Dat het een koud voorjaar was dat was
uniek, het is ruim veertig jaar gelden dat het zo koud was, tot een
week geleden was het koud, nat, koud en nat.
We boeken een last minute, zegt
manlief, ik ga niet varen met dit weer.
Op het moment dat hij het zegt slaat
het weer om als of het luistert, en de ongenoegen van zijn woorden
wil vergoeden.
Op twitter roept weerman Gerrit H.; zie
je wel het kan wel, mooi weer in Nederland!
Heel Nederland bedankt hem en zijn
collegae voor het mooie weer.
Ik kijk naar de antwoorden, vreemd vind
ik het waarom zou je een weerman bedanken voor mooi weer? Alsof hij
daar invloed op heeft!
Weer, het was de gedachte toen ik op de
fiets een paar weken geleden naar de poli trapte.
Het was bijna een half jaar geleden dat
ik voor het laatst het aftandse gebouw betrad.
Wat doe ik hier, het gaat al jaren
goed, jaren lang trapte ik door het Amsterdamse bos naar die plek
waar het altijd winter was voor mijn gevoel.
Als was de zomer een paar weken nog ver
te zoeken in mij scheen de zon.
Het gaat goed, al jaren heb ik de
ziekte in de hand, dit voorjaar was een goed voorbeeld van hoe ik
mijn triggers kan genereren tot een periode van lichte ontregeling,
die hanteerbaar is.
Manlief verloor zijn baan een goede
vriend ging dood, mooie gesprekken had ik met Piet voor zijn dood,
dat gaf wederzijdse rust.
Die baan die komt wel weer, bespraken
manlief en ik, neem je rust, financieel passen we wel een mouw eraan
desnoods verkopen wij de boot.
Als ik in haar kamer zit neemt ze weer
de tijd, wil weten hoe het gaat hoe mijn dochter het doet en hoe het
met werken gaat, en of manlief weer werk heeft.
Het is omdat het ochtend is en wij
koffie drinken maar het gesprek heeft meer weg van een theekransje.
Weer, ik ben er weer welke keer denk ik
terug als is er heen fiets naar de eerste keer, ruim 6 jaar geleden fietste
ik naar de crisis dienst in Amsterdam, omdat de huisarts dat nodig
vond, er is veel gebeurd in die jaren, en nu nu fiets ik voor mijn
gevoel voor de laatste keer naar de GGZ, ik wil weer weg zo als
altijd.
Je straal rust uit zegt mevrouw de
psychiater.
We praten over hoe ik omga met de
ziekte en het oplossen van de trigger gevoeligheid.
Ze denk dat het beter met mij gaat
omdat ik met name rond mijn zwangerschappen veel last had van de
stoornis, en nu jaren later daar minder last van heb.
Ik kijk haar smalend aan.
Ik vraag haar of ze er wel eens stil
bij heeft gestaan dat het mogelijk is om om te gaan met wisselende
stemmingen als je weet waar je gevoelig voor bent, en dat het niet
altijd nodig is om daar medicijnen voor te gebruiken, ik ga haar niet
vertellen dat ik de hel in mijn hoofd heb leren accepteren, veel
praat met mijzelf en vooral door rustig te leven een begrijpende man
en veel structuur, de shit heb leren redigeren.
Wat dat betreft zijn psychiaters net
weer-mannen en vrouwen, ze voorspellen maar weten niet wat er gaat
gebeuren, met het verschil dat ze medicijnen aan de mensen geven en
denken daarmee invloed te hebben op het weerbeeld van de gevoelens
van de mensen.
Ik heb het geloofd en een tijd lang in
de nevel van het bestaan geleefd, tot ik mij bedacht dat de zon mag
schijnen en ik de schaduw af en toe moet zoeken en het kan regen en
ik een paraplu mee moet nemen.
Ik zoek de stormen niet meer op hoe
graag ik ook de toppen van de berg ze zou willen begroeten, ik weet
hoe diep de dalen zijn.
Soms vraag ik mij af wat ik nog op die
poli doe ik kan mij goed redden, maar toch laat ik mij verleiden tot
een nieuwe afspraak.
In het najaar zie ik haar weer, omdat
ik nooit zeker ben van mijn weer, of dat het mij weer lukt om de
gevoeligheid te weren.
Deze ziekte is net zo onvoorspelbaar
als het weer, en net als weer-mannen en vrouwen kunnen psychiaters op
korte termijn wel iets zinnigs zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten