donderdag 9 januari 2014

Het uur van de waarheid



Ze noemt mij jonge dame als ze mij uit de wachtkamer plukt, ik kijk haar aan met het cynisme wat mij past.
Jong?, reageer ik, dat is ruim tien jaar geleden het geval geweest.
Ik ben geen jonge dame meer dit jaar tik ik de 45 jaren aan,en ben dan midden 40 dat is dus halverwege het ijkpunt die algemeen gezien wordt als, je bent niet meer jeugdig, de 50.
Zeg, zoveel schelen wij niet in leeftijd, zeg ik haar, als we naar de lift lopen.
En nog een ding, zeg ik, je zit toch op de eerste verdieping?
Ja.
Dan nemen wij de trap, kom op zeg wat een onzin een verdieping hoger dat loop je toch gewoon?
Dat is inderdaad gezonder, zegt mevrouw de psychiater, kwiek loopt ze voor mij het betonnen trappenhuis binnen en sprint bijna naar boven.
Ik heb geen zin om in haar tempo te volgen, sta niet in de startblokken van genot om het gesprek te beginnen.
Ze merkt dat mijn tempo lager ligt en past het hare aan.
Het is mij al eerder opgevallen dat deze mensen dat doen, zo liep ik eens zwaar depressief achter een assistent psychiater aan die ook in hoog tempo liep, zodra ze merkte dat ik niet volgde paste zij haar tempo aan.
In de rapportage die ik later op vroeg stond beschreven dat de motoriek van de patiƫnt, ik dus vertraagd was, het observeren begint op het moment dat ze je komen halen, niet pas in de spreekkamer.

Met een ernstig gezicht kijkt ze mij aan als we gaan zitten, ik weet nu weer waarom in een hekel heb aan 'live contact', elke keer kijkt ze me strak aan en probeert mijn blik vast te houden.
Ik kijk niet graag mensen die niet tot mijn vriendengroep of familie behoren lang aan, vind het ongepast en doe het alleen als ik heel erg boos ben op een vreemde, en boos ben ik niet meer op haar dus draai ik als eerste mijn ogen weg, staar naar buiten waar werkmannen met een grote kraan bezig zijn, veel boeiender.
Hoe gaat het nu met je? Ze stelt de standaard opening vraag.
Ik kijk haar weer aan haar gezicht staat nog steeds ernstig, weer die poging om mijn blik vast te houden, ik kijk weer naar buiten de mannen zijn bezig de hijskraan in stelling te brengen de meerderheid kijkt toe met sigaret in de hand.
Goed, antwoordt ik, een stuk rustiger.
Ik kijk op de klok en besluit er naar toe te werken om binnen een halfuur weer weg te zijn, ik weet inmiddels dat ze altijd een uur uittrekt voor het gesprek, dus meld ik haar dat ik beperkt tijd heb daar ik nog een ontbijt afspraak met mijn beste bipo vriendin heb, voor haar verjaardag in een tentje niet ver van de GGZ instelling.
Uit haar nog steeds ernstige blik maak ik op dat zij dat niet van plan is.
Een uur is een uur bij haar of ik er zin in heb of niet, en zin heb ik nooit in dit soort gesprekken.

Lullen over jezelf en dat een uur lang, niet mijn hobby ik schrijf mijn gevoelens liever op.
Ik ben beter en eerlijker op papier heb ik haar ooit eens bekend, ze moedigde mij aan om te mailen wat mij bezig hield, en dat heb ik gedaan in het begin dat ik begon met mailen heb ik al mijn irritatie en argwaan die ik had ontwikkeld door de slechte ervaringen die ik tot dan toe had met de psychiatrie naar haar gemailt met het verzoek om alleen maar te lezen.
En dat deed ze, ze haalde informatie uit de mail die ze gebruikte om mij te benaderen op een manier waardoor ik mij wat meer op mijn gemak ging voelen in het contact met haar.
Als ik een boos antwoord gaf als reactie op een mail die zij mij schreef, hield ze wijselijk een week haar mond om mij af te laten koelen en in te laten zien dat het van haar kant niet zo bedoelt was.

Het gesprek wat wij voeren gaat verder over praktische zaken zoals het bijstellen van het behandelplan en het verlengen van de zelfbindende verklaring, maar ook over de herstart van lithium.
Zie je het als een falen? Vraagt ze met nog steeds een ernstig gezicht.
Ik kijk weer weg, zie dat de hijskraan inmiddels op de goede plek staat en dat de werkmannen weg zijn waarschijnlijk omdat ze koffie pauze hebben.
Ik voel mijn bovenlip trillen, een stukje verdriet wat ik haar niet wil laten zien vind zijn weg richting de non verbale reactie, een trillende lip, tranen die ik in kan inhouden en een gebroken stem.
Ja antwoord ik, het voelt als falen............
Ik haat het om emoties te laten zien, ik slik ze weg en kijk naar de klok, schit ik zit die toch weer een uur..
Het wordt niet het uur van de waarheid, ik laat het wel of niet starten met lithium in het midden neem wel het recept meer.

'S avonds over denk ik het gesprek, en besef dat ik weer niet eerlijk ben geweest op de een of andere manier lukt het mij niet om rechtstreeks te communiceren.
Ik open een mail die ze die middag stuurde met informatie over een onderzoek wat is gedaan om te bepalen wat een goed werkzaam lithium spiegel is nadat wij een discussie hadden over de ondergrens van 0,6 aan lithium in het bloed wat als ondergrens wordt gezien voor de werkzaamheid van het goedje.
Ik ben namelijk van mening dat ik met minder af kan, het onderzoek wijst anders uit.
Ik besluit een openstaande vraag die zij stelde alsnog te beantwoorden, wat ik nodig heb van haar.
Niks op dit moment, zeg ik tijdens het gesprek, maar ik bedenk mij dat dat niet waar is.

Het is het uur van de waarheid, bedenk ik mij als ik op het knopje beantwoorden druk.
Ik heb haar wel nodig en niet alleen om pillen te verstrekken, ik voel een golf van misselijkheid opkomen als ik haar vraag of ze mij kan helpen om door de voor mij loodzware start periode van het slikken van die bremzoute lithium pillen heen kan loodsen.

De volgende ochtend ligt haar bevestigende mail in mijn mailbox, ik kan voor mijn gevoel niet meer terug, het uur van de waarheid heeft geslagen ik moet er voor mijn gevoel aan geloven, het starten met lithium, om te blijven leven......







Geen opmerkingen:

Een reactie posten