maandag 22 juli 2013

Weer




Dat het een koud voorjaar was dat was uniek, het is ruim veertig jaar gelden dat het zo koud was, tot een week geleden was het koud, nat, koud en nat.
We boeken een last minute, zegt manlief, ik ga niet varen met dit weer.
Op het moment dat hij het zegt slaat het weer om als of het luistert, en de ongenoegen van zijn woorden wil vergoeden.
Op twitter roept weerman Gerrit H.; zie je wel het kan wel, mooi weer in Nederland!
Heel Nederland bedankt hem en zijn collegae voor het mooie weer.
Ik kijk naar de antwoorden, vreemd vind ik het waarom zou je een weerman bedanken voor mooi weer? Alsof hij daar invloed op heeft!

Weer, het was de gedachte toen ik op de fiets een paar weken geleden naar de poli trapte.
Het was bijna een half jaar geleden dat ik voor het laatst het aftandse gebouw betrad.
Wat doe ik hier, het gaat al jaren goed, jaren lang trapte ik door het Amsterdamse bos naar die plek waar het altijd winter was voor mijn gevoel.
Als was de zomer een paar weken nog ver te zoeken in mij scheen de zon.
Het gaat goed, al jaren heb ik de ziekte in de hand, dit voorjaar was een goed voorbeeld van hoe ik mijn triggers kan genereren tot een periode van lichte ontregeling, die hanteerbaar is.
Manlief verloor zijn baan een goede vriend ging dood, mooie gesprekken had ik met Piet voor zijn dood, dat gaf wederzijdse rust.
Die baan die komt wel weer, bespraken manlief en ik, neem je rust, financieel passen we wel een mouw eraan desnoods verkopen wij de boot.

Als ik in haar kamer zit neemt ze weer de tijd, wil weten hoe het gaat hoe mijn dochter het doet en hoe het met werken gaat, en of manlief weer werk heeft.
Het is omdat het ochtend is en wij koffie drinken maar het gesprek heeft meer weg van een theekransje.

Weer, ik ben er weer welke keer denk ik terug als is er heen fiets naar de eerste keer, ruim 6 jaar geleden  fietste ik naar de crisis dienst in Amsterdam, omdat de huisarts dat nodig vond, er is veel gebeurd in die jaren, en nu nu fiets ik voor mijn gevoel voor de laatste keer naar de GGZ, ik wil weer weg zo als altijd.

Je straal rust uit zegt mevrouw de psychiater.
We praten over hoe ik omga met de ziekte en het oplossen van de trigger gevoeligheid.
Ze denk dat het beter met mij gaat omdat ik met name rond mijn zwangerschappen veel last had van de stoornis, en nu jaren later daar minder last van heb.
Ik kijk haar smalend aan.
Ik vraag haar of ze er wel eens stil bij heeft gestaan dat het mogelijk is om om te gaan met wisselende stemmingen als je weet waar je gevoelig voor bent, en dat het niet altijd nodig is om daar medicijnen voor te gebruiken, ik ga haar niet vertellen dat ik de hel in mijn hoofd heb leren accepteren, veel praat met mijzelf en vooral door rustig te leven een begrijpende man en veel structuur, de shit heb leren redigeren.

Wat dat betreft zijn psychiaters net weer-mannen en vrouwen, ze voorspellen maar weten niet wat er gaat gebeuren, met het verschil dat ze medicijnen aan de mensen geven en denken daarmee invloed te hebben op het weerbeeld van de gevoelens van de mensen.
Ik heb het geloofd en een tijd lang in de nevel van het bestaan geleefd, tot ik mij bedacht dat de zon mag schijnen en ik de schaduw af en toe moet zoeken en het kan regen en ik een paraplu mee moet nemen.
Ik zoek de stormen niet meer op hoe graag ik ook de toppen van de berg ze zou willen begroeten, ik weet hoe diep de dalen zijn.

Soms vraag ik mij af wat ik nog op die poli doe ik kan mij goed redden, maar toch laat ik mij verleiden tot een nieuwe afspraak.
In het najaar zie ik haar weer, omdat ik nooit zeker ben van mijn weer, of dat het mij weer lukt om de gevoeligheid te weren.
Deze ziekte is net zo onvoorspelbaar als het weer, en net als weer-mannen en vrouwen kunnen psychiaters op korte termijn wel iets zinnigs zeggen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten