Wij hebben in geen jaren zo weinig
zeemijlen afgelegd, als zeilert, en dat is geen goed Nederlands
woord, maar zo noem ik ons soort mensen, als zeilert ben je bijna
verplicht om zeemijlen te maken, je hebt immers een zeewaardig schip
en hebt in het verleden verre bestemmingen aan gedaan.
Er heerst een stemming onder zeilerts,
elk najaar wordt het log bekeken, je moet minimaal duizend zeemijlen
hebben gevaren onder de duizend mijl ben je een mietje en wordt er
bijna op een inquisitie achtige manier gevraagd waarom je dit jaarlijks
minimale gemiddelde niet hebt gehaald.
Vervolgens wordt het bierblikje dicht
geknepen en vertrekt de informateur met een blik van wij waren
vrienden maar het respect is weg, dus dag, campinggast.
Ik verzin het niet, zo gaat het in de
zeil wereld, mensen die ooit eens vrienden waren en letterlijk
tegenover ons liggen op de steiger kijken ons minderwaardig aan als
ze na een weekend het wad gerond te hebben ons aantreffen in de haven
omdat kindje op zaterdag hockey speelt en wij niet op vrijdagavond
meer de trossen los kunnen gooien om even minimaal naar Harlingen te
varen vanaf het IJsselmeer.
We gaan dit weekend echt zeilen, zegt
manlief als hij met zwarte wallen onder zijn ogen thuis komt op
vrijdagavond.
De zeezeiler in hem is ergens nog te
vinden, hij heeft het zwaar, zijn nieuwe baan vergt veel van hem.
Als we in de haven komen staat er geen
wind, en als ik ergens een hekel aan heb is het varen op de motor, we
blijven liggen.
De volgende dag is het zelfde verhaal,
geen wind.
Ik moet denken aan een verhaal van een
zeiler van de oude stempel, een uit de tijd dat hij als kind nog mee
voer met zijn ouders van een nog ouder stempel , de tijd dat je nog
de tijd had.
Hij werd gek van zijn ouders destijd, de motor aanzetten was een no go, hij heeft
weleens dagen op zee gezeten met het uitzicht op Scheveningen, wat
elke zes uur dichterbij kwam maar de zes uur daarop weer uit het
zicht verdween door het gebrek aan wind, zijn vader weigerde de motor
bij te zetten zij waren een zeilschip geen motorboot.
Het gaan is vergankelijk bedenk ik mij
als ik de vermoeide kop van manlief kijk, gelukkig hebben wij goede
vrienden die aan het zelfde lot onderhevig zijn.
Wat te doen met weinig wind, kleine
kinderen en oververmoeide mensen.
Er is maar een oplossing voor
windkracht 0, en dat is kamperen in de haven.
Het wordt een fantastisch weekend
waarin wij onze haven als een heerlijk thuis omvatten, BBQ -en in de
speeltuin en de weinig overgebleven Duitse mede haven genoten die er
aan gewend zijn niet te varen ontmoeten en met hen gezellig
een drankje drinken en genieten van de zonsondergang achter Medemblik.
Morgen gaan we varen mompelt manlief
nog als wij midden in de nacht onze hut vinden.
Maar er staat weer weinig wind en
natuurlijk kan je als echte zeilert het maximale uit je boot halen
want het is nu eenmaal zo dat met veel wind elke boot vooruitkomt
komt, en het juist de kunst is om met weinig wind het maximale uit je schip te
halen....
We laten de grote boot liggen omdat we
weten dat we veel uit haar kunnen halen met weinig wind dat is geen
uitdaging op dit moment, een kleine badkuip biedt meer ook omdat wij
kindje het zeilen eigen willen maken.
Mama er staat te weinig wind we komen
niet vooruit, zegt kindje als we samen in de optimist dobberen.
Ik lig in de boot, dit notendopje is
niet geschikt voor volwassenen als er ook een kind in zit, trouwens
zonder kind is het ook behelpen maar dat ter zijde.
Samen kruisen wij tegen het beetje wind
wat dit weekend heeft in.
Ik geniet van het feit dat het zo mooi
is om een sport te delen met je kind, het samenzijn en de irritatie
die een kind kan hebben omdat het leven niet snel genoeg gaat, zoals
de man die ik sprak die dagen Scheveningen zag maar er maar niet
kwam.
Kijk naar de wind lieverd het is juist
de uitdaging om je schip optimaal te varen met weinig wind.
Ik moet heel hard lachen.
Waarom lach je mam?
Gewoon omdat je mag genieten van het
feit dat het leven niet altijd bestaat uit zo veel mogelijk doen en
zo snel mogelijk ergens komen.
Opeens snap ik de ouders van de man,
ze wilde niet ergens komen maar vooral genieten van het feit dat een
doel niet de issue is maar dat ze vooral wilde genieten van het samenzijn.
We gaan voor de zoveelste keer
overstag,ook zonder motor bereiken wij ons doel, met tegenzin laat ik
kindje zien hoe je een boot onder zeil aanlegt.
Voor mij mocht deze dag nog dagen
duren.
“""de tijd dat je nog de tijd had”””. Wat heerlijk gezegd, ik wou dat ik het zelf verzonnen had!
BeantwoordenVerwijderen"""hij heeft weleens dagen op zee gezeten met het uitzicht op Scheveningen, dat elke zes uur dichterbij kwam maar de zes uur daarop weer uit het zicht verdween door het gebrek aan wind, zijn vader weigerde de motor bij te zetten zij waren een zeilschip geen motorboot."""
Heerlijk helemaal absurd maar tegelijkertijd ook zo voorstelbaar, rijp voor een filmscript!
P r a c h t i g !
Groet, Leo