Lullen maar vooral luisteren is mijn vak, laat de klant praten vraag naar wat zij willen, het is essentieel in mijn werk.
De ultieme keuken verkoop je als je
goed naar de wensen van de mensen luistert en ze verwerkt in je
ontwerp, je scoringskans is aanmerkelijk groter.
Ooit toen ik nog leerling
verpleegkundige was kregen wij les in luisteren, laat de patiënt
praten stel open vragen, pik uit het verhaal de belangrijkste punten
en herhaal ze om te verifiëren of het geen jij denk dat iemand zegt,
ook hetgeen is dat deze persoon bedoelt.
Het is een van de meest waardevolle
lessen die ik destijds heb geleerd.
Waarom ga je uit de verpleging?, vroeg
mijn moeder verbaast toen ik haar mededeelde dat ik een andere baan
buiten de verpleging aan het zoeken was.
Wat zonde van je opleiding!, zei ze.
Nog steeds heb ik geen spijt van mijn
keuze, ik heb nog steeds profijt van hetgeen ik heb geleerd in de
verpleging naast gesprekstechnieken, heb ik ook goed geleerd mijn
werk te organiseren en het in een hoog tempo uit te voeren.
En dat is heel waardevol als je een
chaoot eerste klas bent van nature.
Vele jaren later kwam het geen ik
geleerd heb weer van pas.
Nadat ik diagnose manisch depressief
heb gekregen, en deze nogmaals werd bevestigd bij de gespecialiseerde
bipo poli waar ik mij naar heb laten verwijzen destijds, besloot ik
lid te worden van de VMDB, de vereniging van manisch depressieven en
betrokkenen.
Ik ontving het kwartaal blad de
plusminus, en ben een paar keer naar bijeenkomsten geweest.
Het lezen van andermans ervaringen
hebben mij altijd geboeid, ook al leek het in de verste verte niet op
mijn eigen ervaring, het is interessant op het te lezen en je een
voorstelling te maken hoe iemand omgaat met zijn aandoening.
De eerste jaren na de diagnose
vergaarde ik veel kennis, las veel op forums en nam ook actief deel.
In mijn boeken kast op zolder heb ik
een afdeling bipo boeken, van autobiografische boeken als Tika,
Koosje en Tweespalt, alle drie aanraders trouwens, tot de bipolaire
bijbel; de richtlijnen voor de bipolaire stoornis geschreven door
o.a. De grootmeester op bipolair gebied Ralph Kupka, en alles wat
daar tussen zit aan zelfhulp boeken enz..
Elke drie maanden las ik het blad van
de VMDB uitvoerig, het leukste stukje, waar ik altijd naar uitkeek
was het stukje over de lotgenoten lijn, Henk Schutte heet hij geloof
ik, schreef lange tijd een column voor het blad over het wel en wee
aan de lijn, toegespitst op het thema van dat kwartaal.
Het waren vlot geschreven stukjes met
pit.
Met flair schreef hij waar het volgens
mij om gaat als je een diagnose als dit hebt, geef niet op ga niet
achter de geraniums zitten er is nog veel wat je wel kan, zo
interpreteerde ik zijn stukjes.
De lotgenoten lijn, op het moment dat
Henk afscheid nam van de lijn besloot ik dat het tijd werd om na drie
jaar 'stabiliteit', iets terug te doen voor de vereniging die een
steun voor mij is geweest.
Zou je dat wel doen?, zei het
thuisfront, is dat niet te veel naast je werk?
Nee, niet als ik een keer per week
een paar uurtjes 'achter de lijn' zit, dat is best te combineren met
mijn werk en huishouden besloot ik voor mijzelf.
Het was best spannend die eerste keren,
wie krijg ik aan de lijn? Wat kan ik voor ze doen?
Het is vooral luisteren, soms je eigen
ervaring delen, soms mensen vertellen welke hulp ze waar kunnen
vinden of verwijzen naar de vereniging of informatieve sites.
Het is leuk werk, als je aan het einde
van je dienst iemand die depressief is toch aan het lachen hebt
gekregen, of als je iemand heb aangehoord die achterdochtig is en
overal wat achter zoekt uiteindelijk zegt; ach ik moet eens ophouden
met overal wat achter zoeken, bedankt voor dit gesprek.
Dan denk ik het is goed om dit werk te
doen.
Als ik mij minder goed voel is het de
uitdaging om mij te concentreren op het probleem van een ander en
mijn eigen donkere gedachte op de achtergrond te plaatsen, als ik mij
hyper voel is het de kunst om niet te praten maar te luisteren, in
gedachte bijt ik op mijn tong, luisteren Gaab, luister..
Elke maandag babbel ik even met mijn
voorganger en de gene die na mij de dienst over neemt, of het druk of
rustig was en eventueel waar het gesprek met een beller over ging.
Het bellen is inmiddels ruim een half
jaar een onderdeel van mijn week en ik moet zeggen als ik zo terug
kijk op deze tijd is het waardevol werk.
Het praten met mensen die zo divers
zijn als de doorsnee van de maatschappij, het luisteren naar hun
verhalen, het delen, de herkenbaarheid die ik deel met lotgenoten en
het meeleven met betrokkenen die advies vragen, daar kan ik mij in inleven omdat ik weet hoe het
voor mijn omgeving was om om te gaan met mij, en hoe moeilijk dat kan
zijn voor je naasten.
Het is niet zo dat ik in staat bent
pasklare oplossingen te bieden maar het feit dat je luistert is vaak
een opluchting voor de mensen die bellen omdat ze hun verhaal kwijt
kunnen aan iemand die niet oordeelt of veroordeelt.
Het lullen en luisteren zonder een cent
eraan te verdienen het geeft mij vrijwel net zoveel bevrediging als
het werken voor geld.