vrijdag 30 maart 2012

Huisarts naar mijn hart.



Mijn assistente schrok een beetje toe ze je vanmorgen aan de telefoon had,
zegt mijn huisarts.
Ik zit tegenover hem met mijn dochter met een pijnlijke enkel.
Ik grinnik even,weet echt wel waar hij op doelt maar vraag toch, hoezo?
Je kwam nogal onvriendelijk over, ze was daar best wel van slag van onze stagiaire, zijn blik verraad dat hij er eigenlijk ook wel om moet lachen.

Hé doc, zeg ik, je weet toch dat ik niet aardig ben, maak een lijstje voor je assistentes met onaardige mensen, dan schrikken ze niet zo de volgende keer.
Je bent niet onaardig, is zijn antwoord, wel wat directer dan de gemiddelde mens, maar onaardig nee dat niet.

De huisarts, je moet het maar net treffen, toen wij nog in de hoofdstad woonde had ik een gedateerd over de houdbaarheid datum zijnde man die waarschijnlijk top was in het woodstock tijdperk.

Ik kan mij nog herinneren dat ik bij hem kwam met tussentijds vrouwelijk bloed verlies.
U hoeft niet de denken dat u kanker heeft hoor, is zijn eerste reactie na mijn uitleg.
Ik draai mijn ogen naar het drie meter hoge plafond, en deel hem mede dat mij altijd is verteld dat je even naar de dokter moet voor controle als je als vrouw tussentijds bloed verliest.

Ik zie niks bijzonders, zegt hij na dat niet zo prettige inwendige onderzoek.
Toch druk ik er een consult bij een gynaecoloog door.
Nou omdat je het per se wilt dan, is zijn reactie.
De gynaecologe in opleiding heeft duidelijk betere ogen en verwijdert een poliepje uit mijn baarmoederhals,  een paar weken later kan ze mij mededelen dat het een goedaardig boompje was, probleem opgelost.

Vier jaar geleden verhuisde wij naar een dorp net buiten de grote stad, en kon ik gelukkig afscheid nemen van mijn ex hippie huisarts, waar wat krijg je terug? Dat weet je nooit.

In de tussentijd was ik klant geworden van de GGZ, ik ontmoette mijn nieuwe huisarts voor het eerst toen ik mijzelf had ontslagen uit het psychiatrisch ziekenhuis.

Wat is de rede voor de afspraak?, vraagt zijn assistente als ik bel.
Nou wij zijn nieuw in de omgeving en ik heb mijzelf net ontslagen uit het ziekenhuis en weet dat het ziekenhuis contact gaat opnemen met hem, het lijkt mij dan beter dat hij weet wat er aan de hand is, en de persoon in kwestie in levende lijve heeft ontmoet.
Oh, wacht eens even, zegt de assistente door de telefoonlijn, ik weet nu wie u bent, ja even kijken kunt u over een half uur?

Ik zit in de wachtkamer van de barak die dienstdoet als tijdelijke praktijkruimte, dat krijg je in een nieuwbouwwijk, altijd die aannemers die dingen op tijd beloven om de order binnen te halen, en standaard uitlopen.
Een boom van een sportief uitziend, van gemillimeterd haar voorziene, man vult de ruimte als hij mijn naam roept als een legerofficier.
Later hoor ik van mijn buurtgenoten dat hij inderdaad leger arts is geweest.

Sporten lekker gaan sporten, een depressie is iets wat over gaat als je er actief mee omgaat, is zijn antwoord als ik hem vertel dat ik geen heil zie in pillen tegen een depressie en daarom het ziekenhuis heb verlaten.
Heerlijk wat een lekker nuchtere man, denk ik als de deur uit ga nog niet wetend dat ik ook de ander kant op kan doorslaan.

Later als ik weer eens afscheid heb genomen van de GGZ, wordt ik door hem gebeld.
Ik heb een brief van je behandelaar gekregen, kunnen wij daar even over praten?
Ja hoor, ik kom wel langs.

Toren hoog staat hij in de inmiddels nieuwbouw gerealiseerde praktijkruimte.
Zijn gebruikelijke leger saluut maakt plaats voor een ernstige handdruk.
Waar ben je nu weer mee bezig? vraagt hij als we gaan zitten.
O gewoon, ik ben het zat die zorg die mij niet verder helpt.

We bespreken de mogelijkheden en de eventuele mis marge.
Hij weet mij te overtuigen dat ik beter vriendjes kan blijven met de GGZ, op een realistische manier.

Later vraag ik hem of hij bereid is om mijn medicijnen uit te schrijven als ik weer afscheid wil nemen van de GGZ mede door de eigen bijdrage.
Ja hoor, maar verwacht niet dat ik wekelijks tijd voor je heb om te praten over je psyche.
Ik kijk hem met een glimlach aan, en dat verwacht jij van mij?
Nee, zegt hij lachend, je bent niet echt iemand die hier wekelijks jankend aan mijn bureau komt zitten.

Ze lijkt op je, zegt hij als hij het voetje van kindje heeft beoordeeld als verzwikt en niet gebroken.
Nou dan mag ik hopen dat je dat bedoelt als in uiterlijk, zeg ik cynisch.

Nee hoor, zegt hij, ze is net als haar moeder een doorbijter.
En bedankt doc, zeg ik lachend als ik afscheid neem van de huisarts naar mijn hart.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten