De volgende afspraak is in het nieuwe
gebouw.
Dat zegt mevrouw de psychiater dit
voorjaar na het gebruikelijke armpje drukken.
Ik wil het liefst pas afspreken als ik
denk dat het nodig is, dus als het goed is nooit meer met een beetje
geluk.
Zij hanteert een korter termijn, om de
drie maanden minimaal een afspraak om zoals zij het zo mooi noemen
binnen de GGZ om de klant te 'monitoren'.
Ze heeft een kaart achter de hand, een
medisch paspoort die ik nodig heb voor mijn reis naar Suriname.
Veiligheidshalve voer ik wat medicijnen
uit, en daar heb je een bevestiging voor nodig van je behandelaar
mocht de douane je pillen vinden en zich afvragen of het geen
verboden goedje is.
Goed dan spreken wij voor je reis af,
zegt ze, dan zorg ik dat ik het document klaar heb.
Wat vind je van het nieuwe gebouw heb
je het al gezien? Vraagt ze.
Ja, het is.....een gebouw....zeg ik.
De GGZ waar ik zit gaat modern, heeft
een stuk nieuwbouw tegen het VU medisch centrum aangeplakt waar
psychische en somatische zorg een eenheid gaan vormen, heel
innoverend en een begin voor het aan elkaar plakken van de somatisch
en psychische breuk die op de een of andere manier in de westerse
maatschappij is opgetreden, god weet wanneer.
Maar dat gebouw, voor wie weet hoe de
VU MC eruitziet is het alsof er een drol aan de westgevel van het
overigens niet echt fraaie, in licht stenen met blauwe details
uitgevoerde bestaande VU MC complex is uitgesmeerd.
Donkerbruin baksteen, drie torens,
alsof een reus zijn fecaliën met zijn vingers heeft afgeveegd, staat
dit gebouw als een niet passende plakkaat tegen de somatische zorg
aan te schurken.
Minder plastisch vertel ik mevrouw de
psychiater dat ik het een lelijk niet passend gebouw vind.
O, ja, zegt ze, maar dat is de
buitenkant van binnen schijnt het echt heel mooi te worden.
We zullen zien.
In den vroege ochtendgloren fiets ik
door het enige echte bos wat onze hoofdstad kent naar de nieuwe
locatie.
De keten en busjes met bouw opdruk
staan nog bij de ingang geparkeerd om de laatste hand op het
verfijnen van het gebouw te leggen.
Ik parkeer mijn fiets in het nu al
overvolle fietsen rek en dat terwijl het gebouw nog niet volledig in
gebruik is. Ik schamp een net geplant boompje wat duidelijk
verkeer geplaatst is.
Sorry vriendje ik vrees dat jou geen
lang leven beschoren is, mompel ik tegen het sprietje.
Ik ben een kwartier te vroeg, ik heb
mijzelf aangeleerd om de tijd te nemen, tijdsdruk geeft stress en
daar ben ik allergisch voor geworden dus liever even wachten dan
haasten, veel gezonder.
De automatisch draaideuren ogende
entree opent zonder te draaien in in het midden.
Erg verwarrend daar ik niet in het
bezit ben van een rolstoel, en gewoon het halve rondje kan lopen, net
als de meerderheid van mijn collegae psychiatrische klanten.
Bij binnenkomst struikel ik bijna over
de hoeveelheid stoelen die in een relatief kleine ruime zijn
geplaatst, rechts in een hoekje is de receptie tegenover de liften.
Laat ik daar maar eens vragen waar ik
moet zijn, denk ik.
Voordat ik de achter een glazen wand
verscholen, met een met hoofddoek bedekte dame een vraag kan stellen,
stap mevrouw de psychiater uit de lift achter mij.
Je bent te vroeg, zegt ze, na een
groet, en ik loop een kwartier uit.
Ik ben altijd op tijd en jij bent
altijd te laat, bits ik terug.
Op een paar gezichten in de wachtkamer
verschijnt een glimlach,
herkenbaar...
Mevrouw de psychiater plukt mijn
voorganger, die zich duidelijk bewust is van zijn tijdslimiet uit de
ruimte en verdwijnt in de lift.
Ik heb en half uur de tijd om de ruimte
in mij op te nemen.
Er heeft iemand veel geld verdient aan
deze ruimte concludeer ik, op een paar minuscule loop paden na is
alles volgestopt met plantenbakken, stoelen en banken, in een
kleurstelling die 10 jaar gelden hip was, en nu al de tand des tijds
niet meer doorstaat, welke gek heeft hiervoor zijn goedkeuring
gegeven.
Stipt 15 minuten na de afgesproken tijd
komt ze wederom de lift uit, ze vraagt bij de lift of ik claustrofobisch ben.
Staat dat in mijn dossier dan? vraag ik.
Nee, zegt ze.
Nou dan.
We gaan wel één verdieping hoger, ik prefereer de trap de volgende keer, mijn keerpunt voor het kiezen voor gemakzucht ligt op verdieping drie.
Staat dat in mijn dossier dan? vraag ik.
Nee, zegt ze.
Nou dan.
We gaan wel één verdieping hoger, ik prefereer de trap de volgende keer, mijn keerpunt voor het kiezen voor gemakzucht ligt op verdieping drie.
Bijna trots laat mevrouw de psychiater, de poli zien als we eenmaal boven zijn, een ruimte met een groot middenstuk met te veel onnodige bespreek tafels met daaromheen de ruimtes waar de hulpverleners in minuscule hokjes met hun klanten kunnen praten.
Leuk verzonnen op de tekentafel, denk
ik, maar denk je nu echt dat het personeel overleg gaat plegen over
een precaire kwesties aan de tafels als klanten in en uit lopen?
De bedenker van deze inrichting kent
het hokjes denken, het wij en zij systeem waar de GGZ zich nog steeds
van bedient blijkbaar niet.
Een open structuur in het gebouw vergt
een aanpassing van het personeel waar het volgens mij nog niet aan
toe is.
Wie weet komt het nog eens zo ver.
We gaan naar een van de bespreek
kamers, het is een hokje met een tafel en drie stoelen, aan de wand
hangen nog wat opklap stoelen voor het geval er nog meer mensen zich
in die paar vierkante meters moeten proppen en de indruk moeten maken
dat ze er gezellig bij komen zitten, op de wand achter de stoel van
de hulpverlener zit een gele knop, ik heb het donkerbruine vermoede
dat dit de kom mij helpen deze klant is rijp voor opname knop is.
Ja, zegt mevrouw de psychiater, de
ruimtes waar wij zitten zijn vrij klein, maar de opname afdeling, die
is fantastisch mooi, ruime kamers met douche en toilet op de
kamer......
Die plek hoop ik nooit mee te maken,
onderbreek ik haar.
De afdelingen zijn nog niet in gebruik,
gaat ze verder, over twee weken zijn ze echt klaar, heb je ze al
gezien? Ben je naar de open dag geweest?
Nee, in mijn vrije tijd doe ik graag
dingen die ik leuk vind, smaal ik.
We kunnen als je wilt zo wel even een
kijkje nemen.
Een kijkje nemen op een opname
afdeling?
Een plek waar je als gezond mens nooit
zou willen zijn, een plek waar je als gestoord mens ook niet wilt
zijn, een plek waar je slechts in uiterste gevallen vertoeft omdat
het niet anders kan, daar kijken?
Nee bedankt, bedank ik haar
vriendelijk, de poli is hopelijk de enige plek die ik ooit zal zien
van dit in mijn ogen onooglijke stukje psychiatrie paradijs waar
hopelijk in de toekomst een werkend verband tussen somatische en
psychische gezondheidszorg tot stand gaat komen, en niet alleen de
bijzonder goed verdienende vastgoed jongens van een goede boterham
heeft bedient, maar inhoudelijk echt toekomst gaat maken, maar
volgens mij heb je daar geen nieuw gebouw voor nodig dat is een
stukje nieuwbouw wat geïmplementeerd moet worden in de bestaande
GGZ.
Daar kan geen baksteen aan
meewerken....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten