maandag 3 maart 2014

Hoog in de bergen



“Mama! Waar was je!” Roept kindje uit als ze klaar is met de skiwedstrijd.
“Alle ouders stonden aan de kant aan te moedigen en jij was er niet bij!, als ik heb verloren komt het door jou!” Gaat ze op geïrriteerde toon verder.
Ik kijk naar haar verontwaardigde gezichtje, wist ik veel dat het de bedoeling is dat je je kind aanmoedigt als ze op de laatste dag van de ski les week een parcours afleggen om te kijken wie het snelst is.
“Ik stond expres op een afstand toe te kijken schat”, verzin ik, “je presteert meestal beter als ik er niet ben, weet je nog je laatste hockey wedstrijd? Toen speelde je de sterren van de hemel volgens de moeder van Lotte, ze grapte nog dat ik beter niet kan komen kijken”.
Kindje neemt genoegen met mijn uitleg en skiet weg naar haar groepje ze gaan na de wedstrijd nog even de grote pieste op.

Ik kijk haar na, ze skiet zelfverzekerd achter de leraar aan, het plaatje is fantastisch, haar vel roze ski jack en donkerblauwe sterretje ski broek steken af tegen de witte sneeuw.
Vrolijk zwaaiend zit ze even later in de stoeltjes lift, ik neem plaats op het terras kijk naar de scherpe bergen van de Zwitserse Alpen, die slechts aan de noordkant voorzien zijn van sneeuw, het lijkt wel lente. Het is lente!, de vogels kwetteren, en maken elkaar het hof, de sneeuwklokjes komen her en der boven de grond en de zon schijnt vrolijk, de sneeuw is niet al te best maar gelukkig goed genoeg voor kindje om een week les te hebben en in de middag lekker zelfstandig de berg af te denderen.

Het is weer geweldig om terug te zijn in Zwitserland, ik ben dol op de bergen altijd al geweest net zo goed als ik dol ben op de zee, ruigheid heeft mij altijd getrokken, de elementen zien en voelen, ruiken en mee omgaan, dat kan ook in ons vlakke land maar het is toch anders.

Dit jaar moest mijn vriendin werken voor het bedrijf van haar man een van de werknemers was een maand naar Thailand, en zij moest dus “in buro”zoals ze het daar noemen een paar dagen live aanwezig zijn, geen probleem zegt mijn beste vriendin, neem mijn auto maar dan kan je je dochter zelf naar de les brengen, het ski gebied bevind zich op twintig minuten rijden van haar woning.

Ik zag er tegen op maar vraag mij na een week af waar tegen ik opzag, het is niet zo dat ik nog nooit in de bergen heb gereden, als jongvolwassene reed ik zelfstandig naar zuid Frankrijk om vakantie te vieren in de caravan van mijn ouders in de bergen met mijn toenmalige vriendje.

Met het 1,2 motortje wat het mobiel van mijn vriendin rijk is schakel ik mij een ongeluk om de steile bergen te bedwingen, en glij ik elke dag keurig de parkeerplaats op, om vervolgens kindje om de afspreek plaats te droppen en met andere moeders koffie te drinken op het terras van het enige restaurantjes wat dit ski gebiedje rijk is.
En nu niet denken dat ik in vloeiend Zwitser-Duits converseer met de locals, nee in dit desolate gebied wat niet toeristisch is kom je altijd een of twee Nederlandse stellen tegen, ook dit jaar weer.
Deze mensen hebben allemaal een binding met Zwitserland, het zij dat ze er gewerkt hebben, het zij zo dat ze half Zwitsers zijn of een echtgenoot hebben die dat is.

Dit jaar kwam ik beide gevallen tegen, de ene was getrouw met een halve Zwitser, de ander heeft een paar jaar in dit gebied gewerkt.

“O wat leuk”, zeg ik tegen de vrouw die daar heeft gewerkt, “wat voor een werk deed je hier?”
“Ik ben psychiatrisch verpleegkundige”.
“O”,.........
Ik slik de wens in om meteen een punt achter de gezelligheid te zetten in, ik heb geen zin in gesprekken over mijn aandoening, maar dat hoeft ook niet bedenk ik mij, als ik niet zeg waar ik last van heb dan is er ook geen gesprek over.
“Ik ben keuken ontwerper”, zeg ik haar.
Het gesprek gaat even over keukens, en vervolgens over de vorderingen die de kinderen maken op de piste, haar zoontje heeft een oogafwijking waardoor hij geen diepte ziet, een handicap als je skiet.
We paten een praatje pot zoals het hoort tijdens een vakantie, en maken foto's van de kids.

In de loop van de week plaats wat foto's op facebook.
Kindje op de ski's, de voorraad Thommy saus die ik voor manlief, die niet mee is maar dol op dit goedje is, heb ingeslagen, de ijsje waarop ik de kinderen de laatste dag heb getrakteerd.

Een van mijn facebook vrienden vraag mij hoe het nu met mij gaat, heel lief, ze leest mijn stukje en weet waar ik last van heb.
Het gaat geweldig maar niet te goed.
Ik slik alles, schrijf ik haar, en dat klopt ik slik de drukte, de immensiteit die mij zou kunnen overweldigen door een fantastische week met een prospectie die ik met middelen kan hanteren, tenminste ik ga er vanuit dat het mij ook deze keer weer gaat lukken.

Hoog in de bergen houd ik mij voor dat er een dal kan komen, waar ik net als het zoontje van die ene vrouw geen zicht op heb, maar is het een kwestie van niet zien of niet willen zien, in mijn geval.

Ik neem rust nu ik weer thuis ben probeer alle geweldige indrukken in goede banen te leiden, zodat het thuiskomen geen diep dal wordt al leven wij vijf meter onder zee niveau.




1 opmerking: