Een week voor onze vakantie kijk ik een
hockey wedstrijd, mijn oude clubje speel tegen mijn huidige club,
leuk zeg ik mijn vriendin die mij een appje stuurt of ik zin heb om
even langs te komen om mijn oude team overigens glorieus te zien
winnen van mijn huidige club.
Ik leef mee met mijn meiden, zie dat ze
nog steeds het zelfde spelletje met succes spelen, zou zo mee kunnen
doen als ik de conditie op hun niveau nog zou hebben.
Tot de laatste minuut is het genieten,
letterlijk dan want in de laatste minuut krijgt mijn vriendin een bal
keihard tegen haar kneiter.
Bloeden volg ik haar het clubhuis in,
de jaap is zo groot dat het verstandig is om even de eerste hulp post
van ons plaatselijke zieken huis op te zoeken.
Ik voel de verwondingen die deze sport
mij hebben opgeleverd, de verrekte enkelbanden, de gescheurde
kruisbanden in mijn knie de meniscus die er niet meer is, de
gescheurde lip af gelopen seizoen.
Niemand komt zonder kleerscheuren zijn
hockey carrière door, bedenk ik mij als ik een fotootje op Facebook
bekijk van de dochter van een van mijn Facebook vrienden die op de
EHBO post zit met een kneuzing.
Het zal haar niet weerhouden om gewoon
door te gaan, wij hockeyer zijn bikkel die de pijn van de wedstrijd
pas onder te douche voelen de schaafwonden en blauwe plekken zijn
normaal net als het periodiek bezoeken van de EHBO.
Ik zag laatst een interview met met
schaatser die gaan door tot ze helemaal verzuurd zijn, voelden de
pijn maar gaan over die grens, wij hockeyers voelen die pijn pas als
de wedstrijd is afgelopen als het fluitsignaal is gegeven, en dan nog
niet.
Soms denk ik wel eens dat de hardheid
van deze sport mij heeft geleerd om pijn te relativeren, de open
vingers, knieën en heupen de gescheurde banden, het is pijnlijk als
je stil staat maar niet zo dat je er niet mee kan leven, zo ook geldt
dit voor het geestelijke deel, net zo goed al je lichaam heelt doet
je geest dat ook.
Ik ben geestelijk zwaar gewond geweest,
nog meer dan dat ik ooit lichamelijk lichamelijk in de prak heb
gelegen, de keren dat ik in een ambulance heb gelegen waren niet om
het feit dat ik lichamelijk iets mankeerde, nee als je wordt
opgenomen via de crisis dienst dan wordt je per ambulance vervoert
naar de dicht bijzijnde gesloten afdeling, het liefst plat gespoten
overigens.
Omdat de ambulance broeder ook rust
verdienen tijdens hun rit.
Jaren lang verstijfde ik als ik een
ambulance hoorde of langs zag rijden door mijn ervaringen met deze mobiele zorg, een keer was ik in een dus
danige staat van ontbinding dat ik besloot dat ik beter de ambulance
kon verlaten dan dat ze mij naar een inrichting brachten, ik maakte
de gespen van de brancard ongezien los en besloot bij het eerst
volgende stoplicht de benen te nemen, ik voelde mij een ten onrechte
veroordeelde boef die net als in de film the fugitive met Harrison
Ford de benen moet nemen toen de mogelijkheid zich voor deed.
Het was alleen zo dat de dienstdoende
broeder, een was van de oplettende aard, nog voor ik een sprint
kon maken naar de deur op een knopje drukte die de deuren vergrendelde en mij vervolgens in en houdgreep nam.
Het werd bijna romantisch, hij sprak
lieve woordje is mijn oor en streelde mijn haar.
Ik was zo overrompeld dat ik even niet
anders kon doen dan luisteren en zijn strelingen voelen.
Achteraf vind ik het ongepast gedrag
van een hulpverlener, daarom schrijf ik het jaren na dato op, het is
niet fijn als en andere man dan je echtgenoot op die manier aan je
zit.
Het is niet fijn om op een gesloten
afdeling geconfronteerd te worden met mannen die wel dan niet
psychotisch zich aan je opdringen, het is niet fijn om überhaupt
tegen je zin opgesloten te zitten terwijl je geen misdaad hebt
begaan, maar men zegt dat men het uit bescherming doet, jou
opsluiten.
Het geeft wonden maar beschadigd het
ook?
Dat zou het doen als ik bij elke
blessure zou stil staan, maar dat heb ik nooit gedaan lichamelijk
niet dus geestelijk ook niet ik schrijf het op en dus van mij af.
Basta.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten