maandag 29 september 2014

Hozen



Er staat geen wind als wij in de haven komen.
Ik wil wel varen, maar niet op de motor wij zijn een zeilschip zeg ik geen motorboot.
Manlief wil niet in onze thuishaven blijven dus gooien wij de trossen los en duiken de Zuiderzee over richting Friesland, ze pruttelt rustig richting Starum.
Ik stap van boord om de havenmeester te betalen, en neem een krantje mee, een rustig weekend wordt het, krantje lezen de zon zien onder gaan aan de Friese kust een biertje, en ergens wat eten, genieten van het naseizoen.

Als ik aan boord stap hoor ik het wel bekende geluid van het openen van een blikje bier uit de
kajuit,
Yess denk ik, manlief is er al aan toe.

Hij staat binnen, met het blikje aan de mond.
O lekker zeg ik doe mij er ook maar een ik heb nog even een krantje gescoord bij de havenmeester, en gelukkig hebben ze hier niet de telegraaf als huisblad.

Hij kijkt mij aan met een blik die geen genot uitstraalt, meer een kwelling die hij weg wil drinken.
Ik volg zijn blik, van zijn blik naar de open staande vlonders bij zijn voeten...

Het water staat hem aan de lippen, of eerder het bier om het vocht wat je niet in je boot wil hebben even te doen vergeten.
In stilte kijken wij naar iets wat geen zeiler wil zien en dat is water in je boot in plaats van onder je boot.

Gaab ik hoop dat het drinkwater is, zegt hij, als hij een slok uit zijn blikje heeft genomen.
Ik kijk naar het klotsten van het water wat ik graag zie maar niet in mijn kajuit.

Ons visioen van een mooi najaar weekend met z'n tweeën, lekker eten even eruit, val in het water wat zichtbaar is op een plek waar je het liever niet ziet.

Na een paar slokken bier besluiten wij dat er maar een ding te doen is, en dat is het zoeken naar de plek waar het water vandaan komt.

Het water stagneert, dat betekent dat het uit de watertank komt en niet van buiten, het blijft keurig in de bilge staan en overrompeld niet de rest van ons schip, we gaan niet kansloos ten onder, het is betrekkelijk, al komen wij er achter dat de lenspomp toch echt zo is geïnstalleerd dat het alleen adequaat werkt als je echt moet pompen om niet ten onder te gaan, drinkwater wegpompen dat doet het kreng niet, dus dat wordt handmatig hozen.

Emmer na emmer haal ik uit de buik van ons schip elke emmer die ik vul brengt mij dichter bij haar droge bestaan, ze drijf op, niet in het water houd ik mij voor als we deze kut klus klaren.

De buur boten kijken meewarig mee, ja dat gun je niemand, een slang van de boiler heeft het begeven, we moeten slechts 60 liter drinkwater uit onze boot hozen, om vervolgens de slang te repareren en moe maar voldaan een restaurant op te zoeken die in de late uren ons nog wil voorzien van een maaltijd.

We genieten van het geen ons voorgeschoteld wordt, meer waarschijnlijk omdat wij ons schip hebben ontdaan van 60 liter water en het lek hebben gerepareerd.

Het weekend was waarschijnlijk niet bijzonder geweest, en een van de vele weekeinde geweest die wij op onze boot hadden doorgebracht, dit weekend niet dit was het weekend waarin wij hoosde.

Niet dat het pompen of verzuipen was maar hozen, omdat je soms je ruim moet legen.
En mag bedenken dat elke tegenslag een stukje geschiedenis is die je blijft onthouden.
Weet je nog?
Dat weekend dat wij moesten hozen?
Ja, toen wij moesten hozen en dat tentje waar wij nog nooit hadden gegeten, het was geweldig...........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten