zondag 11 augustus 2013

Plons,



O nee, dit geloof ik niet.
Ik kijk iets wat ongelukkig naar de sterren hemel, het is koud en nat vanaf mijn middel, ik roer wat met mijn benen in het rond, best lastig met slippers aan.
De handdoek die om mijn schouders hangt zuigt zich vol met water.
Shit hoe kom ik hier weer uit.

Eigenlijk is dit best een grappige situatie, voor iemand die met een zekere regelmaat de wens had om haar leven te beƫindigen, bedenk ik mij als ik besef waar ik mij in bevind.

De zee heeft altijd een bijzondere aantrekking op mij gehad, in bijna psychotische depressies zocht ik haar altijd op, de drukte in mijn hoofd wilde ik voor altijd kwijtraken in het zilte vocht.
Meer dan eens reed ik naar de zee.

Wat zou jij doen als je een einde aan je leven wil maken, vroeg mevrouw de psychiater mij eens.
Ik zag aan haar gezicht dat zijzelf het een beladen vraag vond.
Maar voor mij is het altijd duidelijk geweest.
Ik zoek de zee op denk ik....
Ze weet niet dat ik dat al vaker heb gedaan, en dat het zien van de zee mij altijd heeft weerhouden van de zelfgekozen dood.
Ik weet nog goed dat ik zo levensmoe was dat ik op mijn laatste kracht naar de zee reed.

Het was donker ik hoorde de golven tegen de basaltblokken slaan, rook de zilte lucht.
Het licht van de vuurtoren liet mij met een regelmaat mijn voorland zien.
Ik voelde een rust over mij komen, dit is zo mooi.
Ik was verbaasd over mijn gedachte, mooi?
Dat bestond niet meer in mijn wereld.
Langzaam breide mijn zintuigen zich uit ik hoorde het getingel van lijnen en vallen langs de masten in de haven, zag aan het einde van de pier het zeegat, de haven hoofden groen en rood verlicht.
Waarom ben ik hier?
Wat doe ik hier?
Het was alsof ik uit een droom ontwaakte, alsof de nuchterheid van een heel vissersvolk mij omarmde.
Ik wil niet dood nu nog niet, ik wil varen, ik moet varen!

Ik leun op mijn armen aan de steiger, ik kijk nogmaals omhoog naar de mooie rijk gevulde sterren hemel en besef dat het tijd is voor actie, ik kan niet eeuwig blijven hangen in mijn gedachten.
Jezus Gaab, wat een domme actie van je! Spreek ik mijzelf toe.
Ik wilde nog even snel onder de douche in het haven gebouw, in het half donker dacht ik op onze boot te stappen, als ik in de kuip stap zie ik dat het niet onze boot is, een fout is snel gemaakt als je er aan gewend bent een van de weinige in jou soort te zijn tussen al het comfort container geweld wat gemiddeld op de eilanden ligt in de zomer.
Met iets te veel haast wil ik van de boot afstappen.
Een been haalt de stijger de andere niet ik verlies mijn evenwicht, de zwaartekracht doet de rest.
Plons.

Ik probeer mij op te trekken aan de stijger, en begrijp nu waarom mensen verzuipen in havens, het is niet te doen je kleding alleen al is tien kilo zwaarder.
Ik gooi de natte handdoek op de stijger, trek mijn slippers uit en leg ze ernaast.
Het voordeel is dat ik de boot waar ik naast lig ken en weet dat het zwem trapje makkelijk los te maken is. Langs de boot, mij vasthoudend aan de spring die de eigenaar heeft gemaakt naar de vinger steiger zwem ik door het zoute water naar achter, ik proef het zout op mijn gezicht, het prikt in mijn mond, zout water is niet om in te zwemmen wel om op te varen, waarom heb ik ooit bij dit water gestaan met de wens om dit als laatste rust plaats te hebben?

Muisstil probeer ik uit het water te klimmen, maar op een boot hoor je alles.
De eigenaren komen verschrikt naar buiten.
WTF, wie probeert er op dit uur op hun boot te klimmen!
Gelukkig herken ik ze we hebben deze mensen wel eens gesproken, dat is het voordeel als je de zelfde boot hebt.
Druipend bied ik mijn excuses aan.
Het was niet mijn bedoeling om naast hun schip in het water te komen.
Ik strompel naar onze eigen boot, kijk naar de sterren als ik het goede schip betreed en bedenk mij dat als ik ooit nog de wens heb om mijn leven moedwillig in het zoute water te beƫindigen ik zwaar toe ben aan een stevige mix van medicijnen of een opname.
Plons.......


Geen opmerkingen:

Een reactie posten