Er was niks te doen destijds, niet voor een onrustige geest tenminste die goed genoeg werd bevonden om weer op de open afdeling te mogen vertoeven daar ze geen gevaar meer was voor zichzelf.
Ik dwaalden door de gangen, liep van
het koffie apparaat naar de rokers ruimte buiten onder het afdakje en
weer terug.
Ik probeerde een gesprek aan te gaan
met een psychoot of een depressieve roker die bij elke haal aan haar
sigaret waarschijnlijk hoopte dat ze dood ging.
Met mijn overactieve ziel onder mijn
arm liep ik dagelijks naar het centrum van de stad, je moet toch
iets.
Elke dag als ik door de schuifdeur het
pand verliet zag ik haar zitten in haar kamer op de afdeling oudere
psychiatrie aan de andere kant van het gebouw.
Een broze grijze dame die altijd
vrolijk naar mij zwaaide, haar haar was verward haar gezicht was
altijd in een fanatieke grijns getrokken, haar dunne armen met
knokkelige vingers wuifde mij te gemoed, als er geen glas tussen ons
had gezeten dan had ze mij waarschijnlijk omarmt.
Mijn voorland daar staat zij synoniem
voor, ik weet ook wel dat ik in de verre toekomst haar plek ga
innemen.
Als ik zolang als zij ga leven dan.
Ik heb mijn status met de GGZ
gerehabiliteerd zo als dat zo mooi heet het komt er op neer dat ik
weer on speaking terms ben met de hulpverlening, sterker nog ik ben
bezig met het maken van afspraken voor als het echt niet goed meer
gaat.
Dit moet ik gevoelsmatig doen voor
mijzelf, de afgelopen maanden hebben mij dat geleerd.
Ik heb mijn wens uitgesproken en mijn
hulpverlener is er bijna dol enthousiast mee aan de slag gegaan.
Ik heb haar een jaar niet gezien maar
omdat ik heb aangegeven dat ik dit document wil aanmaken zie ik haar
inmiddels eens in de twee weken, en ik moet eerlijk zeggen dat is te
veel van het goede.
Ik kan slecht tegen de GGZ en waarom?,
dat zal ik u vertellen.
Elke keer dat ik daar kom wordt ik weer
met mijn neus op het feit gedrukt dat ik blijkbaar niet normaal ben,
dat ik behept ben met een geestelijke aandoening, en zeg nou eerlijk
wie wordt daar nu vrolijk van, ik niet in ieder geval.
Het irritante van mevrouw de psychiater
is dat ze het niet kan nalaten om mij elke keer weer tussen neus en
lippen door te wijzen op het feit dat het een ernstige ziekte is.
Van de week was haar top opmerking;
'het is een progressieve ziekte'.
Ik vind het zo kut om dat te horen, zeg
ik tegen mijn beste bipo vriendin als ik haar aan de telefoon heb.
Progressief, als in dat het alleen maar
erger wordt?, zegt ze.
Kut Gaab en bedankt dat wilde ik ook
even niet horen..........
Sorry dat ik het woord in de mond heb
durven nemen, zeg ik haar, niet dat we het niet al wisten maar soms
wil je het gewoon even vergeten, liever vaker dan dat.
Daar gaat de droom van mijn man om ooit
eens met een busje de wereld rond te trekken als de kinderen de deur
uit zijn, ik ga dat niet halen met deze progressieve ziekte, zegt ze.
O ja wel, zeg ik, je bent dan gek
genoeg om die reis te ondernemen!
Jaaaaa, dat is waar!
We lachen om dit toekomst perspectief,
kom op zeg als je dan toch gek wordt uiteindelijk doe er dan maar wat
leuks mee.
Toch kan ik de zwaaiende dame op de
oudere afdeling niet uit mijn systeem krijgen, haar vrolijke lach
blijft mij gelukkig ook bij, prettig gestoord oud worden is dat zo
erg?
Geen idee al is het waarschijnlijk en
met een beetje geluk mijn voorland......