het is als de seks voorlichting die mijn ouders ons gaven, ik was twaalf, de jongste van drie dus relatief jong maar ja mijn broer was vijftien en voor hem was het de hoogste tijd om het één en ander te leren over het fenomeen sex, al wisten mijn zus en ik allang dat er vieze boekjes onder zijn bed lagen.
Mijn ouders eindigde de voorlichting met de uitspraak, en als jullie dan toch sex willen hebben dan ligt er een pakje condooms in pappa's nachtkastje.

Wat een dooddoener, je mag sex hebben van je ouders als het maar veilig gebeurt!
De spanning van het stiekem doen was weggenomen, hadden ze maar ook zo relaxed over roken gedaan dan was ik er waarschijnlijk niet aan begonnen.
Haha, sex daar ben ik uiteindelijk wel aan begonnen, anders had ik nu geen kind, maar heb er wel mee gewacht tot ik jong volwassen was en inderdaad de eerste jaren keurig met condoom.

Mijn voornemen om mijn kind op die manier te benaderen als ze overweegt te gaan roken lijkt mij een beter plan dan om het haar resoluut te verbieden, wie weet werkt het maar dat weet ik pas over ca. acht jaar.

Roken, ik baal nog steeds van het feit dat ik die sigaret vroeg, kreeg, en weer begon.
Helaas gaf het rokende kankerstaafje even rust toen ik stijf stond van de spanning, een week eenzame opsluiting gaat je niet in je koude kleren zitten.
Daarnaast is het zo dat het sigaretje een tijdverdrijf is, en tijd dat heb je zat op een opname afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, en helemaal op een gesloten afdeling, bij gebrek aan afleiding ga je maar sigaretten roken in de rokers ruimte.
Je mag uiteindelijk onder begeleiding naar buiten en wat is een beter excuus om naar buiten te gaan dan, mijn sigaretten zijn op ik moet een nieuw pakje kopen!

De beste gesprekken met de verpleging heb ik gehad tijdens hun rookpauzes, onder het genot van een sigaretje praten is prettiger dan de geplande gesprekken voeren met een lauw kopje koffie.
Inmiddels is het bijna drie jaar geleden dat ik voor het laatst opgenomen ben geweest, toch rook ik nog.

De spanning die in mijn lijf zit neemt langzaam af, het rustgevende effect van het sigaretje heb ik eigenlijk niet meer nodig, nu nog de gewoonte afleren.
Ik heb het eerder gedaan dus ik weet dat ik zonder kan.
Het wordt tijd om die gewoonte uit te roken denk ik als ik er nog één opsteek.........

zaterdag 4 februari 2012

Halo-Peri-Dol




Hallo witte vriendjes, die ik sinds een paar dagen begroet schrijf ik op een forum vorig voorjaar.
Mijn ergernis en frustratie druipt nog net niet weg tussen de toetsen.
Grrrrr, een jaar medicijn vrij was ik, ruim, ik krijg zin om in mijn agenda terug te bladeren om het exacte aantal dagen te achterhalen, niet doen Gaab het is geen wedstrijd, het is het leven met en het leren toegeven wanneer je op- of over de grens gaat.

Knarsetandend, moet ik voor mijzelf onderkennen dat het niet goed gaat, ik zie weer dingen die er niet zijn ben druk in mijn hoofd en slaap, uh zeg maar rustig vrijwel niet, contra gedraag mij een slag in het rond maar red het gewoon niet meer.
Het dreigende zwaard van daar ga je weer, de ontregeling die waarschijnlijk eindigt op een plek waar je liever niet komt, het psychiatrisch ziekenhuis, hangt boven mijn hoofd.

Met het laatste stukje gezond verstand sleep ik mij naar de poli, ik trek een kopje slappe koffie uit de automaat, in afwachting op haar komst.
Shit, de zoetjes zijn op, wat!
Hoe kan je op een psychiatrische poli geen zoetjes hebben!, denk na suffe facilitaire dienst!,
hier komen mensen die over het algemeen overgewicht hebben door dik makende medicijnen!
Het zoetje is een must hier!
Na grommende neem ik een slok van de koffie, au, te heet!
Welke idioot heeft dit apparaat ontworpen!, koffie hoort niet te koken!, de temperatuur hoort 94 graden te zijn, dus drinkbaar binnen een paar minuten, deze koffie is ver boven mijn kookpunt.

Nog na mokkend loop ik achter de vriendelijke dame aan die ik beter ken als de psych.
Had ik mijn tong maar dusdanig verbrand dat ik niet meer kon praten, dan hoefde ik haar niet de vraag te stellen die ik ook zonder blaren bijna niet uit mijn b...., mond kan krijgen.

Ik heb wat nodig om de onrust in mijn hoofd te temperen, komt er met moeite uit.
Haar blik licht op, wat wil je wat is er precies aan de hand?, vraagt ze vriendelijk.
Ik geef een korte beschrijving van hoe ik mij de afgelopen periode voel, wat ik zie en liever niet zie, wat ik herken als voortekenen voor een opkomende ontregeling.

Pillen, het is haar vak, ze trekt het arsenaal aan mogelijkheden open, een aantal ken ik al maar wijs ze resoluut af, de dik makende makkers, noem ik ze maar.

Heb je haloperidol, beter bekend als Haldol wel een geprobeerd? Vraagt ze na drie nee's op haar voorgaande voorstellen.
Nee, is dat niet een hele oude jongen? Ik zeg maar als uit het bejaardenhuis?
Klopt, zegt ze, het is een klassieke antipsychoticum waarvan het bekend is dat het in een lage dosering goed werkt voor mensen uit het Caraïbisch gebied.
Je bedoelt de import van dat gebied dan neem ik aan, de creolen, negers of slaven die daar zijn gedumpt een eeuw of bijna twee geleden, vraag ik ter verduidelijking.
Ja, de huidige inwoners van dit gebied.

Ik ben deels creools, een van mijn voorvaderen, trouwde als zoon van een plantage eigenaar een creoolse ex slavin, creools bloed, tja ook dat heb ik door mijn aderen lopen.

Het pilletje maakt niet dik, beloofd de bijsluiter, het geeft in een lage dosering weinig bijwerkingen en je kan er mee stoppen als je wilt.
Mmmm, als het dan toch moet doe die dan maar.

Haloperidol, wie heeft die naam verzonnen? Denk ik als ik het eerste pilletje in mijn mik duw.

Halo, als in ik groet in dit geval, of het Latijnse woord schild.
Peri, als in rondom.
Dol, als in gekte.
Het pilletje doet overigens zijn naam eer aan in mijn geval.

Ik zeg hallo tegen die kleine witte jongen in de periodes rondom mijn gekte.
En stop er weer mee als ik het heb kunnen overbruggen, al roept manlief weleens dat ik ze best iets langer mag slikken.
Hahaha,hallo die is per definitie dol!