Er staat geen wind als wij in de haven
komen.
Ik wil wel varen, maar niet op de motor
wij zijn een zeilschip zeg ik geen motorboot.
Manlief wil niet in onze thuishaven
blijven dus gooien wij de trossen los en duiken de Zuiderzee over
richting Friesland, ze pruttelt rustig richting Starum.
Ik stap van boord om de havenmeester te
betalen, en neem een krantje mee, een rustig weekend wordt het,
krantje lezen de zon zien onder gaan aan de Friese kust een biertje,
en ergens wat eten, genieten van het naseizoen.
Als ik aan boord stap hoor ik het wel
bekende geluid van het openen van een blikje bier uit de
kajuit,
Yess denk ik, manlief is er al aan toe.
Hij staat binnen, met het blikje aan de
mond.
O lekker zeg ik doe mij er ook maar een
ik heb nog even een krantje gescoord bij de havenmeester, en
gelukkig hebben ze hier niet de telegraaf als huisblad.
Hij kijkt mij aan met een blik die geen
genot uitstraalt, meer een kwelling die hij weg wil drinken.
Ik volg zijn blik, van zijn blik naar
de open staande vlonders bij zijn voeten...
Het water staat hem aan de lippen, of
eerder het bier om het vocht wat je niet in je boot wil hebben even
te doen vergeten.
In stilte kijken wij naar iets wat geen
zeiler wil zien en dat is water in je boot in plaats van onder je
boot.
Gaab ik hoop dat het drinkwater is,
zegt hij, als hij een slok uit zijn blikje heeft genomen.
Ik kijk naar het klotsten van het water
wat ik graag zie maar niet in mijn kajuit.
Ons visioen van een mooi najaar weekend
met z'n tweeën, lekker eten even eruit, val in het water wat
zichtbaar is op een plek waar je het liever niet ziet.
Na een paar slokken bier besluiten wij
dat er maar een ding te doen is, en dat is het zoeken naar de plek
waar het water vandaan komt.
Het water stagneert, dat betekent dat
het uit de watertank komt en niet van buiten, het blijft keurig in de
bilge staan en overrompeld niet de rest van ons schip, we gaan niet
kansloos ten onder, het is betrekkelijk, al komen wij er achter dat
de lenspomp toch echt zo is geïnstalleerd dat het alleen adequaat
werkt als je echt moet pompen om niet ten onder te gaan, drinkwater
wegpompen dat doet het kreng niet, dus dat wordt handmatig hozen.
Emmer na emmer haal ik uit de buik van
ons schip elke emmer die ik vul brengt mij dichter bij haar droge
bestaan, ze drijf op, niet in het water houd ik mij voor als we deze
kut klus klaren.
De buur boten kijken meewarig mee, ja
dat gun je niemand, een slang van de boiler heeft het begeven, we
moeten slechts 60 liter drinkwater uit onze boot hozen, om vervolgens
de slang te repareren en moe maar voldaan een restaurant op te zoeken
die in de late uren ons nog wil voorzien van een maaltijd.
We genieten van het geen ons
voorgeschoteld wordt, meer waarschijnlijk omdat wij ons schip hebben
ontdaan van 60 liter water en het lek hebben gerepareerd.
Het weekend was waarschijnlijk niet
bijzonder geweest, en een van de vele weekeinde geweest die wij op
onze boot hadden doorgebracht, dit weekend niet dit was het weekend
waarin wij hoosde.
Niet dat het pompen of verzuipen was
maar hozen, omdat je soms je ruim moet legen.
En mag bedenken dat elke tegenslag een
stukje geschiedenis is die je blijft onthouden.
Weet je nog?
Dat weekend dat wij moesten hozen?
Ja, toen wij moesten hozen en dat tentje waar wij nog nooit hadden gegeten, het was geweldig...........
Ja, toen wij moesten hozen en dat tentje waar wij nog nooit hadden gegeten, het was geweldig...........