dinsdag 26 november 2019

Mens durf te leven

Als ik kook staat mijn laptop naast mij op het aanrecht, met een half oog en een heel oor volg ik het nieuws en tegen de tijd dat de wereld draait door begint is mijn eten klaar.
De promo mis ik nooit voor en na één vandaag, een van mijn lievelingsprogramma's komt de aankondiging van de inhoud.
Vandaag is het tien jaar geleden dat Ramses Shaffy is overleden, ze wijden er een hele uitzending aan.
Tien jaar geleden, ik weet het nog Shaffy, ik kende zijn muziek, en zoals vaak bij dit soort berichten ga ik op zoek naar de mooiste nummers.
In die tijd keek je nog in je voorraad cd's, zoek je naar de cd waarvan je weet dat je hem ooit hebt gekocht maar waarvan je niet meer weet waar hij is gebleven.

Ik twijfelde al lange tijd over de medicijnen die ik slikte, ik leef wel maar leef niet het leven wat ik zou willen leven.
We habben een maand hiervoor onze zeilboot gekocht en ik weet dat ik daar super blij om zou moeten zijn, maar het gevoel dat ik rationeel had werd niet omgezet in de emotie die zo belangrijk voor mij is.
De medicijnen zijn er voor stabiliteit, maar waar is het leven gebleven, overpeins ik als ik ergens achter in de boeken kast de cd van Ramses vind.

Ik zit op de grond voor de cd speler en draai al zijn nummers, alles is mooi ik hoor het maar voel het niet, ik hou van shaffy, zijn vrijheid zit in zijn muziek, zijn leven was lastig.
Mens durf te leven, hoor ik hem zingen en ik vraag mij af waarom ik de lef niet meer heb.
Wat is het, is het de alles overheersende angst om weer de fout in te gaan?
En dan wat heb je te verliezen, dit is ook geen leven.

Als het bedtijd is, sta ik voor de spiegel, en besluit om het handjevol pillen niet in te nemen.
De Seroquel, had ik al afgebouwd, de dekapine en lithium kijken mij aan als grote kogels, en platte keien.
Elke avond die zelfde struggel om ze op weg naar mijn interne ik te sturen, met de zelfde vraag, is dit het nou?
In mijn achterhoofd zingt het liedje, mens durf te leven.

Het is geen feestje, de medicijn vrijheid, het is hard om de wereld in gaan met het gebrek aan filter, alles komt rouw op je dak, alles is veel, soms bijna te veel.
Kleuren geluiden en het leven komen binnen als een boer die net de aardappelen heeft gepoot en dan zijn bemodderde klompen met een fijnheid van een speerwerker recht in je mik lanceert. De klonten spatten om je heen maar de neus raakt zijn doel.
De dag en de nacht zijn een terging die in elkaar overlopen als een vloed van geweld, het is niet te harde, waarom doe ik dit heb ik mij vaak afgevraagd, de stilte en de rust zijn een verwelkoming die ik weer zou kunnen vinden in een pil.

De dagen van hel worden onderbroken door een bezoekje aan de ggz, ik mag ze niet verwittigen van het feit dat ik niet meer slik heb ik besloten, dat is gevaarlijk gezien mijn geschiedenis van gedwongen opnames.
Maar de geest schreeuwt om aandacht voor het feit dat het wel zo is.
Ik kan niet anders dan eerlijk opbiechten dat ik ben gestopt, fuck it als ik eerlijk naar mijzelf kan zijn dan  mogen zij het ook weten.

Ze kijkt mij met grote ogen aan, de assistent die ooit psychiater hoopt te worden. Ik zie een vorm van afschuw in haar blik, de afkeuring spreek ze uit, dit is niet de bedoeling, of doe je het om opgenomen te worden, is haar vraag.
Ik kijk in de donkere ogen die anders altijd helder en vrolijk stonden, het wens om te helpen is verdwenen en omgeslagen is verontwaardiging om het feit dat ik niet heb gedaan wat in hun ogen moet.

Ramses zingt in mijn hoofd, als haar vraag in mijn hersenen dringt, wil je opgenomen worden...
Nee, ik wil dat jullie mij met rust laten.
Dat kan niet.
Want?
Uh, dat kan niet want je hebt een stoornis.
Ja, en als ik zeg dat ik dit wil?
Ik ga de psychiater raadplegen.
O , je baas.

De telefoon gaat, ik moet de volgende dag op het matje verschijnen van de grote baas.
Ik luister nogmaals naar een van mijn favoriete, nummers van Ramses, Laat mij.
Ik repeteer zijn  tekst als mij wordt gevraagd wat ik wil.
Laat mij, laat mij, laat mij mijn eigen gang maar gaan, laat mij, laat mij ik heb het altijd zo gedaan.

En Ja ik heb het altijd gered, dus met aanpassing aan het feit dat ik een bipolaire gevoeligheid heb, laat mij mijn leven leiden zoals ik wil, alsjeblieft.
De grote baas gaf mij het voordeel van de twijfel, haar inschattingsvermogen om dit risico te nemen wijd ik aan ervaring en gevoel.

Inmiddels zijn wij tien jaar verder, Ramses is tien jaar geleden overleden, voor mij is het een ijkpunt waar ik niet meer veel over denk, het leven is zoals het is met ups en downs met een minimale hoeveelheid aan medicijnen, maar een ding staat voor mij boven aan, en dat is de durf om te leven, de angst omzetten in bruikbaarheid, met kleine stapjes vooruit durven kijken, niet je laten vertellen wat je allemaal niet kan, maar onderzoeken wat wel mogelijk is.

Mens durf te leven.

RIP Ramses na tien jaar is men je niet vergeten.

En bedankt U voor het vertrouwen, inmiddels is ze tien jaar mijn psychiater.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten