O nee, dit geloof ik niet.
Ik kijk iets wat ongelukkig naar de
sterren hemel, het is koud en nat vanaf mijn middel, ik roer wat met
mijn benen in het rond, best lastig met slippers aan.
De handdoek die om mijn schouders hangt
zuigt zich vol met water.
Shit hoe kom ik hier weer uit.
Eigenlijk is dit best een grappige
situatie, voor iemand die met een zekere regelmaat de wens had om
haar leven te beƫindigen, bedenk ik mij als ik besef waar ik mij in
bevind.
De zee heeft altijd een bijzondere
aantrekking op mij gehad, in bijna psychotische depressies zocht ik
haar altijd op, de drukte in mijn hoofd wilde ik voor altijd
kwijtraken in het zilte vocht.
Meer dan eens reed ik naar de zee.
Wat zou jij doen als je een einde aan
je leven wil maken, vroeg mevrouw de psychiater mij eens.
Ik zag aan haar gezicht dat zijzelf het
een beladen vraag vond.
Maar voor mij is het altijd duidelijk
geweest.
Ik zoek de zee op denk ik....
Ze weet niet dat ik dat al vaker heb
gedaan, en dat het zien van de zee mij altijd heeft weerhouden van de
zelfgekozen dood.
Ik weet nog goed dat ik zo levensmoe
was dat ik op mijn laatste kracht naar de zee reed.
Het was donker ik hoorde de golven
tegen de basaltblokken slaan, rook de zilte lucht.
Het licht van de vuurtoren liet mij met
een regelmaat mijn voorland zien.
Ik voelde een rust over mij komen, dit
is zo mooi.
Ik was verbaasd over mijn gedachte,
mooi?
Dat bestond niet meer in mijn wereld.
Langzaam breide mijn zintuigen zich uit
ik hoorde het getingel van lijnen en vallen langs de masten in de
haven, zag aan het einde van de pier het zeegat, de haven hoofden
groen en rood verlicht.
Waarom ben ik hier?
Wat doe ik hier?
Het was alsof ik uit een droom
ontwaakte, alsof de nuchterheid van een heel vissersvolk mij omarmde.
Ik wil niet dood nu nog niet, ik wil
varen, ik moet varen!
Ik leun op mijn armen aan de steiger,
ik kijk nogmaals omhoog naar de mooie rijk gevulde sterren hemel en
besef dat het tijd is voor actie, ik kan niet eeuwig blijven hangen
in mijn gedachten.
Jezus Gaab, wat een domme actie van je!
Spreek ik mijzelf toe.
Ik wilde nog even snel onder de douche
in het haven gebouw, in het half donker dacht ik op onze boot te
stappen, als ik in de kuip stap zie ik dat het niet onze boot is, een
fout is snel gemaakt als je er aan gewend bent een van de weinige in
jou soort te zijn tussen al het comfort container geweld wat
gemiddeld op de eilanden ligt in de zomer.
Met iets te veel haast wil ik van de
boot afstappen.
Een been haalt de stijger de andere
niet ik verlies mijn evenwicht, de zwaartekracht doet de rest.
Plons.
Ik probeer mij op te trekken aan de
stijger, en begrijp nu waarom mensen verzuipen in havens, het is niet
te doen je kleding alleen al is tien kilo zwaarder.
Ik gooi de natte handdoek op de
stijger, trek mijn slippers uit en leg ze ernaast.
Het voordeel is dat ik de boot waar ik
naast lig ken en weet dat het zwem trapje makkelijk los te maken is.
Langs de boot, mij vasthoudend aan de spring die de eigenaar heeft
gemaakt naar de vinger steiger zwem ik door het zoute water naar
achter, ik proef het zout op mijn gezicht, het prikt in mijn mond,
zout water is niet om in te zwemmen wel om op te varen, waarom heb ik
ooit bij dit water gestaan met de wens om dit als laatste rust plaats
te hebben?
Muisstil probeer ik uit het water te
klimmen, maar op een boot hoor je alles.
De eigenaren komen verschrikt naar
buiten.
WTF, wie probeert er op dit uur op hun
boot te klimmen!
Gelukkig herken ik ze we hebben deze
mensen wel eens gesproken, dat is het voordeel als je de zelfde boot
hebt.
Druipend bied ik mijn excuses aan.
Het was niet mijn bedoeling om naast
hun schip in het water te komen.
Ik strompel naar onze eigen boot, kijk
naar de sterren als ik het goede schip betreed en bedenk mij dat als
ik ooit nog de wens heb om mijn leven moedwillig in het zoute water
te beƫindigen ik zwaar toe ben aan een stevige mix van medicijnen of
een opname.
Plons.......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten