Een assistent in opleiding beschreef
mij in haar rapportage eens als volgt;
ik zie een forse dame haar gezicht
heeft vrijwel geen mimiek
(gek hé als je zo veel medicijnen
slikt!) haar nagels zijn mooi rood gelakt.
Nagellak is er voor mij maar in één
kleur,
rood, diep rood,
altijd als ik mijn nagels schilder is
het slechts in die kleur.
Ik ben van Indiaanse komaf rood is een
oorlogskleur voor mijn voorouders dan, voor mij is het de beste kleur
die bij mij past.
Roze, paars, lila, grijs, blauw,
eigenlijk staat het niemand en helemaal
niet de mens met het zogenaamde
warme bloed en de getinte huid.
Ik sta altijd stak in de lak, ook als
ik mij niet goed voel het is een stukje, of een bijna rituele bezigheid die
ik uitvoer in tijden dat het kan dan.
Vroeger toen ik in de verpleging werkte
waren ze kort en niet gelakt als ik werkte.
Het is nu eenmaal niet
hygiënisch om met lange nagels je patiënten te bedienen en bovendien
collega onvriendelijk, til technieken vereisen een
samenwerking in handelingen waarbij je letterlijk het vlees van je
collega doorboord als je te langen nagels hebt.
In mijn vakanties liet ik ze weer
groeien, en voorzag ik ze van het laagje wat ook als niet hygiënisch
werd bestempeld.
Tegenwoordig laat is ze naar hartenlust
groeien in de wintermaanden dan, als de zeilen weer op mijn boot
kunnen gaan mijn nagels eraf, ze zijn mooi maar niet functioneel, ik heb zo
mijn prioriteiten.
Strak in de lak stonden mijn nagels
toen ik psychotisch werd afgevoerd naar de separeer.
Rood als in het feit dat ik oorlog
voerde met mijn interne ik en de buitenwereld die voor mij werd
bepaald.
De lak en de lange nagels werden
gebroken, als ik de rapportage terug lees was het een letterlijk
gevecht.
Ik zat alleen, alleen in een ruimte,
mintgroen met een raam met plexiglas aan de binnenkant en een dikke deur
met een luikje,een matras een klok en een krijtbord.
Ik keek naar mijn handen, twee waren er
gebroken, de rest zat allang niet meer stak in hun lak, wat is er
gebeurd?
Flitsen van worstel partijen komen
terug,
Mevrouw dit gaat echt niet langer we
gaan nú ingrijpen, hoor ik een vrouwen stem zeggen. Ondanks dat ik
lig wordt ik alsnog ruw op mijn buik gedraaid.
Het lullige scheurbroekje wordt
verwijderd.
De naald steekt diep in mijn ziel.
Ik werd wakker een jong gezicht in
witte jas keek mij met minachting aan, ik keek om hoog en zag een
infuus hangen.
Ik wilde niet leven en dit ding, mij
wel bekend ,zorgt ervoor dat ik in leven blijf, weg ermee.
Ik wil het verwijderen, grijp ernaar,
mijn hand kon ik slechts een paar centimeter verplaatsen, de fixatie
beperkt mijn wens.
Ik keek naar mijn benen, ook die waren
onderhevig aan de zelfde beperking.
Ik zat vast,
vast aan het leven.
Met minachting in zijn ogen spoot het
jonge gezicht een middel in het infuus.
Hij en ook ik hebben de belofte
voor het redden van levens afgelegd.
Hoe kan je!, lees ik in zijn ogen.
Zijn minachting voor mijn wens had ik
ook ca. 15 jaar geleden.
Ik kijk naar mijn nagels en voel mij
intens verdrietig, wat is er met mij gebeurd?
Ik wil een vijl en een flesje aceton
maar dat krijg je niet op deze plek.
Ik brokkel de restanten van de lak.
Dit, dit gaat mij nooit meer gebeuren
neem ik mij voor.
Ik vijl mijn nagels aan de mint groene
muur.
Langzaam keer ik terug in de realiteit.
Rood, donker rood schilder ik mijn
nagels, nog steeds en al jaren, ze zijn gebroken maar groeien weer
aan, ik knip ze af als het moet, laat ze groeien als het kan, omdat
ik van ze hou.
Soms breekt er wel eens een maar nu
door mijn eigen onhandigheid.
Ik verzorg ze en zet ze nog steeds met
liefde,
strak in de lak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten