Ze noemt mij jonge dame als ze mij uit
de wachtkamer plukt, ik kijk haar aan met het cynisme wat mij past.
Jong?, reageer ik, dat is ruim tien
jaar geleden het geval geweest.
Ik ben geen jonge dame meer dit jaar
tik ik de 45 jaren aan,en ben dan midden 40 dat is dus halverwege het
ijkpunt die algemeen gezien wordt als, je bent niet meer jeugdig, de
50.
Zeg, zoveel schelen wij niet in
leeftijd, zeg ik haar, als we naar de lift lopen.
En nog een ding, zeg ik, je zit toch op
de eerste verdieping?
Ja.
Dan nemen wij de trap, kom op zeg wat
een onzin een verdieping hoger dat loop je toch gewoon?
Dat is inderdaad gezonder, zegt mevrouw
de psychiater, kwiek loopt ze voor mij het betonnen trappenhuis
binnen en sprint bijna naar boven.
Ik heb geen zin om in haar tempo te
volgen, sta niet in de startblokken van genot om het gesprek te
beginnen.
Ze merkt dat mijn tempo lager ligt en
past het hare aan.
Het is mij al eerder opgevallen dat
deze mensen dat doen, zo liep ik eens zwaar depressief achter een
assistent psychiater aan die ook in hoog tempo liep, zodra ze merkte
dat ik niet volgde paste zij haar tempo aan.
In de rapportage die ik later op vroeg
stond beschreven dat de motoriek van de patiƫnt, ik dus vertraagd
was, het observeren begint op het moment dat ze je komen halen, niet
pas in de spreekkamer.
Met een ernstig gezicht kijkt ze mij
aan als we gaan zitten, ik weet nu weer waarom in een hekel heb aan
'live contact', elke keer kijkt ze me strak aan en probeert mijn blik
vast te houden.
Ik kijk niet graag mensen die niet tot
mijn vriendengroep of familie behoren lang aan, vind het ongepast en
doe het alleen als ik heel erg boos ben op een vreemde, en boos ben
ik niet meer op haar dus draai ik als eerste mijn ogen weg, staar
naar buiten waar werkmannen met een grote kraan bezig zijn, veel
boeiender.
Hoe gaat het nu met je? Ze stelt de
standaard opening vraag.
Ik kijk haar weer aan haar gezicht
staat nog steeds ernstig, weer die poging om mijn blik vast te
houden, ik kijk weer naar buiten de mannen zijn bezig de hijskraan in
stelling te brengen de meerderheid kijkt toe met sigaret in de hand.
Goed, antwoordt ik, een stuk rustiger.
Ik kijk op de klok en besluit er naar
toe te werken om binnen een halfuur weer weg te zijn, ik weet
inmiddels dat ze altijd een uur uittrekt voor het gesprek, dus meld
ik haar dat ik beperkt tijd heb daar ik nog een ontbijt afspraak met
mijn beste bipo vriendin heb, voor haar verjaardag in een tentje niet ver
van de GGZ instelling.
Uit haar nog steeds ernstige blik maak
ik op dat zij dat niet van plan is.
Een uur is een uur bij haar of ik er
zin in heb of niet, en zin heb ik nooit in dit soort gesprekken.
Lullen over jezelf en dat een uur lang,
niet mijn hobby ik schrijf mijn gevoelens liever op.
Ik ben beter en eerlijker op papier heb
ik haar ooit eens bekend, ze moedigde mij aan om te mailen wat mij
bezig hield, en dat heb ik gedaan in het begin dat ik begon met
mailen heb ik al mijn irritatie en argwaan die ik had ontwikkeld door
de slechte ervaringen die ik tot dan toe had met de psychiatrie naar
haar gemailt met het verzoek om alleen maar te lezen.
En dat deed ze, ze haalde informatie
uit de mail die ze gebruikte om mij te benaderen op een manier
waardoor ik mij wat meer op mijn gemak ging voelen in het contact met
haar.
Als ik een boos antwoord gaf als reactie
op een mail die zij mij schreef, hield ze wijselijk een week haar mond
om mij af te laten koelen en in te laten zien dat het van haar kant
niet zo bedoelt was.
Het gesprek wat wij voeren gaat verder
over praktische zaken zoals het bijstellen van het behandelplan en
het verlengen van de zelfbindende verklaring, maar ook over de
herstart van lithium.
Zie je het als een falen? Vraagt ze
met nog steeds een ernstig gezicht.
Ik kijk weer weg, zie dat de hijskraan
inmiddels op de goede plek staat en dat de werkmannen weg zijn
waarschijnlijk omdat ze koffie pauze hebben.
Ik voel mijn bovenlip trillen, een
stukje verdriet wat ik haar niet wil laten zien vind zijn weg
richting de non verbale reactie, een trillende lip, tranen die ik in
kan inhouden en een gebroken stem.
Ja antwoord ik, het voelt als
falen............
Ik haat het om emoties te laten zien,
ik slik ze weg en kijk naar de klok, schit ik zit die toch weer een
uur..
Het wordt niet het uur van de waarheid,
ik laat het wel of niet starten met lithium in het midden neem wel
het recept meer.
'S avonds over denk ik het gesprek, en
besef dat ik weer niet eerlijk ben geweest op de een of andere manier
lukt het mij niet om rechtstreeks te communiceren.
Ik open een mail die ze die middag
stuurde met informatie over een onderzoek wat is gedaan om te bepalen
wat een goed werkzaam lithium spiegel is nadat wij een discussie
hadden over de ondergrens van 0,6 aan lithium in het bloed wat als
ondergrens wordt gezien voor de werkzaamheid van het goedje.
Ik ben namelijk van mening dat ik met
minder af kan, het onderzoek wijst anders uit.
Ik besluit een openstaande vraag die
zij stelde alsnog te beantwoorden, wat ik nodig heb van haar.
Niks op dit moment, zeg ik tijdens het
gesprek, maar ik bedenk mij dat dat niet waar is.
Het is het uur van de waarheid, bedenk
ik mij als ik op het knopje beantwoorden druk.
Ik heb haar wel nodig en niet alleen om
pillen te verstrekken, ik voel een golf van misselijkheid opkomen als
ik haar vraag of ze mij kan helpen om door de voor mij loodzware
start periode van het slikken van die bremzoute lithium pillen heen kan
loodsen.
De volgende ochtend ligt haar
bevestigende mail in mijn mailbox, ik kan voor mijn gevoel niet meer
terug, het uur van de waarheid heeft geslagen ik moet er voor mijn
gevoel aan geloven, het starten met lithium, om te blijven
leven......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten