Het leven draait om discipline als ik
's avonds mijn kleine viervoeter uitlaat dan zie ik een en al
discipline, de lichten gaan uit om half elf, als ik rond die tijd
langs de hutten loop zie ik systematisch de lichten uit knippen om
die tijd.
Soms betrap ik nog een buurtgenoot op
een late douche beurt, ik hoor het monotone geluid van de mechanische
afzuig installatie, die elke nieuwbouw hut heeft zacht zoemen, er
brand nog slechts een licht, het raam is beslagen.
Ik neurie dan altijd het liedje van
Ramses, het is stil in Amsterdam,de mensen slapen...................
Ook al woon ik in de voorstad, ik neurie die magie waar ik ooit
woonde en met liefde naar terug keer.
Het is een grootstedelijk liefde die je
nooit kwijt zal raken.
'S nachts heerst er een andere cultuur,
het zijn bijna de wolven die het daglicht niet kunnen verdragen,
mensen als ik, wij leven liever als het daglicht niet meer zichtbaar
is, als de zon die te veel prikkelt geeft onder is dan komt de mens
die zijn dagen moet slijten onder een steen naar boven.
In de relatieve rust die de schemering
bied, het moment dat alle dag dieren zich verpozen in de rust dan
komen wij tot leven, de prikkeling is weg, het dagelijkse wat een
ieder doet, de constante drukte die een ieder aan kan, en die wij
liever mijden, die is weg.
Het is misschien zo dat wij ons voeden
op de resten van het bestaan, omdat wij niet in staat zijn om het
zonlicht te verdragen, niet dat wij in somberheid leven maar wel
liever de prikkeling mijden die ontregeling betekend, en prikkeling
als vrolijkheid en feestgedruis, omdat wij geen grenzen hebben en nu
eenmaal sneller over de schreef gaan.
De duisternis is een goede vriend,
eentje die altijd een deken zal leggen over jou, eentje die de zon
wegneemt, dan mag je dansen, de drukte in je hoofd die niet
geprikkeld worden door het zonlicht, mag uitten.
'S nachts dan dans ik vaak over de
straten van mijn nieuwbouw buurtje, omdat ik weet dat mijn
buurtgenoten slapen en ik mijn gekheid ongenuanceerd mag uiten, ik
dans met mijn kleine viervoeter, soms kom ik een andere late
wandelaar tegen, maar hij is net als ik late nacht dier.
Hij spreken mijn taal, tot op een zeker hoogte, ik pas mij aan aan het gedrentel van de laatste tocht voor het slapen gaan, praat nog even over zinnigheid op dit uur voor normale mensen, ze zijn moe willen naar bed toe en gunnen hun beest nog even een ontlading van de blaas of de darmen.
Ik gun het mijn nacht diertje ook, al
is mijn motivatie anders, ik geniet van de nacht omdat ik de rust kan
vinden, omdat er dan geen drukte is, en ik kan neuriƫn, het is stil
op straat, de mensen slapen, mmmmmm, mmmmm. de schrijver was net als ik een genieter van de late uren, een nachtdier...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten