Ze zit stilletjes op de achterbank,
kijkt naar buiten en onttrekt zich kompleet aan het drukke gebabbel
van haar mede passagiers.
Vier meisjes vervoer ik eens à twee
keer per week van de hockey club naar huis.
We brengen en halen ze nu nog wij
ouders van deze hockey meisjes nu nog wel.
Maar de tweede helft van het seizoen
gaan we fietsen met de dames, ter voorbereiding op het feit dat ze
over een jaar zelf naar de club mogen rijden, ze moeten tenslotte
het jaar daarop naar 'de grote school' fietsen want die hebben wij
niet in onze nieuwbouwwijk, de dichtstbijzijnde school ligt een
kilometer of 6 van onze wijk vandaan.
De meisjes in mijn auto zijn druk bezig
met informatie delen, telefoontjes worden uitgewisseld om elkaar het
nieuwste spelletje te laten zien, of om elkaar uit te leggen hoe je
op een bepaalt level in een bestaand spelletje komt. De trainers
worden besproken, wie is de leukste van de twee jongen jongens die
het team dit jaar begeleiden , de meningen zijn verdeeld.
Ze blijft naar buiten kijken, doet niet
mee niet omdat ze geen telefoon heeft of geen mening, nee op de een
of ander manier mist ze de aansluiting, haar gedachten zijn blijkbaar
ergens heel anders.
Het starende meisje zit niet alleen in
het zelfde hockey team als mijn dochter ze zitten ook in de zelfde
klas.
Ik ken haar situatie, haar ouders zijn
gescheiden, en beide druk bezig met hun eigen leven.
Waar het kind bij is maken ze ruzie
over waar hun dochter moet blijven slapen dat weekend, ik ben er wel
eens getuigen van geweest, het is een gênante vertoning niet alleen
voor haar.
Hoe moet dat voelen voor haar, vroeg ik
mij af.
Echt gewenst voel je je als kind
volgens mij niet op dat moment, in de jaren dat ik het meisje ken zie
ik haar steeds meer zich terug trekken en met de verkeerde kinderen
omgaan kinderen die in het kleine winkelcentrum van onze wijk hangen
na school en nu al spijbelen.
Mijn dochter die redelijk goed bevriend
met haar was heeft het met haar gehad.
Mama, zegt ze, ik ga niet meer het haar
spelen, ze vindt niks leuk, en liegt de hele tijd over alles.
Ik kijk in de achteruitkijk spiegel,
als ik haar thuis afzet, zie de auto van haar moeder niet voor de
deur staan.
Kan je er wel in? Vraag ik.
Ja, mama is bij haar vriend, papa komt
mij zo ophalen als het goed is, zegt ze met een flauwe glimlach die
ze uit haar tenen moet persen zo te zien.
Ze pakt haar spullen en vist de
huissleutel uit haar hockey tas.
Ik wacht tot ze binnen is.
Met een gemengd gevoel van boosheid en
verdriet rijdt ik naar huis.
Kinderen als zij, daar zouden ze eens
aandacht aan moeten besteden, in plaats dat ze mij op mijn huid
zitten als moeder en psychiatrisch patiënt.
Bijna vanaf dag een dat ik ziek werd
heeft de psychiatrie het nodig gevonden op mijn dochter in de gaten
te houden, want ja die moeder is manisch depressief, dat moet invloed
hebben op het kind, dat kan niet anders.
Mijn dochter heeft het geluk gehad dat
in de tijden van mijn afwezigheid, familie en vrienden haar goed
hebben opgevangen, dat heb ik de psychiatrie dan ook duidelijk
gemaakt.
Maar nee kindje moest toch echt in het
KOPP programma vond men.
KOPP is de afkorting voor Kinderen van
Ouders met Psychische Problemen.
Er is geld vrij gemaakt voor deze groep
kinderen in de tijd dat er nog geld was en dat moet dus gebruikt
worden vind men.
Als psychiatrisch patiënt, met mijn
geschiedenis moest mijn dochter toch echt last hebben van haar
moeder.
Men bleef aandringen en hebben zelfs
een KOPP consulent op de zaak gezet, om mij te bewegen mijn kind te
laten begeleiden door deskundigen.
Ik bleef en blijf de boot afhouden mijn
dochter doet het goed op school heeft vriendinnetjes en vertoonde
geen abnormaal gedrag.
Op de site van de KOPP beweging, zal ik
maar zeggen, was te lezen dat een groot deel van de KOPP kinderen
zelf ook een psychiatrisch aandoening ontwikkelen.
Tja, als je zo vroeg al in de malle
molen komt en enigszins afwijkend gedrag vertoont wat de buitenwereld
niet als vreemd ervaart overigens is het labeltje snel geplakt op een
kind van een ouder met een voorgeschiedenis lijkt mij....
Het leek mij veel gezonder om mijn kind
ver van deze instantie vandaan te houden, mocht er wat mankeren aan
mijn kind kan ik alsnog hulp in roepen.
En ik moet zeggen als ouder met een
erfelijke aandoening ben je je bewust van het feit dat je kind het
ook kan krijgen, dus let je per definitie beter op eventueel
afwijkend gedrag.
Daarnaast ben je er op gebrand dat je
je kind een zo normaal mogelijke jeugd geeft,waarschijnlijk meer dan
de 'gewone' mens.
Een paar maanden gelden had ik een
afscheid etentje van mijn hockey team, en omdat ik altijd open over
mijn aandoening heb gesproken lijkt het wel of mensen makkelijker
praten over hun eigen ervaring.
Zo durfde een teamgenoot, na twee jaar
samen gespeeld te hebben, aan tafel haar verhaal te delen met mij.
Haar moeder was ook manisch depressief.
Gaab, zegt ze, ik heb zo veel
bewondering voor hoe jij met de ziekte omgaat, je staat elk weekend
op het veld, draait bar dienst en fluit wedstrijden voor je kind, dat
deed mijn moeder nooit.
Het zo knap dat je dat kan..
Ik vind het alles behalve knap meer een
must om mijn kind een zo normaal mogelijke jeugd te geven en daar
hoort ouderparticipatie bij.
We komen tot de conclusie dat haar
moeder in een andere tijd leefde, een tijd dat je alleen gewezen werd
op het feit dat je ziek was en dat dat het gezin overheerste, niemand
vertelde haar moeder dat het belangrijk was om zoveel mogelijk mee te
doen in de maatschappij dat dat veel gezonder is dan in je bed te
blijven liggen tijdens een depressie, om je vervolgens alleen maar
nog slechter te voelen.
Ik denk dat mijn generatie ouders met
een psychische aandoening als de bipolaire stoornis heel bewust
omgaan met hun gevoeligheid en in vele gevallen zelfs beter ouders
zijn dan bijvoorbeeld de ouders van het stille meisje op mijn
achterbank, het meisje wat heen en weer geslingerd wordt tussen
twee ouders die meer oog hebben voor hun eigen leven dan voor dat van
hun kind.
Het kind wat en een luisterend oor nodig heeft voor haar gevoel van
ongewenstheid.
Het kind van de rekening die behoort
tot een groep kinderen waar geen speciaal programma voor is zoals dat
wel voor de KOPP kinderen bestaat, die waarschijnlijk meer problemen
ondervind dan mijn dochter met haar 'zieke' moeder.
Een meisje dat met haar ziel onder haar arm blijft lopen omdat haar ouders 'gezond' zijn.
Een meisje dat met haar ziel onder haar arm blijft lopen omdat haar ouders 'gezond' zijn.