vrijdag 25 januari 2013

De hypomane hulpverlener


Even een stukje uit de oude doos een stukje geschiedenis van Gaab het is alweer ruim 5 jaar gelden dat dit speelde.
Hulpverlenen maar dan anders........

“Help.......... help mij”, hoor ik een zwakke vrouwenstem roepen.
Ik zit buiten onder het afdakje van de open afdeling een sigaretje te roken.
Het zwakke stemmetje roept weer, nu iets harder het kost de dame in kwestie duidelijk moeite om haar stem te verheffen.
Ik kijk waar het geluid vandaan komt, de deur van de eerste kamer in de gang staat op een kiertje ik sta op loop erheen, het is de deur waar het geluid vandaan komt constateer als ik het verder open.
Op de grond ligt een kleine magere vrouw, ze was die ochtend binnen gebracht door de ambulance had ik gezien toen ik met een bakkie troost in de hand op weg was naar het rookhol buiten.

“Help me alsjeblieft”, zegt ze, met holle ogen kijkt ze mij droevig aan ,”ik ben gevallen en kan niet meer omhoog komen”,
“Heb je ergens pijn?” vraag ik bezorgd.
“Nee, dat niet”, zegt ze met een zucht, praten kost haar moeite,” ik ben onderuit gegleden”.
Ik hoor iemand door de gang lopen, mooi denk ik, hulp dat kan ik gebruiken.
Er loop een jonge leerling verpleegkundige op de gang, ik roep haar erbij.
“Mevrouwtje”, zegt ze denigrerend als ze het tafereel aanschouwt, “u kan niet alleen uit bed!
Wacht maar ik help u wel overeind,” ze begint aan de arm van broze dame te sjorren, de vrouw is te zwak om mee te werken.

Ik kijk geïrriteerd toe, er is een duidelijk verschil tussen de A en de B verpleging, leren ze daar niet dat je eerst moet nagaan of er eventuele breuken/verwondingen zijn voordat je iemand overeind helpt?
“Zal ik je even helpen?”, vraag ik knarsetandend aan het kind.
“Nee hoor dat is niet nodig, het gaat wel.” zegt het meisje terwijl ze een nieuwe poging doet om de vrouw overeind te krijgen.
“Au!”, kreunt de broze dame als er wederom aan haar arm wordt getrokken.

Ik kan het niet langer aanzien, ik schiet naar voren.
“Ieder een arm onder haar oksel, je voet voor haar voeten, ik tel tot drie en dan zetten wij haar op het bed”, commandeer ik het meisje.
Ze kijkt mij geschrokken aan maar volgt mijn orders op.
Ik tel tot drie, voorzichtig trekken we de vrouw omhoog en draaien haar op het bed.
“Regel een rolstoel en een looprek, het zieken huis hier tegenover heeft die wel, deze vrouw is veel te zwak om op deze afdeling te zijn er is hier niet eens een bel systeem!”
Met stoom uit mijn oren loop ik de kamer uit.
Die avond nog verschijnt, ik noem haar maar Truus, aan het avondmaal in een rolstoel, ze bedankt me voor mijn hulp, het looprek staat op haar kamer.

De weken daarna trek ik veel met Truus op, ze is zelf B verpleegkundige, ze heeft haar hele leven een depressie gevoeligheid gehad maar nu nadat haar relatie van 18 jaar is verbroken is ze in een diepe depressie beland, ze at niet meer en kwam haar bed niet uit, de huisarts heeft toen de GGZ in geschakeld, ze is opgenomen maar weigert antidepressivum te slikken.
Daar moet ik om grinniken.
“En hoeveel van die pillen heb je zelf door de strot van een ander geduwd?”
Ze kan er om lachen.
Ik doe boodschappen voor haar, haal een paar gymschoenen met klittenband zodat ze die met niet veel moeite zelf kan aantrekken,en wandel elke dag een stukje verder met haar.
De verpleging vind het niet goed dat ik zoveel voor haar doe.
Je bent hier voor jezelf niet voor de medepatiënten! Je bent geen hulpverlener!
Roepen ze met een regelmaat.
Het is niet mijn keuze om hier te zijn ik ben hier niet uit vrije wil, het is mij opgelegd!
Kaats ik terug.

Ik heb de tijd, ik zit weer eens tegen mijn zin in het ziekenhuis.
Dit keer in afwachting op een RM uitspraak met een verlengde IBS.
De manie die de aanleiding voor de opname was is met medicijnen gereduceerd tot een hypomanie.

Ik wil naar huis vind het vreselijk in het ziekenhuis, het is vies, het eten is niet te vreten, de matrassen zijn hard en te klein voor de moderne mens.

Ik heb aangegeven dat ik bereid ben elke dag naar het ziekenhuis te komen om te laten zien hoe het met mij gaat maar wil niet 24 uur binnen die muren verblijven,
ik heb een gezin daar wil ik graag zijn.

De psychiater is het niet eens met mijn wens, en maakt gebruik van zijn juridisch machtsmiddel,
de rechtelijke machtiging tot voortgezet verblijf.

Ik mocht op de open blijven mits ik mij aan hun regels hield, ander was het een retourtje naar de gesloten.

Ik kan twee dingen doen of door het lint gaan en zeker weten dat die RM wordt toegewezen, of gebruik maken van het feit dat ik hier toch zit en mijn hypomanie omzetten in iets bruikbaars.

Mijn bijna tomeloze energie zorgt ervoor dat de keuken eens helemaal uitgesopt wordt, in de weekenden dat de meerderheid op verlof mag en wij met een handje vol niet verlof gerechtigde achter bleven.
De teamleider van de afdeling nodig ik uit om eens kritisch naar de verbeter punten van de afdeling te kijken.
Ik loop met haar langs alle punten die smerig, gevaarlijk en mens onvriendelijk zijn.
De keuken had bijvoorbeeld al maanden een open stopcontact.
“Dat is lekker,” zeg ik tegen de teamleider, “je zou maar suïcidaal zijn, twee vingers erin en de groeten.”
Ze schrok.
Het sanitair had ze eigenlijk nooit goed bekeken bekende ze, de tegels zijn voorzien van een dikke koek ondefinieerbare bagger en de kit randen zijn een eigen leven gaan leiden.
Op mijn kamer laat ik haar het matras zien en voelen, en wijs haar op de gordijnen die niet sluiten en niet tot de vensterbank komen.
“Hoe kan iemand met een slaapprobleem nu goed slapen als dit je kamer is, begrijp je nu waarom ik naar huis wil?”
Ze knipt instemmend, “het is niet mijn keus die RM aanvraag”, zegt ze gedwee.

Een week later, staan twee schoonmaak teams de tegels van de badkamers chemisch te reinigen.
De teamleider vraagt of ik even op haar kantoor kan komen.
Ze bedankt me voor het feit dat ik haar op de punten van verbetering heb gewezen en verteld dat er een budget is voor het vernieuwen van de matrassen en gordijnen.
Ben je hulpverlener van beroep? vraagt ze aan het einde van het gesprek.
Nee niet meer, maar hier ben ik gedwongen om even jullie hypomane hulpverlener te zijn.

Ik zeg haal het beste uit het slechtste........................ 


maandag 21 januari 2013

Één twee drietje




Een twee drie, een twee drie, het ritme zit omgekeerd in mijn hoofd.
Drie, twee, eeeen!

Drie jaar zonder een dagelijkse berg medicijnen.
Twee jaar aan het werk.
Een jaar bloggen.

En het voelt allemaal goed.
Ik heb geen last van de donkere dagen, zeker de afgelopen drie jaar niet al mijn acties begon ik in deze periode, december en januari het zijn top maanden, saai en donker zijn ze toch?
Nee niet voor mij, al kunnen mij die feestdagen gestolen worden, het verplichte gezellig doen het te veel en te luxe eten.
Ik heb dit jaar op kerst avond mijn familie stamppot voorgeschoteld en daar waren ze heel blij mee. Heerlijk! geen liflafjes, vette kalkoen of absurd dure kreeft.
Nee gewoon stamppot boerenkool en spuitjes stamppot met heerlijke slagers rookworst waar de Hema en de Unox niet tegen op kunnen.
Even reclame maken; je moet de slagers rookworst van de Hoogvliet hebben!
Die smaakt nog echt naar rookworst.
Nee joh, zegt mijn broer de Hema rookworst is nog altijd de beste.
Proef maar.....
Jezus! Deze is veel lekkerder!
Dat vind Je zus ook :)

Drie, twee, een, ik kijk terug ik doe het elk jaar net zo cliché als de meeste mensen rond deze dagen terug kijkt op het voorgaande jaar.
Het minimum aan pillen werkt.
Het werken werkt.
Het bloggen, dat is geen werk maar het werkt.

Het is een medicijn zonder recept, een manier om mijn gedachten op orde te houden en de warboel die zich vaak meester maakt van mijn hersenen in banen te leiden.
95 stukjes verder een jaar later maak ik de balans op.
Bijna 8000 kijkers hebben mijn blog bezocht, ik ga er vanuit dat er niet meer dan een kwart serieus heeft gekeken, en al waren het maar tien mensen of minder het maakt mij niet uit ik schrijf voornamelijk voor mezelf zoals ik al zei.
Het is heerlijk om te schrijven al weet ik ook wel dat er geen schrijver aan mij verloren is gegaan, maar dat geld voor meer dingen die ik doe.

Ik speel weer hockey bijvoorbeeld, en nee er is geen groot hockeyer aan mij verloren gegaan.
Ik kook graag, en nee er is geen sterren kok aan mij verloren gegaan.
Ik teken graag, en nee er is geen kunstenaar aan mij verloren gegaan.
Ik ontwerp graag, oké eerlijk is eerlijk daar ben ik wel goed in, best wel goed als ik dan toch een veer in mijn eigen reet mag steken dan mag deze erin, figuurlijk dan.

Mijn werk maakt mij blij iets wat je goed doet wordt gewaardeerd, dat werd mij telefonisch weer eens duidelijk een paar dagen geleden;

Ik zei nog tegen je baas van de week, zei een klant van mij toen ik haar belde voor het maken van een afspraak voor het plaatsen van de achterwand ik hun keuken, dat ik zo ongelooflijk blij ben met onze keuken, gaat ze verder, je heb echt de meest fantastische keuken ontworpen die wij ooit hebben gehad alles klopt praktisch gezien en hij is zo mooi geworden!

Weer een tevreden klant, daar doe ik het voor, met oud en nieuw goten wij een fles zeer goede champagne in onze keel, een cadeau van een andere tevreden klant.
Niks zo leuk als mensen blij maken met een mooie werkbare werkruimte die in elk huis voorkomt maar vaak een ergernis is om aan te schaffen.
Wij heten niet voor niks keuken boeren.....

Als ik zo terug kijk op de afgelopen jaren dan lijkt mijn leven wel een één twee drietje, over het algemeen gaat het al jaren goed, en dan vergeet ik met liefde de moeilijke periodes, die ik helaas ook door deze jaren heen heb gehad ik denk terug aan afgelopen najaar, toen het weer eens mis dreigde te gaan, toen het contact met de GGZ weer intensiever werd dan mij lief is en ik manlief heb beloofd voorzorgsmaatregelen te nemen zodat hij enig houvast heeft mocht het nog eens echt mis gaan.

Maar dit zijn dingen die er bij horen in mijn geval en waar ik met liefde van weg zou lopen maar dat gaat nu eenmaal niet, dus kijk ik liever naar alles wat wel goed gaat en put daar mijn kracht uit.
Éen, twee, drie, en doorrrrrrrrrrrrrrr op naar het volgend blog.








donderdag 17 januari 2013

Paazzzzzzzzzzzz



Ik heb wel eens een boekbespreking met mevrouw de psychiater.
Hoe we er op komen? Dit keer omdat ik haar vertelde dat ik twee boeken heb gelezen van mensen met psychische problemen, niet direct maar op de een of ander manier kwamen we op zelfmoord.
Misschien wel omdat ze wil weten in hoeverre ik vast omlijnde plannen heb op dat gebied gezien mijn verleden, just checking zullen we maar zeggen.
Ik vertel haar dat ik een boek aan het lezen ben het verhaal van een man die voor de trein sprong en het overleefde maar wel zijn benen verloor, redelijk slechte voorbereiding vind ik.
Ben je altijd zo cynisch? Vraagt ze.

Het verhaal van mijn mijn zelfmoord, heet zijn boek wat ik aan het lezen ben ken je het?, vraag ik haar.
Ze schud haar hoofd in de nee bevestiging.
Het klopt niet die titel, zeg ik, het is het verhaal van mijn zelfmoord poging, als in tentamen suïcide, het is niet gelukt het was een oefening, een poging het beoogde resultaat is uitgebleven.

Wat ze vooral cynisch vond was dat ik het redelijk dom vond om eerst met je benen te springen, of je zo te laat vallen dat je niet zeker weet dat het beoogde resultaat gehaald wordt, en niet je hoofd als doelwit voor de voorbijrazende intercity gebruikt om er zeker van te zijn dat je tentamen een bijna honderd procent kans van slagen heeft om een suïcide te worden als je het op die manier doet.
Ze kijkt iets wat bezorgt.
Ik kijk met een zucht terug.

Het is niet zo dat ik mij ooit voor een trein gooi, stel ik haar gerust, deze ervaring heb ik opgedaan toen ik in het ziekenhuis werkte, wij kregen nog al wat 'domme springers' zal ik maar zeggen op de afdeling chirurgie en hebben uit onbegrip voor hun daad wel eens discussies gehad over hoe je nou zou moeten springen om in mortuarium terecht te komen en niet op de afdeling met een amputatie, of meerdere en de nodige botbreuken.

Ik ben nog een boek aan het lezen wat veel beter is, als je een boek over ervaringen van de 'gewone mens' met de psychiatrie wilt lezen dan is dit een echte aanrader.
Welk boek? vraagt ze.
Paaz van Mythe van der Meer.
Ik heb in het verleden wel eens aan een bipo schrijfster en een bipo journalist die ik ken gevraagd of ze een boek konden schrijven over hun depressie, beide zeiden dat ze daar niet aan begonnen dat het een ongelooflijk saai verhaal zou worden wat niemand zou willen lezen, en natuurlijk heb ik het boek van mike Boddé gelezen, pil, wel aardig.
Maar niemand kan een depressie beter beschrijven met een sarcastische humor die de mijne is als deze dame, en dan is ze niet eens een cabaretière!

Ze pakt haar notitie blok, Mythe van der Meer, zei je? Paaz?
Ik ben ooit eens begonnen in de psychiatrie op een Paaz afdeling, zegt ze onder het opschrijven van de titel.
Dan spreekt het je zeker aan!
Ik kan mij goed voorstellen dat mevrouw de psychiater een dokter Visser is geweest zoals Mythe beschrijft in haar boek, groen en zoekende naar een diagnose voor al die onmogelijke patiënten, die ze nu nog steeds aan haar bureau heeft overigens, denk ik met een glimlach, zonder spiegel kan ik al zien wie dat onder andere is...

Het is bijna briljant hoe iemand de meest suffe en zinloze instelling als een opname afdeling kan beschrijven met veel humor, haar zoektocht naar hoe het komt dat ze überhaupt daar zit en het vertrouwen wat ze heeft dat als ze de perfecte patiënt speelt en braaf haar pillen slikt dat het dan uiteindelijk goed komt.
Haar observatie van de onderlinge verhoudingen op een opname afdeling kan ze perfect verwoorden.
De hiërarchie die heerst en krom staat van de regeltjes, die steeds getart wordt door diegene die lager op de lader staan en proberen het hogere roedel dier, want de GGZ is gewoon een roedel, een pootje te lichten weet ze perfect te beschrijven
En dan haar humor, het sarcasme en de zelfspot, ik kan mij daar goed in vinden, ik ben niet anders.

Misschien snap je mijn humor wat beter als je het hebt gelezen, zeg ik tegen mevrouw de psychiater.

Humor dat is iets wat ze niet kennen in de psychiatrie is mijn ervaring.
Zo had ik ooit eens een gesprek met de psychiater in opleiding voordat ik voor het eerst met weekend verlof mocht tijdens een opname voor een zware depressie.

En? Vraagt ze monter, heb je nog suïcidale gedachten?
Ik kijk haar wat bevreemd aan.
Ik ga naar mijn ouders dit weekend, die in de polder wonen...., zeg ik.
Ja?
De POLDER, zeg ik, daar wil je nog niet DOOD gevonden worden!
Ze kijkt mij appelig aan, wordt rood en zegt dan met een schuchter lachje dat ik mag gaan.........


De twee boeken maken beide indruk op mij die van Viktor in de zin dat het mij een ongelooflijke kwelling lijkt om een borderline persoonlijkheid te hebben en nooit te kunnen genieten van het leven, iets wat ik niet ken, ik heb het geluk dat ik buiten episodes echt wel van het leven hou, soms iets te veel misschien, maar genieten dat kan ik.
Het boek van Myrthe vind ik knap geschreven hoe briljant ben je als je een boek kan vullen en de aandacht van de lezer kan houden als je over zo iets depressiefs schrijft als je opname in een inrichting.
Paazzzzzzzzzzzzzzzzzz, dacht ik toen ik begon met het boek.
Mijn eigen ervaring is dat een opname afdeling waar ik helaas in het verleden veelvuldig heb verbleven, in een psychiatrisch ziekenhuis dan wat niet veel verschilt van een Paaz (psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis) en samenhangt van slaapverwekkende gebeurtenissen is.
Een boek vullen met die ervaring en toch blijven boeien, dat zou ik echt niet kunnen.
Knap




woensdag 9 januari 2013

Aardappelen groente en vlees





Dat ik niet geheel Nederlands opgevoed ben wat betreft eetgewoonten dat werd mij duidelijk op de lagere school, zo tegen het einde van de lagere school praat je met je klasgenoten wat meer over eten, ook omdat je wat vaker bij vriendinnetjes eet tegen die tijd.


Wat eten jullie vanavond? Vroeg ik wel eens.
O, het is dinsdag?, antwoordde een klasgenootje ooit, dan eten wij andijvie.
Hoezo andijvie op dinsdag?
Nou maandag eten wij prei, dinsdag andijvie, woensdag bloemkool, donderdag sperziebonen......
Eten jullie alleen maar groente dan?
Nee joh, met aardappelen en een stukje vlees en jus natuurlijk!

Ik vond het vreemd elke dag weten wat je eet en het feit dat ze alleen de groeten noemt die je eet.
Dat zij niet de enige is die dit doet dat begon mij steeds meer op te vallen.
Wat eet jullie vanavond? Vroeg ik mijn collega's in de verpleging wel eens als we na een dienst ons aan het omkleden waren.
O, ik denk dat ik broccoli ga eten, zucht een collega.
Ik eet snijbonen, zegt een ander.
Inmiddels had ik door dat de broccoli en de snijbonen vergezeld werden door een bergje aardappelen, een stukje vlees en wat jus.

Maar welk vlees eet men dan?
Daar kwam ik achter toen ik op kamers woonde met collega verpleegkundige in opleiding en wij een keuken deelde.
Wat bak jij? Vroeg ik eens nieuwsgierig toen ik twee ondefinieerbare worstachtige dingetjes omhult met wat spek in de pan van mijn huisgenoot zag liggen.
Slavinken.
Het oogt niet als gevogelte, zeg ik geïnteresseerd.
Nee joh gek, het is gehakt met spek eromheen ken je dat niet?
Nee nog nooit gegeten.
Dat meen je niet!

Maar ik meende het wel, mijn moeder is van Surinaamse komaf, en aardappelen vlees en groente stond nauwelijks op het menu, en als het er wel op stond dan werd het nooit geserveerd met een slavink, rundervink of zoals ik later leerde in het psychiatrisch ziekenhuis het ultieme stukje varkensvlees met een bijzondere naam, het procureur lapje, wat een ontbeend stukje schouder karbonade blijkt te zijn.

Wat de boer niet kent vreet hij niet heb ik niet van huis uit mee gekregen, dus in mijn leerlingen tijd heb ik moedig de slavink en de braadworst gekocht, heb het fenomeen aardappelen vlees en jus met een bergje groeten voor mijzelf klaar gemaakt en het overleeft.
Om vervolgens toch maar liever vlees en groente te wokken met kruiden.

De Hollandse keuken liet ik over aan de grootmoeder van mijn toenmalige vriendje die verbluffend goed deze keuken beheerste, maar dan ook met de beste producten werkte, die ene ultieme aardappel soort bij die ene groenteboer kocht maar niet de bloemkool want die andere groenteboer had mooiere struiken en de rollade bij die ene slager kocht maar het gehakt weer bij een ander omdat die beter gehakt draaide.
Het smaakte heerlijk wat zij maakte ik kon het zeker waarderen.
Net als de hachee die de moeder van mijn latere huisgenootje maakte. Als we bij haar gingen eten vroeg ze altijd wat ik wilde eten, nadat ik de eerste keer bij haar haar hachee had gegeten was mijn standaard antwoord hachee!
Dat ken ik niet van huis uit en vind het nog steeds heerlijk, niet dat ik het zelf ooit heb gemaakt, maar nu ik er zo over denk ik moet het kindje en manlief ook maar een voorschotelen met rodekool en puree.

Inmiddels woon ik 15 jaar samen met mijn manlief en nog nooit heb ik hem gekookte aardappelen, groeten, vlees en jus voorgeschoteld, wel gebakken aardappelen of gekookte kerrie aardappelen bij de roti maar gekookt overgoten met jus?
Dat nooit.
Ik dacht ook eerlijk dat mijn generatie dat niet meer maakte gezien de hoeveelheid aan multiculti voer die wij tegenwoordig voor handen hebben.
Ik stond dan ook verbaast te kijken dat mijn buurvrouw de piepers aan het schillen was voor het avondeten en zij niet alleen meerdere leeftijdsgenoten, en daar stikt het van in mijn wijk, koken nog traditioneel aardappelen vlees en groenten.
Deze traditie heeft de millenniumbug blijkbaar ook overleeft....

Ik zou best wel eens een gehaktbal willen eten bekende manlief laatst.
Een gehaktbal?
Ja een gehaktbal.
Je eet wel eens gehaktballen, of eerder gehaktballetje je weet wel Indonesische met satésaus of Italiaans gekruid gehakt brood of..,
Nee ik bedoel een ouderwetse gehaktbal met aardappelen en jus.......
Moet het echt?
Ik gruwel al bij het idee dat ik piepers sta te schillen die zonder enige vorm van aankleding in de pan verdwijnen om vervolgens vergezeld door een saaie ronde bal overgoten worden met een vette jus, want jus is alleen lekker als er veel vet in zit.
De Engelse noemen het niet voor niks gravy, als ik mij niet vergis is het een verbastering van het Franse woord grasse, of terwijl vet.
Echt, ik ben gek op koken, maar aardappelen, vlees en groente is niet mijn ding.
Dat is zo vorige eeuw daar begin ik niet aan.
Ga het lekker bij je moeder eten!



dinsdag 8 januari 2013

Hondenleven



Als je de betekenis van hondenleven opzoekt dan wordt het omschreven als een ellendig bestaan.
Zal best, een paar eeuw geleden, maar nu?
Wat een mooi leven hebben deze viervoeters tegenwoordig, om jaloers op te worden!
Eten spelen slapen, eten spelen slapen, eten spelen.......... enz. enz.
En als pup vooral je baas wakker houden 's nachts.........
Wie heeft er nu een honden leven.
Onze kleine aanwinst niet in ieder geval.

Hoe gaat het met die kleine? Vraagt mijn moeder nadat ze anderhalve week nacht in nacht uit bij elk geluidje wat maar enigszins een teken van leven van onze kant was in haar oren, ons vergenoegde met een serenade aan jank geluiden.
Mam, ik wist dat het een opgave werd een kleine hond in huis nemen, daar hebben we ons op ingesteld, maar ik zit er redelijk doorheen.
We bellen om de definitieve tijd af te speken dat ik kindje langs breng voor een logeer partijtje bij opa en oma in de kerstvakantie.
Neem die kleine hond ook maar mee, zegt ze, dan hebben jullie even rust.
Ik hoor muziek.
Bedoel je dat jullie hondje ook te logeer willen hebben?
Ja, het lijkt mij heel gezellig om voor het beestje te zorgen, en voor kindje is het ook leuk, zegt ze.
Yes!
Twee nachten rust ik ben er aan toe, ik begin mij namelijk ernstig zorgen te maken wat nog meer slapeloze nachten voor een indruk achter laten op mijn psyche, temeer omdat ik ook als de hond er niet is ik het beestje overal in flitsen zie, en dat is niet oké, vege voortekens daar houdt ik inmiddels rekening mee en mijn moeder voelt blijkbaar haarfijn aan hoe ver het is.

Na nog een nachtrust minder laad ik in de vroege ochtend kindje, hondje en alle toebehoren in de familie Volvo om met een D-tour deze twee kleine wurmpjes al te leveren bij mijn ouders voordat ik naar mijn werk ga.
Met veel afstand van mijn medeweggebruikers omdat mijn reactie door vermoeidheid enigszins vertraagt is lever ik ze veilig af in de polder waar mijn ouders wonen.

En, hoe was het vannacht?
Wat stil?
Dat meen je niet....

Ja papa heeft vannacht in de kamer naast de hal geslapen, ze huilde even.....
Hahaha, ze is waarschijnlijk in slaap gevallen door mijn gesnurk, hoor ik mijn vader op de achtergrond zeggen als ik de volgende dag informeer hoe de eerste nacht met hondje was bij mijn moeder.
De fokker zei al dat als ze bleef huilen dat je haar in je slaapkamer kon nemen in de bench omdat puppy's verlating angst hebben de eerste weken als ze uit het nest zijn.
Blijkbaar is een deur tussen de mens en het dier ook genoeg voor het beestje om zich veilig en niet alleen te voelen.

Wij nemen het ervan, die twee dagen.
Even rust.
Zullen we de stad in gaan? Vraagt manlief, ergens wat gaan eten?
Ik, ik wil gewoon even thuis zijn, even rust hebben, geen drukte, geen obers of serveersters die tegenwoordig een hoge irritatie graad bij mij hebben, beken ik hem.

Weet je wat we gaan naar de vis juwelier, en halen alles wat we lekker vinden.
Dan ga ik lekker aan de slag in de keuken, dat is meer mijn ding, en halen we ook nog wat lekkere wijntjes bij de wijn juwelier.
Feest!
Dat is koken voor mij, en daarna met een goed glas wijn genieten van een goede maaltijd met mijn manlief daar kan geen druk restaurant tegenop, op de achtergrond speelt de muziek die wij hebben gekozen, het kristal klinkt als wij een proost uit brengen, en van een goed glas wijn genieten.
Wat een honden leven........

En de hond in ons leven?
Dat is de hond waarmee we leven, ons gekozen hondenleven.
Die slaapt nu rustig de nachten door, ze weet nu dat wij er altijd zijn op afstand, dankzij de twee nachten naast een snurkende grootvader te hebben gelegen beseft ze dat de mens in haar leven er altijd is.

Thanks pappie en mans.





woensdag 2 januari 2013

Drie jaar later




Even kijken in de computer, zegt mevrouw de psychiater.

Ze rolt haar bureaustoel van de bespreek tafel waar wij zitten naar haar werkplek.
Ze is opzoek naar een mailtje wat naar haar is gestuurd door een collega zielenknijper.
Ze scrolled door mijn dossier, vindt het mailtje en lees het voor.
Ze rolt niet meteen terug naar de bespreek tafel als ze klaar is met lezen, maar blijft achter haar werk tafel in mijn dossier hangen, iets in het dossier trekt haar aandacht.

16 december 2009, zegt ze hardop.
Ja? vraag ik.
16 december 2009 ben je gestopt met onderhouds medicatie...
Ja, dat klopt, zegt ik, en vraag me af waarom ze er over begint, omdat op een paar dagen na precies drie jaar geleden is?, het is 12 december 2012 als ze mij dit mededeelt.

Het eerste jaar na het stoppen met medicijnen was ik mij zeer bewust van deze datum het was een soort mijlpaal, één jaar zonder.
Het tweede jaar stond ik er wel even bij stil dat het twee jaar geleden was dat ik stopte ergens midden december twee jaar daarvoor.
Ach lekker boeiend, dacht ik, het werd minder belangrijk voor mij.
En nu, nu attendeert de psychiater mij erop dat het al weer drie jaar geleden is dat ik stopte.

Weet je dat jij mij een hele vervelende kerst en oud en nieuw hebt bezorgt dat jaar? Zegt ze als ze terug rolt naar de bespreek tafel.
Ach nee, dat meen je niet! Zeg ik verbaasd.
Ja je timing was niet echt handig, gaat ze verder, zo vlak voor de feestdagen stoppen met medicijnen, de poli is dan altijd beperkt open en het is lastig om dan regelmatig af te spreken.

Ik vertaal de laatste zin als; we kunnen je dan niet goed in de gaten houden, in mijn hoofd.
Het is nooit in mij opgekomen dat de supervisie hebbende behandelaar, want dat was ze destijds, pokken feestdagen zou hebben door mijn actie.
Haar iets wat groene leerling psychiater waar ik klant was destijds heeft blijkbaar een dramatisch verhaal gehouden over het feit dat ik was gestopt met medicijnen, gesteund door mijn niet al te florissante voorgeschiedenis die terug te lezen is in mijn dossier zal het een optelsom hebben gegeven met als uitkomst; een groot gevaar.
In hun ogen dan.

Ze wacht op mijn reactie op haar mededeling, ik zie dat ze naar mijn non verbale houding kijkt, beroepsmatig maar ook uit interesse.
Ik besluit een open houding aan te nemen, haal mijn armen uit de vouw, recht mijn rug sla mijn benen over elkaar en leg mijn armen rustig op de leuningen van de stoel.
Ik kijk haar stak aan en met een lichte glimlach deel ik haar mede dat ik het jammer vind dat ze mij destijds niet kende, we hebben elkaar wel eens gesproken daarvoor maar dat was omdat suffe S, zoals ik de assistent psychiater noemde een keer vond dat ik hypomaan was en mij niet kon overtuigen dat ik meer medicijnen moest slikken, dan krijg je de grote baas te spreken dat moet meer indruk voor de must van meer slikken maken, of zoiets.
(Not.)
Je heb mij één keer gezien, ga ik verder, en voor de rest moest je afgaan op de beoordeling van suffe S, en een dossier wat niet meer relevant was, er staat niet in hoe ik mezelf heb aangeleerd om met de ziekte om te gaan en hoe ik voor mijzelf heb uitgevogeld, met vallen en opstaan weliswaar, wat eventueel, en natuurlijk was het een gok, de beste aanpak was om met het minimum aan medicijnen om te gaan met deze aandoening.

Nu, drie jaar verder ga ik er vanuit dat als je mij destijds had gekend je een veel prettiger kerst en oud en nieuw zou hebben gehad omdat je nu weet dat ik in staat ben om tijdig aan de bel te trekken en als ik het niet doe mijn omgeving het wel doet, sterker nog het staat op schrift.
Ik wijs naar het stapeltje papier wat op tafel ligt, het stapeltje aantekeningen en wijzigingen, de rede dat ik voor het laatst dit jaar bij haar ben, het zelfbindings contract.
Het is klaar alleen de juridische procedure moet nog in gang worden gezet.

Het is jammer dat er eigenlijk nooit tijd of ruimte is voor een patiënt om met de hulpverlener te bomen over wat de beste aanpak is om verder te komen.
De afspraken die je hebt met de GGZ hebben meer een controle functie, de hulpverlener wil zien hoe het met je gaat meer niet, er is geen tijd voor ontplooiing en onderzoek naar verbetering dat is iets wat je zelf moet doen met of zonder de goedkeuring van de zorg.
Uiteindelijk ben ik van draaideur patiënt die niks begreep van de aandoening en dus continue in haar valkuilen dook en meer opgenomen was dan thuis, naar een ambulante klant gegaan die heeft leren omgaan met haar gevoeligheid.
Door zelfstudie naar wat de ziekte inhoud en eerlijk naar mijn eigen functioneren, en hoe ik moest leren omgaan met de gevoeligheid ben gaan kijken.
Ik zou nog een uur door kunnen gaan over hoe ik vind dat de psychiatrie eens met hun klanten om moet leren gaan niet alleen controle houden maar echt mensen op de rit krijgen.
Ik kijk naar de klok en zie dat de 45 minuten die ze officieel tijd voor mij heeft allang voorbij zijn.
Ik stop met oreren ook omdat het verstandiger is om niet te fanatiek over te komen, dan ben je namelijk minimaal hypomaan op een bipolaire poli.

Ze glimlacht, en vraagt functioneel hoe ik het aankomende jaar verder wil.
Hoe bedoel je?
Nou, hoe frequent wil je afspreken?
Ik weet het niet zeg ik, dat mailen bevalt me prima, en nu de verklaring klaar is zie ik geen rede voor frequent afspreken.
Dat is goed, stuur je half januari een mail over hoe het met je gaat?, en dan wil ik ook van je weten hoe vaak je contact wilt houden met mij, heb je nog medicijnen nodig?
Doe maar een recept, ik ga half februari weer naar mijn beste vriendin in Zwitserland dan slik ik altijd preventief medicijnen om de drukte van haar kids aan te kunnen, zeg ik lachend.

Ze rolt weer naar haar werk tafel, de computer geeft echter aan dat het net zo gestoord is als de hele psychiatrie.
O, zegt ze, ik moet het systeem opnieuw opstarten.
We wachten.
Heb jij nog wat mede te delen? Vraagt ze als het systeem aan het opstarten is.

Uh, prettige kerstdagen en alvast een gelukkig Nieuwjaar, dit keer?