Even een stukje uit de oude doos een stukje geschiedenis van Gaab het is alweer ruim 5 jaar gelden dat dit speelde.
Hulpverlenen maar dan anders........
“Help.......... help mij”, hoor ik
een zwakke vrouwenstem roepen.
Ik zit buiten onder het afdakje van de
open afdeling een sigaretje te roken.
Het zwakke stemmetje roept weer, nu
iets harder het kost de dame in kwestie duidelijk moeite om haar stem
te verheffen.
Ik kijk waar het geluid vandaan komt,
de deur van de eerste kamer in de gang staat op een kiertje ik sta op
loop erheen, het is de deur waar het geluid vandaan komt constateer
als ik het verder open.
Op de grond ligt een kleine magere
vrouw, ze was die ochtend binnen gebracht door de ambulance had ik
gezien toen ik met een bakkie troost in de hand op weg was naar het
rookhol buiten.
“Help me alsjeblieft”, zegt ze, met
holle ogen kijkt ze mij droevig aan ,”ik ben gevallen en kan niet
meer omhoog komen”,
“Heb je ergens pijn?” vraag ik
bezorgd.
“Nee, dat niet”, zegt ze met een
zucht, praten kost haar moeite,” ik ben onderuit gegleden”.
Ik hoor iemand door de gang lopen, mooi
denk ik, hulp dat kan ik gebruiken.
Er loop een jonge leerling
verpleegkundige op de gang, ik roep haar erbij.
“Mevrouwtje”, zegt ze denigrerend
als ze het tafereel aanschouwt, “u kan niet alleen uit bed!
Wacht maar ik help u wel overeind,”
ze begint aan de arm van broze dame te sjorren, de vrouw is te zwak
om mee te werken.
Ik kijk geïrriteerd toe, er is een
duidelijk verschil tussen de A en de B verpleging, leren ze daar niet
dat je eerst moet nagaan of er eventuele breuken/verwondingen zijn
voordat je iemand overeind helpt?
“Zal ik je even helpen?”, vraag ik
knarsetandend aan het kind.
“Nee hoor dat is niet nodig, het gaat
wel.” zegt het meisje terwijl ze een nieuwe poging doet om de vrouw
overeind te krijgen.
“Au!”, kreunt de broze dame als er
wederom aan haar arm wordt getrokken.
Ik kan het niet langer aanzien, ik
schiet naar voren.
“Ieder een arm onder haar oksel, je
voet voor haar voeten, ik tel tot drie en dan zetten wij haar op het
bed”, commandeer ik het meisje.
Ze kijkt mij geschrokken aan maar volgt
mijn orders op.
Ik tel tot drie, voorzichtig trekken we
de vrouw omhoog en draaien haar op het bed.
“Regel een rolstoel en een looprek,
het zieken huis hier tegenover heeft die wel, deze vrouw is veel te
zwak om op deze afdeling te zijn er is hier niet eens een bel
systeem!”
Met stoom uit mijn oren loop ik de
kamer uit.
Die avond nog verschijnt, ik noem haar
maar Truus, aan het avondmaal in een rolstoel, ze bedankt me voor
mijn hulp, het looprek staat op haar kamer.
De weken daarna trek ik veel met Truus
op, ze is zelf B verpleegkundige, ze heeft haar hele leven een
depressie gevoeligheid gehad maar nu nadat haar relatie van 18 jaar
is verbroken is ze in een diepe depressie beland, ze at niet meer en
kwam haar bed niet uit, de huisarts heeft toen de GGZ in geschakeld,
ze is opgenomen maar weigert antidepressivum te slikken.
Daar moet ik om grinniken.
“En hoeveel van die pillen heb je
zelf door de strot van een ander geduwd?”
Ze kan er om lachen.
Ik doe boodschappen voor haar, haal een
paar gymschoenen met klittenband zodat ze die met niet veel moeite
zelf kan aantrekken,en wandel elke dag een stukje verder met haar.
De verpleging vind het niet goed dat ik
zoveel voor haar doe.
Je bent hier voor jezelf niet voor de
medepatiënten! Je bent geen hulpverlener!
Roepen ze met een regelmaat.
Het is niet mijn keuze om hier te zijn
ik ben hier niet uit vrije wil, het is mij opgelegd!
Kaats ik terug.
Ik heb de tijd, ik zit weer eens tegen
mijn zin in het ziekenhuis.
Dit keer in afwachting op een RM
uitspraak met een verlengde IBS.
De manie die de aanleiding voor de
opname was is met medicijnen gereduceerd tot een hypomanie.
Ik wil naar huis vind het vreselijk in
het ziekenhuis, het is vies, het eten is niet te vreten, de matrassen
zijn hard en te klein voor de moderne mens.
Ik heb aangegeven dat ik bereid ben
elke dag naar het ziekenhuis te komen om te laten zien hoe het met
mij gaat maar wil niet 24 uur binnen die muren verblijven,
ik heb een gezin daar wil ik graag
zijn.
De psychiater is het niet eens met mijn
wens, en maakt gebruik van zijn juridisch machtsmiddel,
de rechtelijke machtiging tot
voortgezet verblijf.
Ik mocht op de open blijven mits ik mij
aan hun regels hield, ander was het een retourtje naar de gesloten.
Ik kan twee dingen doen of door het
lint gaan en zeker weten dat die RM wordt toegewezen, of gebruik
maken van het feit dat ik hier toch zit en mijn hypomanie omzetten in
iets bruikbaars.
Mijn bijna tomeloze energie zorgt
ervoor dat de keuken eens helemaal uitgesopt wordt, in de weekenden
dat de meerderheid op verlof mag en wij met een handje vol niet
verlof gerechtigde achter bleven.
De teamleider van de afdeling nodig ik
uit om eens kritisch naar de verbeter punten van de afdeling te
kijken.
Ik loop met haar langs alle punten die
smerig, gevaarlijk en mens onvriendelijk zijn.
De keuken had bijvoorbeeld al maanden
een open stopcontact.
“Dat is lekker,” zeg ik tegen de
teamleider, “je zou maar suïcidaal zijn, twee vingers erin en de
groeten.”
Ze schrok.
Het sanitair had ze eigenlijk nooit
goed bekeken bekende ze, de tegels zijn voorzien van een dikke koek
ondefinieerbare bagger en de kit randen zijn een eigen leven gaan
leiden.
Op mijn kamer laat ik haar het matras
zien en voelen, en wijs haar op de gordijnen die niet sluiten en niet
tot de vensterbank komen.
“Hoe kan iemand met een slaapprobleem
nu goed slapen als dit je kamer is, begrijp je nu waarom ik naar huis
wil?”
Ze knipt instemmend, “het is niet
mijn keus die RM aanvraag”, zegt ze gedwee.
Een week later, staan twee schoonmaak
teams de tegels van de badkamers chemisch te reinigen.
De teamleider vraagt of ik even op haar
kantoor kan komen.
Ze bedankt me voor het feit dat ik haar
op de punten van verbetering heb gewezen en verteld dat er een budget
is voor het vernieuwen van de matrassen en gordijnen.
Ben je hulpverlener van beroep? vraagt
ze aan het einde van het gesprek.
Nee niet meer, maar hier ben ik
gedwongen om even jullie hypomane hulpverlener te zijn.
Ik zeg haal het beste uit het
slechtste........................