Als ik thuis kom van een rondje met het
hondje op een zaterdag dat wij eigenlijk de boot uit het water zouden
halen, maar harde wind en lichamelijke ongemakken in de zin van, ach,
best leuk dat kleinste kamertje waar je de halve nacht hebt gezeten
omdat je darmen hun ongenoegen willen spuwen na, tja, wat heb ik
verkeerd gegeten?, zie ik manlief voor ons huis geanimeerd met de buurvrouw praten.
Zij met grote zonnebril en een wijntje
in de hand, zittend op het bankje voor hun huis, genietend van het
feit dat het eind oktober nog mogelijk is. Hij zit op een van de
stenen pilaartjes die de bouwer om het uiterlijk van een pittoreske
wijk te benadrukken bij elke ingang van de tuin heeft geplaatst.
Hè wat gezellig, manlief praat ook eens
met de buren, ik ga achterop om mijn fiets weg te zetten, eens per
dag neem ik ons beestje mee met de fiets zodat ze even lekker kan
rennen, en rennen kan ze in volle galop houdt ik haar niet bij op
mijn tweewieler.
Ik ben niet zo van de kletspraatjes,
groet een ieder keurig maar blijf nooit staan om het naatje van onze
nieuwbouw buurt kous te weten te komen.
Als ik door de buurt rijd zie ik
altijd her en der mensen staan praten met elkaar, en in de tijd dat
ik kindje nog van school ophaalde sloegen de buurt roddels mij om
de oren, met als standaard begin zin; weet je van... heb je gehoord van...
Nee, en het interesseert mij eigenlijk
ook niet.
Ik weet dat er zo over ons gesproken is
in de tijd dat het niet goed met mij ging, mensen die mij niet kenden
vertelde mij jaren later als ik eens open was over die periode dat ze
er van hadden gehoord maar niet wisten dat ik het was.
Ik vraag me dan af wat mensen beweegt
om over iemand te praten met iemand die die gene niet kent.
Sensatie
zucht? Of het feit dat er mensen zijn die blijkbaar geen eigen leven
hebben en dat van een ander dan maar breeduit moet meten en delen met
mensen die blijkbaar zo netjes zijn om het aan te horen, of zo iets.
Na mijn herstel kan ik niet zeggen dat
ik vrienden ben verloren, wel mijn buurtgenoten, waar wij vroeger
regelmatig contact hadden met een aantal, werd het in de loop der
jaren duidelijk dat wij niet meer dan buren waren en dat moeilijke
situaties als een geestelijke ziekte te ingewikkeld zijn voor
buurtgenoten.
Ik vind het prima, beter een goede buur
dan een verre vriend is andersom meer van toepassing, als ik kijk
naar wie er voor ons waren naast onze familie natuurlijk, onmisbaar waren zij
als het er echt op stond ik kan zeggen dat mijn ouders en
schoonouders van onmisbare waarde waren in de periodes dat ik
opgesloten zat, zij hebben er voor gezorgd dat het leven thuis
doorging en dat onze dochter weinig tot geen last heeft gehad van
mijn afwezigheid wat als met al een jaar aan opnames is geweest in
het tijdsbestek van anderhalf jaar.
Naast mijn familie waren het vooral mijn vrienden en met namen mijn beste vriendin die in Zwitserland woont waar ik de meeste steun aan had en nog heb.
Naast mijn familie waren het vooral mijn vrienden en met namen mijn beste vriendin die in Zwitserland woont waar ik de meeste steun aan had en nog heb.
Als ik via de achterdeur ons huis
binnen ga en de hond los koppel, naar de keuken ga en haar een koekje
geef zie ik uit ons keukenraam dat manlief nog steeds met de
buurvrouw praat, dat is lang voor zijn doen.
Na een tijdje besluit ik om ook maar
eens mijn sociale buurt gezicht op te zetten en deel te nemen aan het
praatje pot met de buurvrouw.
En een praatje pot wordt het, over de
buurt vrouw die onlangs verhuist is en wie er nu woont, ze weet alles
want zij is een van de vrouwen die met een regelmaat bij school of op
de hoek staat te praten met iedereen, als er meer buurtgenoten
gezellig mee komen kletsen vind ik het een mooi moment om af te
haken, manlief denkt het zelfde en wij verdwijnen geruisloos in ons
huis.
Biertje? Vraag ik manlief,
Ja lekker, zegt hij met een glimlach.
Wat een gedoe zeg, vervolgt hij, wist
jij dat ze min of meer uit elkaar zijn?
Wat?
Ja joh, de buurvrouw vroeg of het ons
was opgevallen dat de auto van de buurman niet of nauwelijks meer
voor de deur staat.
Jezus, zeg ik, ik dacht dat hij hem
gewoon achter parkeerde.
Jezus Gaab jij bent elke dag thuis heb
je dat niet gezien dan? Vraagt hij verbaast.
Nee schat ik ben niet echt het type wat
daar op let, wat er in de buurt gebeurt is niet mijn corebusiness, ik
houd niet bij wie wanneer waar is, wie het met wie doet en wie uit
elkaar zijn.
Ook niet van onze directe buren.
Ik moet zeggen wij wonen hier leuk, het
huis is geweldig de buurt ook, maar de mensen ach ja het zijn onze
buren, maar niet onze vrienden.
Maar moet ik niet eens met de buurman
praten, zegt manlief, het is toch belachelijk dat hij weg is, wat is
dat nou, je bent verdomme niet voor niks getrouwd, en hebt kinderen
dan vecht je toch voor je huwelijk?
Als je hem ziet dan kan je dat doen zeg
ik, maar het is je buurman niet je vriend.
Misschien ben ik wat lomp als ik dit
zeg maar, wat wil je dan als het beton tussen de huizen net zo dik en
gewapend is als de afstand die je tot je buren hebt, moet je je dan
met hen bemoeien als je dat anders ook niet doet?
Het zijn je buren....
Niet meer niet minder.